Trigger warning: vermelding van seksueel geweld
Het rommelde bovengronds. Mijn handen waren dagelijks urenlang vastgelijmd aan het scherm van mijn smartphone. Wanneer mijn grip te sterk was, liet de kras rechts onderaan een markering achter op mijn duim. Pop-ups van het nieuws klikte ik systematisch weg. Er bleef daarbij soms een dun rood spoor achter, een attest van mijn egoïsme. De stilte van de onwetendheid schreeuwde in mijn oren.
Tekst: Lupé Van Rijmenant
Beeld: Alina Talipova
In de zoektocht naar escapisme leek een kelder een veilig toevluchtsoord. Feesten zijn uitingen van de meest primitieve, rudimentaire ranzigheid van de tweeëntwintigjarige mens. Wolken sigarettenrook slagen erin alles enigszins te verbloemen, maar het zuipen, vreten, uitwisselen en uitscheiden van lichaamssappen gebeurt nergens zo schaamteloos als op een samenkomst die door de betalende bezoekers het label ‘feest’ verkrijgt. De verbinding met de buitenwereld zoek en op zoek naar een verbinding met onszelf. Onze magen grommen door een onstilbare honger naar connectie.
Met onze beschimmelde witte dansschoenen trappelen we ongeduldig in een modder-biermengsel en proberen we tevergeefs niet te verdrinken in onze eigen gulzigheid naar meer. De eerste danspassen schoorvoetend gezet en niet veel later rollen de eerste halve waarheden vlotjes over de tong van mijn gezelschap. Een artificiële glimlach speelt op mijn lippen terwijl mijn ogen onder strikte bescherming van mijn zonnebrilglazen wegdraaien. Ik begrijp er geen woord van.
In het flou licht van flitsende lasers doen honderden handen openlijk wat ze doorgaans enkel achter gesloten deuren durven.
In het flou licht van flitsende lasers doen honderden handen openlijk wat ze doorgaans enkel achter gesloten deuren durven. Rechts verdwijnt een brutale hand onder de minirok van een onwillige vrouw, links verkoopt een gulzige pol een kostbare gram snuifbaar geluk aan een verzadigde en verloren feestganger. Ik observeer het argeloze gedrag van de omstanders met gretige en hongerige ogen, maar grijp nauwelijks in. Wanneer een onbekende man mijn heupen naar zich trekt, blijf ik vastgelijmd staan. Zijn nagels klauwen zich in het streepje zichtbare huid. Mijn plastic schoenzolen weten zich los te wrikken en dragen me in een waas naar de toiletten. Terwijl ik met een knalrood hoofd boven de bril hang, betreur ik mijn kledingkeuze. Het bloesje dat ik draag belandt de volgende ochtend in de vuilbak. Ik loste de schuldvraag verkeerd op.
De woelige dansvloer hult zich in een stilzwijgend pact dat het op avonden als deze ieder voor zich is. Voor een nacht is er even geen oordeel over het ongebreidelde egoïsme of de overmoedigheid die beiden de deuren van hun schuilplaatsen achter zich hebben dichtgetrokken. Middenin de menigte is er geen plaats voor schaamte. We krammen elk uur dichter tegen elkaar, blijven snakken naar meer.
Wanneer de zon opkomt en de galmende golven wegebben, trekken de zwervende handen zich weer terug in eigen zakken.
Wanneer de zon opkomt en de galmende golven wegebben, trekken de zwervende handen zich weer terug in eigen zakken. Onder invloed van het licht maken lippen zich weer los van elkaar, spreken ze onhoudbare beloftes uit. Eenmaal terug bovengronds kleuren ze ongenadig blauw van de koude die de plotse ochtend met zich meebrengt.
Geheimen en gebarsten gsm’s zijn in tientallen kwijtgedanst en het feest houdt hen genadeloos in haar grip. De verloren waardigheden worden voor de deuren van oorden van verderf vakkundig bedekt door tweedehandsjassen en gestolen truien. Alarmen worden massaal uitgeschakeld terwijl de verdwenen verwachtingen opnieuw hun opwachting maken. De nieuwe dag is onontkoombaar voor iedereen. Ik ben alleen en kijk uit op de dokken. Mijn nachtelijke gezelschap is in het prille zonlicht nergens meer te bekennen. Telefoon-notificaties lopen weer binnen. Er druppelt bloed. Het rommelt nog steeds bovengronds.
0 Comment