We zijn te gast in de loge van Lefto Early Bird, een van België ’s meest bekende deejays en vaste waarde bij Kiosk radio in ons eigen Warandepark. Een rustige ruimte bij een nuchtere artiest voelt als een wereld weg van de dronken chaos van Brussel Brost 2023. Hij biedt ons een druifje aan.
Tekst: Isla Howie

Credits: EBB Music EU
Zou je zeggen dat de stad Brussel een invloed heeft gehad op je muziek en sets?
Ik denk dat er vooral een verschil is tussen “op den buiten” wonen en leven in het centrum van een stad. In de stad heb je veel meer kansen om muziek te horen, artiesten te leren kennen en diversiteit te laten binnenkomen. Dat maakt een mens. Dat is wat zijn genre en stijl als het ware gaat kneden. Dat heeft voor mij het meeste verschil gemaakt. Ik heb zelf ook in veel verschillende gemeenten van Brussel geleefd, zoals Molenbeek en Schaarbeek. Stilaan zorgt dat ervoor dat je openstaat voor veel verschillende dingen. Dat is ook waarvoor ik bekend sta: die diversiteit in mijn sets. De stad heeft daar dus zeker een invloed op gehad. Brussel heeft mij als artiest op die manier gekneed.
Je show Think outside the Kiosk heeft bereik tot in New York. Daarnaast speel je vaak internationaal sets (zie: Mexico City). Pas jij je sets aan naargelang je zo’n internationaal publiek hebt? Of genieten zij mee van de muziek die wij elke week op Radio Kiosk horen?
Er is nog steeds een verschil tussen een radioshow en live spelen. Ik kan bijvoorbeeld geen ambient spelen bij een live set, wat ik bij Kiosk wel regelmatig doe. Wat ik live doe, is overal ter wereld gelijkaardig. Ik denk ook dat ze mij boeken voor mijn eigen sound, geen muziek die aangepast is aan een bepaalde locatie. Ik speel dus geen Mexicaanse muziek als ik in Mexico sta. Als ik naar het buitenland ga, dan is het voor wat ik doe.
Wat ik wel soms doe – en dat vind ik heel fun – is de sfeer van een stad enkele dagen gaan opsnuiven. Zo heb ik in Mexico City de Fierro Viejo opgenomen. Dat is een wagen die rondrijdt en door een micro vraagt naar recycleerbaar afval in de stad. Die geluidsopname heb ik dan gebruikt om mijn set mee te starten. Dat is best grappig, want het is een geluid dat ze elke dag horen, gemixt met wat house. Dat zorgt voor een aangename sfeer. Ik vind dus wel soms iets dat de lokale mensen herkennen.
Als je één nummer in elke set zou moeten gebruiken, welke zou je dan uitkiezen?
Een nummer dat ik nog steeds veel gebruik, is Kendrick Lamar’s United in Grief. Er zitten veel verschillende elementen in dat lied: zowel jazz als breaks als rap. Er zit ook een boodschap in dat lied die voor mij, vooral tijdens covid, heel belangrijk was. Tijdens die periode zijn heel veel mensen familie of vrienden verloren. United in Grief, wat samen rouwen betekent, getuigt van begrip. Ik begin ook in het algemeen heel graag met dat nummer. Het is voor mij dan ook een heel persoonlijk nummer. Van mij mag die dus in elke set zitten.
In welke stad voel je de meeste chemie met je publiek?
Thuis! In Brussel heb ik het gevoel dat ik bepaalde generaties muzikaal heb beïnvloed, onder andere met StuBru en nu met Kiosk. Ik kan dus echt wel wandelen doorheen een set: ik kan afwisselen tussen jazz en techno en het publiek gaat gewoon mee. Dat heb ik op andere plekken ook al geprobeerd, maar dat lukt nooit zo goed als in Brussel. Er zijn bijvoorbeeld clubs die bekendstaan om techno en als ik dan per se iets anders wil spelen, kan dat het publiek wel eens choqueren. Dat gebeurt wel soms, maar I don’t care (lacht).
