Elke editie gaat de Moeial in gesprek met een geëngageerde (oud-)student. Muziekproducer en De Standaard-journalist Victor De Roo studeerde recent af van de VUB. Op Brussel Brost kregen we de kans om hem – vers van het podium en tussen de vuile borden – te spreken over zijn liefde voor muziek, Brussel en de toekomst.
Tekst: Lupé Van Rijmenant & Alina Talipova
Beeld: Lupé Van Rijmenant & Jente Waerzeggers
Je kon dit jaar niet rond VUB-alumnus Victor De Roo heen. De twintiger was terug te vinden op menig podium (Theresia Gent, Pukkelpop, AB) en scheerde zowel solo als onderdeel van de formatie ‘De Nooit Moede’ hoge toppen. Afgelopen maart nam die laatste band in een volledig uitverkochte Pilar BOX afscheid, maar dat betekende niet het einde van De Roo’s muzikale tocht en bluste zijn liefde voor de VUB evenmin: “Ik zou graag nog eens in Pilar spelen, ik hoop dat ik daar nog eens welkom ben.”
Podiumkunstenaar
Je bent geen nieuweling in de muziekscene. Wat vond je van de show vanavond? (De Roo stond op het Stoemp! podium op Brussel Brost, n.v.d.r.)
Eerlijk? Het was best wel moeilijk. Paleis 12 is supergroot en als er dan nog niet zoveel volk is, voel je dat op het podium. Er waren wel een aantal mensen die me na afloop kwamen vertellen dat ze het apprecieerden en dat is eigenlijk het belangrijkste, maar op het moment zelf voel je je een beetje bekeken en zit je niet volledig in het moment. Het geluid zat ook niet helemaal goed, maar voilà, on fait avec – je doet het ermee. Ik ben blij dat ik hier ben. En plus was het best grappig om mijn studententijd, die overigens veel te lang heeft geduurd, hier af te sluiten. Dit was ook de eerste keer dat ik op Brussel Brost was (lacht).
Als student of als artiest?
Beide. Ik ben nog nooit in mijn leven naar een festival geweest en dus ook niet naar Couleur Café, Dour of Pukkelpop. Toen ik daar heb gespeeld op die festivalletjes ben ik daar wel eens een dagje blijven plakken, maar dat zegt mij niet veel. Ik luister graag naar muziek van anderen en probeer wel naar rapconcerten en dergelijke te gaan, maar festivals? Dat is gewoon niet echt mijn ding.
En ook meteen de laatste keer? Of is het voor herhaling vatbaar?
Zeker wel, ik ben blij dat ik hier was. Dat ze eraan hebben gedacht om mij uit te nodigen, zegt veel over hun visie. Ik besef dat ik vrij niche ben en niet bezig ben met populaire muziek. En dat is dan ook meteen een risico. Niet iedereen had echt door waar ik exact mee bezig was, maar na afloop kreeg ik toch positieve commentaren. Al is het maar vijf man dat er iets aan gehad heeft; daar doe ik het voor.
Eerder hadden we je al zien passeren in BRUZZ en toevallig was je ook een keer het voorprogramma van een concert dat we bijwoonden, maar je bent inderdaad wel een beetje een underdog. Zijn er nog grote plannen in de nabije toekomst die je met ons kunt delen?
Ik zit binnenkort voor het eerst samen met een zanger uit Antwerpen. Ik kan er wel nog niets over zeggen, omdat ik nog niet zeker ben of er echt iets van gaat komen. Wel heb ik nog een single die binnenkort gaat uitkomen; een 7 inch, een klein plaatje, 45 toeren (een soort vinyl, n.v.d.r.). Dat is een samenwerking met Alex Deforce, een dichter uit Brussel met wie ik lang geleden al eens samenwerkte (Nachtdichter, n.v.d.r.). We gaan die plaat uitbrengen onder zijn label, wat een soort poëzie-label is. Samen met twee muzikanten van ‘De Nooit Moede’ heb ik de muziek gemaakt.
‘De Nooit Moede’ was één van je andere projecten.
Klopt, dat was een band. We hebben maar één concert gespeeld, op de VUB bij Pilar. Dat was echt wel een memorabel moment. Die zaal zat bomvol; het was volledig verkocht. Iedereen wist dat het ons eerste en laatste concert was, dus mensen hielden zich ook niet in. Dat was voor mij de eerste keer dat ik op die manier op het podium stond; ik heb toen ook een beetje gezongen.
Je speelde zelf ook een instrument?
