Elke maand gaat de Moeial in gesprek met een (groep) geëngageerde student(en) aan onze universiteit. Deze keer maak je kennis met Tom Flachet, werkstudent Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie en medeoprichter van de Brussels Boxing Academy (BBA).
Tom Flachet is medeoprichter en adjunct-coördinator bij de Brussels Boxing Academy (BBA), een jongerenwerking gelegen op verschillende locaties doorheen de hoofdstad. Tom werkt al bijna twintig jaar in Brussel als jeugdwerker, waarvan vijftien jaar in de BBA zelf. Daarnaast is hij werkstudent Revalidatiewetenschappen & Kinesitherapie aan de VUB.
Het team achter de Brussels Boxing Academy telt zowel werknemers als vrijwilligers, vertelt Tom. De club slaagt erin jaarlijks vijfhonderd à zeshonderd mensen te bereiken.
Hoe ontstond de BBA?
“We zijn ontstaan vanuit de jeugdwerking Chicago in het centrum van Brussel. In dat jeugdhuis hadden we toen een klein fitnesszaaltje en een zaaltje om vechtsporten te doen. Ik ben later, samen met mijn collega Mohammed, op zoek gegaan naar een nieuwe zaal. Van daaruit zijn verdere contacten gekomen en zijn we dit samen opgestart. Eerst was er nog het idee om kickboks, thaiboks en andere ringsporten aan te bieden. Maar uiteindelijk besloten we om ons te specialiseren in Engels boksen.”
“In 2003 is de club officieel begonnen. In 2007 zijn we erkend als sportwerking door de KBBB (Koninklijke Belgische Boksbond, nu de Vlaamse Boks Liga, nvdr.). Vanaf dan zijn we begonnen aan competitie boksen met enkele jongeren. In 2012-2013 is de BBA een zelfstandige jeugdwerking geworden, en zijn we ook officieel erkend als WMKJ (Werking Maatschappelijk Kwetsbare Jongeren, nvdr.).”

“De Brussels Boxing Academy wordt een houvast voor jongeren.” © Hermelien Goyvaerts
Hoe zou u de Brussels Boxing Academy omschrijven?
“We zijn een sportwerking en dat sportieve brengt de jongeren samen. Als jeugdwerkers kijken we op de eerste plaats naar de jongeren die zelf vragende partij zijn om bepaalde projecten te ontwikkelen. Dit kunnen allerlei dingen zijn: tips geven over hun voeding of hen helpen met school. Ook op vlak van familiale problemen proberen we samen een oplossing te vinden.”
“Het is heel belangrijk dat we ons actief tegen uitsluiting en racisme uitspreken, zodat de jongeren hier niet opnieuw met een negatieve ervaring geconfronteerd worden.”
“De club wordt zo een houvast voor jongeren. We proberen niet alleen op sportief vlak, maar ook op sociaal vlak een antwoord te bieden. De persoonlijke ontwikkeling van de jongere staat centraal in onze werking – we leggen samen met hen een traject af. Voor sommige jongeren is dat sportieve element echt een belangrijk deel van hun leven. Tegelijk wordt de BBA een traject waarin ze zich engageren. Er zijn ook jongeren die een ander levensproject zoeken en op die manier verbonden zijn aan de academy.”
“Vaak is er dus ook de discussie: ‘Zijn wij een sportclub? Zijn wij een sociale werking? Zijn wij een jeugdwerking?’. Voor mij maakt dat niet veel uit. Het belangrijkste is dat we er zijn voor de Brusselse jongeren, dat we hen een plek kunnen geven en dat zij hier hun weg vinden. Dat is de essentie van ons werk.”
Op jullie website worden jullie verschillende missies en visies omschreven. Welke vind jij het belangrijkst?
“Op sportief vlak zijn we allemaal heel ambitieus, dus dat is zeker belangrijk.
Het idee van ‘sport voor allen’ is een belangrijk onderdeel van onze visie – iedereen vindt een plek in onze sportclub. Het is nog nooit voorgevallen dat we een jongere hebben moeten wegsturen. Het is ook heel belangrijk dat we ons actief tegen uitsluiting en racisme uitspreken, zodat de jongeren niet opnieuw met een negatieve ervaring geconfronteerd worden.”
“Sommige situaties die zich thuis voordoen en veel meer aandacht vragen, kan je niet zomaar in de kleedkamer oplossen.”
“We proberen ook van de grote bokslanden en -werkingen te leren en doen telkens ons uiterste best om een oplossing te vinden voor nieuwe problemen die zich voordoen. Op dat vlak zijn wij wel inventief. Verder passen we bestaande methodieken aan aan onze realiteit aan om er het maximum uit te halen. Ook onderhouden we banden met de universiteiten en nemen deel aan onderzoek. We proberen elementen samen te leggen door de jongeren niet alleen als atleten te bekijken, maar ook als jongeren in de stad en jongeren op school.”
“Ten slotte is onze visie over het werken met kinderen is ook heel belangrijk. Kinderen vanaf zes jaar kunnen hier komen boksen. Door onze academische structuur (de leden worden in groepen ingedeeld op basis van leeftijd en ervaring, nvdr.) kunnen ze doorgroeien in de werking.”
Wat biedt de BBA nog aan jongeren behalve de bokstrainingen?
