PILAR ontwaakt, en dat betekent (voorlopig) weer concerten op het programma. Daan Leblanc mocht het startschot geven van die Pilar-wedergeboorte, en nam daarmee wat mede jonge artiesten op sleeptouw. Lena, Rob, Anton en Miel, die door het muzikaal leven gaan als de Brusselse funk-jazz-noemhetwatjewilt band Lupa Gang Gang Quartet, zijn alle vier nog geen 20 jaar, en hebben toch al wat muzikale ervaring achter de kiezen. Van grote zalen als AB en Flagey tot de kleinere cafés van ons land, het kwartet heeft overal zoal wat gestaan, ook tijdens corona. PILAR is de nieuwste pitstop op weg naar groter en beter. De Moeial kon tijdens die pitstop even praten met het olijke viertal.
Tekst en beeld: Sam Nassiri
Ik wou eigenlijk gewoon met iets simpel beginnen. De naam van de band, van waar komt die?
Anton: “Lupa is een soort van verbastering van Lena, haar voornaam, dat is al een lang verhaal op zich. En dan de “gang gang”, dat zijn wij… Wij drie jongens, en samen zijn wij een quartet. Dus als je dat allemaal bij elkaar puzzelt, vormt dat ‘Lupa Gang Gang Quartet’, een heel lange naam.”
Echt een mondvol hé!
Anton: “…Die toch wel in de smaak valt, heb ik gehoord.“
Rob: “We hebben één keer gehad dat er een band speelde met ons met een langere naam, dat was dan wel triest…”
Lena: (lacht)
Jullie zijn eigenlijk op redelijke korte tijd van kleine caféconcertjes, naar toch wel wat grotere namen gepromoveerd; Gent Jazz 1.5, Brussel Brost vorige week nog, hoe zit dat met de plankenkoorts eigenlijk?
Miel: “(lacht) Dat valt wel mee, eigenlijk. … Ik heb dat nooit echt gehad toen we in de cafés speelden, maar zelfs nu nu we in grotere zalen spelen is dat ook nooit echt hard aanwezig geweest bij mij.”
Lena: “Ik had voor het opgaan wel een klein beetje schrik. Maar dat is wel vaker bij zo van die grote evenementen. Maar eens dat je bezig bent, slaat dat helemaal om. En dan gaat dat. Wat ook veel helpt is dat je het publiek ziet genieten zijn, en dat ze het oprecht goed vinden…”
De feedback dus?
Lena: “Ja! Als het goede feedback is, dan moet je alleen aan de danspasjes denken…”
Nu we het er toch over hebben, Anton, je bent nogal actief op het podium heb ik gemerkt… Zit daar wat choreografie achter, of is dat gewoon in the moment dat je dat doet?
Anton: “(lacht) Ja, dat kan goed zijn. Dat is gewoon puur mijn enthousiasme, denk ik. Zeker als we zo’n podium hebben met wat meer plaats, dan leef ik mij wel graag uit. Als we weer op een kleiner podium spelen, heb ik minder ruimte.”
“Ik denk dat improvisatie het vooral interessanter houdt voor onszelf.”
Rob
Zo dat online concerten spelen, was dat iets waar jullie echt een hekel aan hadden?
Lena: “Niet per se, want daar zaten leuke ervaringen tussen. We mochten in de C-mine in Genk opnemen, en we hebben ook een concert mogen opnemen in de AB (Ancienne Belgique), dus met die livestreams hebben we wel wat volk kunnen aantrekken.”
Miel: “Dat was wel graaf.”
Anton: “Wel veel toffer met publiek.”
Lena: “Dat wel natuurlijk, maar er waren ook wel goede kansen online… Dus het is niet dat we daar een afkeer voor hebben.”
Jullie proberen het beste te maken van een slechte situatie dus?
Groep: “Ja, inderdaad.”
Ik had ergens gelezen, en verbeter mij als ik fout ben, maar dat jullie inspiratie halen zowel uit artiesten als Chet Baker en Herbie Hancock, maar toch wel de andere kant van het spectrum, bij artiesten als Joey Bada$$ en Anderson. Hoe brengen jullie die werelden dan eigenlijk samen?
Anton: “Das echt nog van onze begindagen, maar dat is sowieso nu nog wel het geval. Dat is gewoon enorm vanzelfsprekend voor ons omdat we echt zijn begonnen met covers te spelen van die artiesten. Ik denk aan Vulfpeck, en dat mixen met jazz, dat we deden zo in het begin. En dat is zo vanzelfsprekend geworden voor ons, om die werelden te mixen, en nu zijn we hier… (lacht)”
Miel: “We luisteren allemaal wel verschillende soorten muziek. Ik luister waarschijnlijk meer jazz dan de anderen, en als we dan samen spelen, dan brengen we ook wat we luisteren…”
Anton: “Als je naar verschillende muziekstijlen luistert en je dan kom je samenkomt in een band, dan sluipt dat er wel ooit eens in…”
Rob: “Een nummer begint meestal ook wel zonder dat we namen noemen. We beginnen meestal gewoon uit gevoel, en als we dan willen uitleggen van waar dat gevoel komt, dan is het makkelijker om een naam te kunnen noemen die een bepaald element bijbrengt.”