Binnenkort zijn er in Brussel verschillende vieringen om het 50-jarig bestaan van het genre hiphop te vieren. Hoe heb jij de evolutie in het genre ervaren sinds het begin van je carrière?
Het grootste verschil is dat iedereen het overal ziet, kent en hoort. Of ik nu hier ben of aan de andere kant van de wereld, er zal ergens wel hiphop spelen. Toen ik begon werd het eerder gezien als een vreemd subgenre. Het was niet echt populair op zich. Het was een niche die in zijn cultuur succes boekte en vooral heel veel jongeren aansprak. Dat ging dan van rap naar breakdance naar graffiti en scratchen. Er ontstond echt een hele wereld rond.
Dat is vandaag een beetje verdwenen. Je ziet bijvoorbeeld in rapvideo’s veel minder over de wereld errond. Ik heb de indruk dat een groot deel van het publiek verschuift naar house, want daar is er een beetje een nieuwe niche dancecultuur ontstaan.
Het grootste verschil is dus dat hiphop gegroeid is van een niche naar iets commerciëler. In mijn periode als artiest is er heel veel veranderd op alle vlakken.
Ik denk dat de meeste grote labels hiphop hebben opgepikt in de jaren 2005-2006. Op dat moment voelde ik echt een heftige switch. Toen begonnen de meeste artiesten te klinken als iets dat commerciëler zou worden. Je hoorde ook veel artiesten praten over met wie je beter muziek zou maken, want die zou je meer aandacht of een groter publiek kunnen bieden. Dat was het grootste verschil, de grootste verschuiving.
Mis je dat niche gevoel rond de hiphop wereld?
Ik heb veel respect voor artiesten die hun eigen sound kunnen behouden terwijl ze commerciëler worden. Anders word je gewoon nog een copycat en dat hebben we helemaal niet nodig. Zolang je authentiek blijft, heb ik er helemaal geen probleem mee dat je muziek mainstream en succesvol wordt, dat juich ik natuurlijk toe!
Heb je het gevoel dat Kiosk Radio een groepsgevoel met zich meebrengt?
Ik merk aan Kiosk dat er echt een gevoel is van community, een gemeenschappelijke identiteit. Dat is me de laatste jaren op veel vlakken opgevallen, trouwens. Er is een grotere skate community, alsook andere groepen en hobby’s. Mensen voelen nu meer dan ooit een nood om ergens bij te horen, om in groep te kunnen leven en iets te betekenen voor die groep. Misschien zit Covid daar wel voor iets tussen, het valt alleszins op de laatste jaren. Kiosk is daar ook een grote speler in. Kiosk is ook een centraal punt voor verschillende soorten mensen. Zo zijn er veel artiesten die niet weten waar ze naartoe moeten gaan. Je komt naar Kiosk, maakt wat nieuwe vrienden en zo heb je ook snel je “people” gevonden.
Merk je een verschil in je publiek tussen je eerste optredens en nu?
Ik merk een gigantisch verschil in muzikale tempo’s. Jongeren gaan nu echt hard op 140bpm, wat enorm snel is. 120bpm is een standaard housemuziek tempo bijvoorbeeld, maar dat vinden veel jongere mensen tegenwoordig te traag. Die versnelling kwam er vooral na covid. Het is soms alsof jullie na al dat binnen zitten iets in je lichaam hebben dat er echt uit moet (lacht). Al besef ik de verschuiving, en speel ik ook sneller, merk ik toch op dat zo soms wel variatie durft verdwijnen uit het clublandschap, wat jammer is.
Volgend jaar draai je dertig jaar als Lefto. Hoe hou je het nachtleven zolang vol?
Ik drink niet en ik rook niet, dus dat helpt echt enorm. Als je jong bent, heb je vaak de neiging om alles eens te proeven en uit te proberen, maar als je lang wil meegaan en succes blijven boeken, rook en drink je best niet veel. Je houdt er beter je kop bij.
0 Comment