Bij ‘De Nooit Moede’ trad ik op als gitarist. Ik gaf mezelf daar meer bloot dan in andere situaties. Als ik elektronische muziek maak, sta ik veilig en geborgen achter mijn machines. Het is ook niet honderd procent mijn ding om op een podium te staan. Ik heb liever aandacht op een andere manier (lacht). Als er een kloof is met het publiek, is het gewoon ook moeilijk. Pukkelpop was daarin een aparte ervaring. Het was daar aan het regenen en iedereen zat samen met mij onder het afdakske, vlak voor mijn installatie. Ik voelde de mensen hun adem in mijn nek; iedereen was aan het roepen en zingen. Dat zijn natuurlijk de mooiste momenten.
Dan is het hier natuurlijk een pak rustiger, hoewel er grote namen op het programma staan.
Ze hebben het dan ook wel ambitieus aangepakt. Het is ergens niet slecht dat het binnen is. Voor hetzelfde geld was het buiten aan het dresjen. Maar goed, ik heb al voor hetere vuren gestaan; moeten spelen in situaties die nog slechter waren. Er waren vanavond vrienden, mijn neefje en nichtje die me nog nooit hadden zien optreden en net beginnen studeren… Het was er eentje om te onthouden.
Heb je zelf muzikale helden?
Ik heb al veel verschillende periodes gehad. Toen ik hiphop luisterde was J. Dilla echt een voorbeeld; in mijn rockperiode waren Nirvana en Ian Curtis (Joy Division, n.v.d.r.) mijn helden, maar ik word evengoed geïnspireerd door Franstalige rap. Die rappers, dat zijn hedendaagse supersterren. Ik probeer niet hetzelfde te doen of me te spiegelen, maar de kracht die zij hebben om voor hun carrières te gaan is inspirerend. We mogen trots zijn op Brusselse artiesten als Hamza, Angèle en Damso die het ook in Frankrijk gemaakt hebben.

© Jente Waerzeggers
Stadsleven
Welke tips zou je geven aan studenten die net in Brussel aankomen?
Dat hangt natuurlijk wat af van hun interesses. Ga naar de lessen, zou ik zeggen. Ik ben zelf nauwelijks naar de lessen geweest, ook niet op de Erasmushogeschool, en dat heeft ervoor gezorgd dat ik weinig vrienden heb gemaakt (lacht). Ik heb ook weinig affiniteit of verbinding gevoeld met de scholen waar ik zat. Wel ben ik altijd veel op café geweest, soms alle dagen van de week. Zo maak je uiteindelijk ook nieuwe vrienden en leer je gewoon interessante mensen kennen.
Welke cafés zou je onze lezers aanraden?
Wij zitten meestal in Nederlandstalige cafés, ik ga daarover niet rond de pot draaien. Wij gaan vaak naar Les Brasseurs, Le Coq of Daringman, maar ook naar minder bekende cafés zoals de Bateau Ivre in Sint-Gillis. Daarnaast ben ik ook kind aan huis in La Parenthèse, om de hoek van de VUB. Dat is bij Marie en Jos, heel familiaal, dus zeker een toffe plek om als VUB-student eens te passeren. Voor de rest: een fiets kopen en beginnen rondfietsen. Het is zo dat je de stad leert kennen. Campus Etterbeek, het centrum, alle wijken errond, zelfs verder richting het Zoniënwoud of richting Jette; alles is interessant.
Wat is jouw favoriete Brusselse wijk? Ergens waar je echt vaak komt, of graag wilt wonen?
Het is bij mij al vaak veranderd, want ik heb al op zoveel verschillende plekken gewoond. De buurt rond Place Liedts is nice om te gaan eten, ze hebben daar veel goede snacks. Als we daar een snack gaan halen, wandelen we door naar het kanaal. Aan het Vergote-bassin staan er bankjes waar je je sandwich kan eten. Met de zon op het kanaal is dat echt top, al zitten er wel heel veel ratten.
Wat wijken betreft, er zijn er te veel hé. Sint-Joost vind ik nice. Sint-Gillis heb ik heel lang tof gevonden toen ik in de Vanderschrickstraat woonde. Je hebt daar bijvoorbeeld het Bethlehemplein en het Square Jacques Franck waar ook een groot voetbalterrein is. Nu woon ik in de buurt van Ter Kamerenbos; ook fantastisch. Elke buurt heeft wel haar charme en biedt iets anders.
Toekomstmuziek
Nu een vraag over de VUB. Je hebt hier twee jaar gestudeerd. Hoe kijk je naar de universiteit?
Ik wilde eigenlijk al vanaf het begin aan de VUB gaan studeren, maar dat is uiteindelijk anders gelopen omdat ik lang dacht dat ik het misschien niet zou aankunnen. Dat is ook een boodschap aan iedereen: iedereen kan het aan, als je de aanloop en kans ervoor hebt gehad, al is het makkelijker vanuit ASO. Maar bon, wat vond ik van die twee jaar aan de VUB? Eerst en vooral wil ik toch zeggen dat ik het overlijden van Caroline Pauwels echt heel triest vind. Ik vind dat ze de VUB naar een hoger niveau heeft getild. De rector is erin geslaagd om de universiteit écht aantrekkelijk te maken.