Hoe zijn jullie dan gekomen tot de muziek die jullie nu spelen?
Anton: “We zijn echt wel begonnen als een Vulfpeck-coverband, en dat beginnen mengen met wat meer funk, en altijd beetje breder gegaan.”
Funk en jazz, dat staat en valt ook wel vaak bij kunnen samenspelen en mekaar kunnen aanvoelen, maar is zoiets organisch of is dat iets waar je echt bewust aan moet werken?
Lena: “Beetje beide, denk ik… Zeker als je vaak met mekaar speelt, dan begin je mekaar aan te voelen. Dat is het belangrijkste. Maar dat je daar aan blijft werken, is ook belangrijk. Als we een album opnemen, zoals binnenkort, dan hoor je ook snel als er iets niet goed zit. Dan voel je dat er een hele lijst ontstaat met dingen waaraan je moet werken als band. Er kan altijd wel iets beter.”
Dus het is gewoon ‘oefenen, oefenen, oefenen’, eigenlijk?
Miel: “Ja, maar dat gaat wel vanzelf.”
Maar, dus… Nieuw album binnenkort, als ik het goed hoor… Heeft de Moeial hier een scoop, dan?
Groep: (lacht)
Anton: “We gaan binnenkort de studio in, dat mag je zeker schrijven. Het album zal voor 2022 zijn.”
Jullie zijn heel jong uiteindelijk, en de band is nog jonger, maar hoe zien jullie de band nog evolueren?
Rob: “Wel ja, er komt dus een album. Dan gaan we heel veel proberen te spelen. Daarna zullen er waarschijnlijk nog wel wat dingen veranderen. Maar dat weten we nog niet voorlopig. Ik denk niet verder dan het album.” (lacht)
“Als je vaak met samen speelt, dan begin je mekaar aan te voelen. Dat is het belangrijkste. Maar het is minstens even belangrijk om hieraan te blijven werken.”
Lena
Zijn er nog plekken waar jullie zouden willen spelen?
Miel: “In het buitenland! We hebben al een keer in Nederland gespeeld, in Tilburg. Maar zo eens echt in het buitenland zou leuk zijn. Of ooit een keer op Pukkelpop, ofzo.”
Lena: “Alle festivals eigenlijk.”
Anton: “Couleur Café zou ook wel heel tof zijn, denk ik…”
Lena: “Of op Dour!”
Miel: “Worstenfeesten…”
Groep: (lacht)
Voelen jullie eigenlijk dat er een soort van heropleving is op vlak van jazz bij jongeren, of doen jullie nu gewoon echt jullie ding, of het nu trendy is of niet?
Anton: “Wel, ik denk dat het er begint door te sluipen. Maar, dan zo eerder geniepig, door hiphop-samples of zo… Je kan het wel een beetje zien, niet bij iedereen natuurlijk, dat jongeren beginnen aan die zoektocht. Ik weet niet hoe ver dat gaat, maar ik hoop dat er wel een klein beetje een heropleving is, ja.”
Improvisatie is een groot deel van jullie muziek, maar waarom is dat dan zo belangrijk? Wat haal je uit die improvisatie, dat je bijvoorbeeld niet uit structuur haalt?
Lena: “De jazz.”
Rob: “Ik denk dat improvisatie het vooral interessanter houdt voor onszelf. We spelen nu ook al lange tijd dezelfde set, maar ik heb nooit echt het gevoel dat ik de set beu gehoord ben.”
Miel: “We proberen elke keer wel andere versies te maken.”
Nu dus ook?
Anton: “Ja, bijvoorbeeld van het nummer als ‘Swamp Girl‘ hebben we heel impulsief nog laat een nieuwe versie van gemaakt, zo improvisatorisch. Dus we hebben dat vanavond ook gedaan. Dat klinkt heel anders dan op plaat. We hebben er een heel toffe versie van gemaakt vandaag.”
Jullie hebben voorbije week nog gespeeld op Brussel Brost, de Kick-Off voor de Brusselse studenten, maar wat zijn als ervaringsdeskundigen nu eigenlijk jullie tips voor studenten die net zoals jullie een band willen oprichten of muziek willen maken?
Anton: “Het gewoon doen. Echt totaal niet twijfelen. Als je naar ons kijkt, we zijn zo jong begonnen. We hadden wel de tools om dingen te kunnen opnemen. Het is echt niet zo moeilijk om een demootje te maken. Dus, als je iets wil, doe het dan zoveel mogelijk. Probeer met zoveel mogelijk mensen in contact te komen die iets met muziek te maken hebben.”
0 Comment