Ik dwaal graag wat rond, zo ook op de zonnige ochtend van 17 april. Ik wandelde naar het Sint-Katelijneplein gezien ik daar de gehaaste metro kan voelen die onder mij voorbijraast, big-city-vibes, jeweetwel. Na een rondje om de kerk heen kwam ik erachter dat daar de CENTRALE for temporary art zit. Toevallig, ik was wel weer toe aan wat kunst, aan het zien wat andere mensen met hun creativiteit creëren. En ik had geluk, er was nog een plaatsje vrij.
Door Ima Algra
Hiep hiep hoera, de CENTRALE is vijftien jaar. Om dit te vieren, eert de CENTRALE de stad waar zij zich in bevindt, de kunstenaars die in diezelfde stad rondlopen en de mensen die het thuis noemen. Dit alles met het project BXL UNIVERSEL II: multipli.city. Dit project focust zich op internationale kunstenaars die ervoor gekozen hebben om in Brussel te leven en te werken. Wat eruit voortvloeit is een beeldend parcours dat bestaat uit een verzameling van allerlei eigenzinnige en persoonlijke projecten.
De participerende kunstenaars hebben Brussel en het samenzijn als uitgangspunt gekozen, gekenmerkt door de pandemie en de grote impact daarvan op het (culturele) leven. Kunst en cultuur staan centraal, zij werken als lijm, als de bindende factor tussen de kunstenaars, de bevolking en het publiek.
Na mijn ietwat chaotische binnenkomst sla ik linksaf naar de expo-ruimte. Het eerste wat me opvalt is de enorme, gekleurde boom die in het midden van de ruimte staat. Als een paradijsvogel trekt het de aandacht. Ik heb de neiging er meteen op af te stappen, maar de pijlen die ik moet volgen weerhouden mij daarvan.

Làzara Rosell Albears werk ‘Yoko Osha III or The first day is the day of the river’. © Ima Algra
Het eerste werk dat ik bewonder en waar ik een tijdje bij stil zit, is van Làzara Rosell Albear. In haar werk Yoko Osha III or The first day is the day of the river geeft zij op audiovisuele wijze rituelen en performances van de Afro-Cubaanse santeria weer en de mentale staat die zij veroorzaken. Ik begrijp het geloof ik wel; en raak zelf ook een beetje in trance.
Ik loop door naar de paradijsvogel, een werk van Stephan Goldrajch. De boom die als eerste mijn aandacht trok is volledig gehuld in gehaakte lappen. De individuele lappen zijn gerealiseerd door Brusselse verenigingen en instellingen met vrijwilligers. De gehaakte lappen smeden banden, vormen conversaties, staan voor ontmoetingen. Normaal gesproken hebben bomen jaarringen, en ik vraag me af of deze dat ook heeft. Het is me in ieder geval wel duidelijk dat hier daverend veel tijd in heeft gezeten.
Ik loop een rode kamer binnen, er speelt muziek af en er hangt een discobal aan het plafond – sfeer. Vincen Beeckman is twee Brusselse nachtcafés gaan verkennen, de Cobra Jaune en de Africa Moto. Beiden staan ze bekend als excentrieke ontmoetingsplaatsen waar verschillende mensen bij elkaar komen. Op visuele, tekstuele en muzikale wijze heeft hij deze ontmoetingsplaatsen ontleed. Zoals ik zei: sfeer, het laat me maar weer zien wat ik allemaal mis.

De paradijsvogel, een werk van Stephan Goldrajch. © Ima Algra
Met een expositie die gaat over de interactie tussen de mensen in dezelfde stad, kan het bijna niet anders dan dat er een onderdeel is waarbij je zelf de interactie op kan zoeken. Hier kan je zelf een dialoog aangaan. Het betreft een muur die geel geverfd is waar mensen met dikke, zwarte stiften hun sporen achter mogen laten. Je ziet de oude lagen er nog doorheen. De woorden van de mensen die mij voorgingen zijn overgeverfd en ze maken plaats voor nieuwe. Naast de gebruikelijke grappenmakers die “All of you bitches have a fat ass” besluiten op te schrijven, lees ik ook leuzen als “Brussel doet dromen” en “Ik mis jullie <3”. Ik lees woorden die gehoord moeten worden – “Black lives matter” en “Trans is beautiful”. Zelf zal ik ook iets achterlaten.
Wat volgt is een wirwar aan toestanden, voorwerpen die tot dusver geen samenhangend iets vormen. Na het lezen van het kaartje waarop wordt uitgelegd wat deze installatie is, geloof ik dat dat precies de bedoeling is van de multidisciplinaire kunstenares, Sabrina Montiel-Soto. De voorwerpen vormen een verzameling aan subjectieve associaties met die voorwerpen. Ze hoopt dat mensen nieuwe associaties creëren met de objecten, en ze zo een nieuwe invulling geven. Ik geloof dat dat sowieso het geval is met kunst; het is voor iedereen anders. Het mooie is net de mogelijkheid om er je eigen invulling aan te kunnen en mogen geven.
Het laatste wat ik bekijk is een installatieproject gemaakt door Anna Raimondo, genaamd Q(ee)R Codes en is geloof ik mijn favoriet. Het bestaat uit witte gipsen handen die aan de muur zijn bevestigd, hieruit klinken stemmen van vrouwen van verschillende leeftijden, seksuele geaardheid en afkomst. Bij ieder paar handen een nieuw verhaal. Raimondo is in gesprek gegaan met deze vrouwen en heeft hen gevraagd de ruimtes te beschrijven waar zij wonen, samen met al de gevoelens, herinneringen, tintelingen en geschiedenis die deze plek bij hen oproept. Maar deze installatie limiteert zich niet tot de vier wanden van de expo-ruimte, Raimondo creëerde van deze verhalen een klankwandeling door de stad. Daarbij kun je op de plaatsen die beschreven worden een QR-code scannen om het verhaal te beluisteren toebehorend aan die plek. Dit alles met als doel de plaats van de vrouw in de openbare ruimte te herdefiniëren. Ik weet wat mij te doen staat wanneer ik de CENTRALE verlaat.

Q(ee)R Codes, een installatieproject van Anna Raimondo. © Ima Algra

Q(ee)R Codes, een installatieproject van Anna Raimondo. © Ima Algra
Heb ik je enthousiast gemaakt en mocht je deze expositie nu ook willen zien, dan kan dat gewoon want je kan haar nog bekijken tot 12-09-2021, tijd zat dus. Wel even online reserveren, via: https://centrale.brussels/nl/expos/tentoonstelling-bxl-universel-ii-multipli-city/!
0 Comment