Zucht. Alweer een witte Vlaamse politicus die Brussel met een wereldvreemde en xenofobe blik becommentarieert. In ander nieuws, water is nat. Conner Rousseau, partijvoorzitter van Vooruit, kon het deze week niet laten om Sint-Jans-Molenbeek, en zijn inwoners te bashen. Als een soort van besmet aanhangsel van het land kijken verschillende Vlaamse partijen naar onze hoofdstad en zien ze niet wat ze willen zien.
Tekst: Sam Nassiri
Beeld: Marit Galle
Voor transparantie, dit is de volledig quote:
«Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België. Maar de meeste van die mensen zijn hier geboren. Het belangrijkste is dat ze onze taal spreken en werken. In Brussel staan er door het lerarentekort mensen voor de klas die in het Arabisch lesgeven, omdat ze geen Frans spreken. Onaanvaardbaar. Maar wat doet de Vlaamse regering? De prijs van de taalcursussen verhogen om de wachtlijsten in te korten.»
Dat is, vlakaf, gewoon niet waar. Ik vraag me af of Rousseau echt zo denkt of dat hij weet dat dat niet waar is maar het toch zegt. Ik vraag me oprecht af waarom. Misschien zegt hij dat omdat het juist klinkt, want Brussel is Brussel – een deels gecreëerd, deels ingebeeld, probleemkind. Of hij zegt dat omdat er velen zijn die willen dat zoiets waar is. “Maakt niet uit. Het hád waar kunnen zijn”, zei Filip Dewinter ooit. Wel, dat dus.
Waarom toch die minachting voor Brussel? Het is dat hij er vaak is voor zijn werk, maar het lijkt me sterk dat Rousseau anders vaak in Brussel zou zitten, laat staan Molenbeek. Politici die hun buikgevoel laten spreken in plaats van met kennis van zaken besturen is niet een klein beetje frustrerend om te zien.
Nee, Rousseau weet beter, maar wil kiezers van Vlaams Belang afsnoepen. En dat op de meest doorzichtige, luie, saaie en waarschijnlijk onsuccesvolle manier die je kan bedenken. Maar toch vooral saai. Brussel heeft inderdaad veel Belgen – Belgen, ik herhaal het nog eens – met een vreemde origine. Nee, Molenbeek ziet er niet uit als het witte paradijs dat Vlaams Belang er ooit hoopt van te maken. Is dat echt alles wat je hebt? Kan je niets beters verzinnen dan dat? Als je dan toch de xenofobe onderbuik van Vlaanderen het hof wil maken om niet onder die beschamende kiesdrempel te moeten duiken, had ik toch iets meer creativiteit verwacht. Op z’n minst iets vernieuwends. ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België’ is zo nineties-Zwarte Zondag.
De socialistische partij die Vooruit nu pretendeert te zijn werd destijds opgericht uit solidariteit en klassenbewustzijn voor de arbeiders van dit land. Daar nu huidskleur of origine als voorwaarde aan toevoegen, dat is pas zelfverloochening. Je zou bijna vergeten dat de socialistische partij alle arbeiders politiek dient te vertegenwoordigen, of dat doet Conner Rousseau mij toch alleszins vergeten. Complimenten van onder andere Tom Van Grieken, Filip Dewinter en zelfs onze bovenbuur Geert Wilders werden al warm en hartelijk overgebracht aan Rousseau. Moest het nog niet duidelijk genoeg zijn wie zich gevalideerd voelt door zulke uitspraken.
Het zijn de Brusselse politici van de Vlaamse partijen die Rousseau nog het meest van repliek dienen en ook zijn Brusselse partijgenoten. Brussels minister Benjamin Dalle (CD&V) noemde Rousseau’s uitspraken ‘beneden alle peil, en ook pertinent onjuist’. Collega-minister Sven Gatz van Open VLD zei in andere woorden net hetzelfde. Het is alsof effectief besturen in Brussel, weten wat daar aan de gang is, en niet gewoon zeggen wat je kiezers ver weg denken dat waar is, je een ander perspectief en begrip geeft. Vreemd. Het zal iets in het kraantjeswater zijn, misschien.
Stop toch gewoon met Brussel te gebruiken als wapen in je electorale retoriek. Brussel is een stad, onze hoofdstad, niet jouw boksbal waarop je kan projecteren wat je denkt dat waar is. Ook Molenbeek is België, Rousseau, of je dat nu wilt of niet. Of je jezelf nu weerspiegeld ziet in deze stad of niet.
0 Comment