“De club biedt doordeweekse trainingen aan. Wanneer er competities zijn, bieden we ook trainingen in het weekend. Het werk dat we met jongeren doen op individueel vlak, is veel spontaner. Dat gebeurt vooral na de uren, als we ons aan het omkleden zijn of als we ergens naartoe rijden. Dat zijn ook echt momenten waarop er heel veel gereflecteerd wordt over wat er in Brussel gebeurt. Het werkt niet op de manier van ‘oké jij hebt een probleem, we gaan dat nu oplossen van a tot z’. Het is een heel spontaan en informeel proces. De sport laat ons toe om een vertrouwensrelatie op te bouwen.”
“Recent heeft een collega die die gespecialiseerd is in welzijn ons team vervoegd. Omdat we de laatste maanden niet echt hebben kunnen werken (omwille van de coronamaatregelen, n.v.d.r), is hij nog niet actief aan de slag kunnen gaan. De bedoeling is dat onze welzijnsmedewerker de jongeren zal helpen en hen zal kunnen begeleiden naar bijvoorbeeld werk. Als het nodig is, zou hij ook kunnen doorverwijzen naar psychosociale begeleiding. Sommige situaties die zich thuis voordoen en veel meer aandacht vragen, kan je niet zomaar in de kleedkamer oplossen.”
“Er zijn onzichtbare muren die mensen van elkaar scheiden. Dit heb je in de academy veel minder doordat je een natuurlijke ontmoeting hebt door de sport.”
“Daarnaast hebben we nog een aantal activiteiten waarbij we jongeren bewust uitnodigen om mee op trektocht te gaan in de bergen, of hen aanmoedigen om deel te nemen aan kampen of stages. Die activiteiten hebben natuurlijk een sportieve kant, maar hebben ook het doel de jongeren gewoon te laten praten en dieper in te gaan op de dingen waar ze mee bezig zijn. De jongeren die meegaan zijn vaak degenen die op zoek zijn naar werk of niet naar school gaan. Het enige wat ze nog hebben is boksen. Als je tien dagen op trektocht gaat in de bergen krijg je een specifieke soort contact met hen, van daaruit ontstaat de band die nodig is om verdere stappen te kunnen ondernemen. Daar hoor je dingen die je in de gewone Brusselse situatie niet zou horen.”
Wat betekent de sport en de BBA voor jongeren, denkt u?
“Boksen is tegenwoordig heel populair bij het publiek. Je ziet het verschijnen in de media, in reclame, en zo wordt het ook tot bij de jongeren en de mensen thuis gebracht. Er zijn heel veel mensen die willen boksen en hierdoor allemaal samenkomen op dezelfde plek. Dat zijn mensen die elkaar normaal niet zouden ontmoeten.Vaak blijven mensen een beetje hangen in hun eigen gemeenschap en cultuur. Er zijn onzichtbare muren die mensen van elkaar scheiden. Die scheiding die je hebt in het dagelijkse bestaan in Brussel, heb je in de academy veel minder doordat je een natuurlijke ontmoeting hebt door sport. Het is sowieso een verrijking, voor elke groep die hier komt.”
“Maar het gaat ook over kleine dingen. Zo was er eens een meisje dat gewicht wilde verliezen. Toen ik vroeg of ze kon fietsen, zei ze me dat ze dit niet kon. Ik stelde voor dat ze het zou leren en op die manier naar de zaal kon komen en aan sport doen.
Enkele maanden later kwam ze naar mij toe en zei ze enthousiast dat ze een fiets had gekocht en ondertussen ook kon fietsen. Ze was toen echt superblij.Vaak is het ook maar een woord, een sleutel, een idee dat je hen moet geven om hen op weg te helpen. Het zijn de kleine alledaagse dingen waardoor je ze ziet evolueren, het moet niet altijd dramatisch zijn.”

“Binnen de club is er veel respect voor elkaar en zijn er weinig spanningen onder de jongeren.” © Hermelien Goyvaerts
Welke moeilijkheden komen er soms bij kijken als trainer?
“De jongeren die zich in competitiewedstrijden organiseren, hebben het vaak moeilijk met hun engagement. Ze onderschatten de inzet die zo’n wedstrijden vragen. Daarom is de sociale ondersteuning cruciaal – je kan de twee niet van elkaar scheiden. We reiken ze op sportief vlak ook goede tips aan zodat ze zich niet kapot trainen. Door het sportieve kunnen we jongeren laten zijn wie ze zijn. Dat is enorm leuk om te zien en dat is waarom ik deze job doe.”
“Binnen de club is er veel respect voor elkaar en zijn er weinig spanningen onder de jongeren. Als deze zich toch voordoen, moet je dat zo snel mogelijk proberen uitpraten en ervoor zorgen dat het niet escaleert. Het feit dat we nu niet maatschappelijk kunnen werken door het coronavirus is soms wel moeilijk.”
Wat betekent het voor u om jongeren te ondersteunen?
“Dat is de essentie van mijn werk. Wij hebben een dubbele rol. Een rol als individuele begeleider en een vertegenwoordigende rol als club. Er komen hier heel veel jongeren bij ons, zo hebben we ook veel informatie uit verschillende wijken. Op die manier kunnen we ook een soort van maatschappelijke boodschap doorgeven.”
“Als jeugdwerkers willen we jongeren helpen voor wie het moeilijk is om hun plaats in de samenleving, of in Brussel, te vinden. Dat is een deel van mijzelf, van mijn engagement en ook van mijn drijfveer. Dit werk doe je om ergens iets te veranderen in de maatschappij.
Tot slot: wie is allemaal welkom in de BBA?
“Iedereen!”
0 Comment