Dansen in gewoontes

 

Iets na één uur, een verduisterde zaal met flashy lichten. De ritmische bas van de muziek trillend door mijn lichaam. Ellebogen in mijn zij, voeten op mijn tenen, handen in mijn gezicht. De gemengde geur van bier en zweet. Een beginnende kramp in mijn benen, die ik maar moeilijk loskrijg van de plakkerige vloer. De massa rond mij heen beweegt mee op de maat van de muziek, de gigantische luidsprekers verminderen het gehoor van een honderdtal paar oren met de seconde. Laaghangende broeken, korte topjes of grote t-shirts, strakke paardenstaarten, dure sneakers en fietsers-y2k zonnebrillen – waarvan ik het gebruik in een club nog steeds niet begrijp – voldoen aan een on-afgesproken maar cruciale dresscode. Cirkels worden gevormd waarin iedereen wordt betrokken, maar niemand durft in het alsmaar groter wordende midden te gaan staan. Iedereen danst genoeg om erbij te horen, maar niet te veel om uit de boot te vallen. We willen allemaal deel uitmaken van een groep, connecties voelen met onbekenden zonder per se de small talk van een kennismaking te moeten doorstaan. 

Mijn vriendin stoot me aan en knikt in de richting van een via-via kennis en een jongen die interesse voor elkaar blijken te hebben, zij meer dan hij, ze zijn al een paar keer op date geweest. 

De jongen groet een paar vrienden en zij komt dichterbij dansen, maar ook niet te dichtbij, om haar aanwezigheid duidelijk te maken zonder de eerste pas te hoeven zetten. Ik herken in dit gedrag een algemeen motief. Ogen die over de massa glijden; een sfeer van onzekerheid gaat gepaard met een zoektocht naar intimiteit en individualiteit te midden van deze homogene groep. Oogcontact maken met een onbekende waaruit op subtiele wijze zowel interesse als onverschilligheid moet blijken. Snel wegkijken, langzamerhand dichterbij dansen, maar met de rug naar elkaar; het lijkt wel een ingestudeerde dans.

Ik word opeens overbewust van mijn rechterarm die gedwee mee op en neer deinst, wijsvinger lichtjes naar het plafond gericht, op de maat van een remix van Dancing Queen. Ik dans op precies dezelfde manier als elke andere persoon in deze ruimte. Op en neer gespring, een vlaag van gejoel dat door de zaal gaat wanneer de eerste beats van een schijf vallen, armen in de lucht, knieën die plooien wanneer een drop in aankomst is om dan weer naar boven te springen wanneer de climax bereikt is. Ik bevind me in een plek die gelimiteerd wordt tot meerderjarigen, maar toch heb ik het gevoel dat telkens als ik een club binnenstap, ik een terugkeer naar het middelbaar meemaak. 

Ik zie er waarschijnlijk niet veel meer verschillend uit dan de rest van deze groep – de zonnebril niet inbegrepen –  en opeens krijg ik de gedachte die me ook de laatste paar keren te binnen schoot: ik had even goed kunnen thuisblijven. Zo leuk vind ik het niet, ik heb niet genoeg gedronken om de staat te bereiken waarin de muziek beter klinkt, de mensen vriendelijker lijken en morgen helemaal niet bestaat. Het bevestigt wat ik al wist over mezelf; ik ben veel liever een avond op kot of op café dan out and about tot de vroege ochtenduren in een overbevolkte club. Dus de volgende keer dat iemand me vraagt of ik mee wil gaan clubben – duur bier, hoofdpijn de volgende dag, de inspanning om op te vallen en erbij te horen tegelijkertijd inbegrepen -, sorry but not sorry, maar ik blijf liever thuis in goed gezelschap en een theetje.

 

0 Comment