Het was voor de rest moeilijk om te verbinden met andere studenten. Ik zat eerst in een schakelprogramma en nadien in mijn master was er ook een heel uiteenlopende studentengroep. Ik was dan ook veel bezig met muziek en had niet de kans om me honderd procent voor school te smijten. Maar dan nog, ik zou aan iedereen aanraden om naar de VUB te gaan: heel veel interessante jongeren en diversiteit onder de studenten. Onder de professoren is dat wel anders. Dat is een zwaar werkpunt, dat heb ik ook in mijn opleiding gemerkt.
Er wordt wel eens gezegd dat de journalistieke sector dominant wit, cisgender en mannelijk is.
Je voelt dat ook op de redacties zelf, maar het begint op de scholen. Als we willen dat ons medialandschap diverser wordt, dan begint dat bij die opleidingen – en dus ook bij wie die opleidingen geeft. Daar is werk aan de winkel. Ze zijn zich daar wel bewust van, maar ik mis de urgentie wel.
Gaan we je in de nabije toekomst nog eens terugzien op de VUB, in Pilar bijvoorbeeld, of zijn daar nog geen concrete plannen rond?
Ik hoop dat ik daar nog eens welkom ben (lacht). We hebben met de band een residentie gedaan in Pilar. Ik zou er alleszins graag nog eens spelen. Misschien passeer ik ook nog eens in de bibliotheek als ik aan iets moet schrijven. Ik vind dat een zalige plek en ben daar meer geweest dan in de lokalen. Zelf ben ik ook fan van de architectuur van de VUB. Al dat beton en hoe alles een beetje aan het rotten is: ik vind dat top. Ook de lichtkoepels in de bibliotheek, ik zie dat graag.
We zagen je al eens in de bibliotheek passeren en dan dachten we wel eens: is dat niet Victor De Roo?
‘De verdwaalden artiest’ (lacht). Weet je, ik ging normaal de opleiding aan de hogeschool niet eens afmaken, omdat ik honderd procent voor muziek wilde gaan. Maar dan kwam corona en waren er opeens geen concerten meer. Omdat ik nog student-zelfstandige was, had ik ook niet het statuut om bijstand te vragen. Plots had ik niets, en dat heeft me tot denken aangespoord. Ik heb toen echt tegen mijzelf gezegd: wil ik over tien jaar werk moeten zoeken zonder diploma? Ik weet hoe moeilijk dat is en heb dan mijn studie aan EHB toch afgemaakt. Eerst wilde ik taal- en letterkunde gaan studeren, maar ben dan gevallen op journalistiek. Ik hou van literatuur, schrijf graag en ben graag met mensen bezig. Dat komt daar allemaal in samen et voilà, ik heb mijn ding gevonden. Ik probeer niet te veel aan langetermijnplanning te doen en ga van project naar project. We zullen zien wat de toekomst brengt.
Je bent heel gepassioneerd door muziek, maar je schrijft ook voor De Standaard. Zie je de verhouding als fifty-fifty, of is er toch iets waar je harder naar toe leunt ?
Ze geven me elk een andere soort voldoening. Als je een goed stuk schrijft waarin je een thema behandelt dat niet vaak aangehaald wordt, en je voelt dat heel wat Vlamingen en Nederlandstalige Brusselaars het lezen, krijg je wel het idee dat het iets op gang brengt. Politici en beleidsmakers lezen dat en daar put ik veel energie uit. Ik probeer ook vaak met personen te werken die anders geen stem krijgen in klassieke media, zoals jongeren uit Brussel. Vaak zijn ze eerst terughoudend omdat ze weinig vertrouwen hebben in de media, maar achteraf sturen zij berichtjes dat ze het tof vonden om met mij te babbelen. Daar haal ik veel uit. Op een podium krijg je ook een soort kick, maar dat is een andere vorm van voldoening. Ik hoop dat ik het allebei zal kunnen blijven doen. Fifty-fifty, seventy-thirty, ik weet niet wat het gaat worden. Voor hetzelfde geld stop ik met beide. Wie zal het zeggen.
Je bent nog jong.
We hebben de wereld nog niet ontdekt, ze ligt aan onze voeten. School is lang een blok aan mijn been geweest, het weerhield me ervan vollenbak mijn goesting te doen. Nu kan ik doen wat ik wil. Soms komen er zoveel dingen op je af dat je alles tegelijk wil doen, maar dan verzink je aan die werklast.
Nog een afsluitvraag: wat vond je van de VUB-resto?
Ik weet niet meer exact wat ik daar at, maar ik raad aan niet te zot te doen.
0 Comment