Moeialbum in de kijker (4) – Metallica’s Master of Puppets (★★★★★): Meesterlijk en machtig

Twee zaken vieren rond deze tijd hun verjaardag. De lockdown wordt 1, en de metal-klassieker “Master of Puppets werd begin deze maand 35. Veel hebben die twee verder niet gemeen, maar omdat het voor de meesten onder ons nog even wachten is op een vaccinatie, dachten we eraan om iedereen ander soort shot met de nodige energie te geven: een muzikale oppepper van Metallica, recht uit de jaren tachtig.

Metal had zich in die periode al stevig gevestigd in de underground. Hoewel voorlopers Black Sabbath, Deep Purple en Led Zeppelin zeker niet onpopulair waren, integendeel, was het grover geschut nog net niet voor het groter publiek geschikt. Metallica zelf kwam op in San Francisco, waar ze met een succesvolle DIY-mixtape relatieve populariteit wisten te vergaren in de alternatieve scène. Debuutplaten Kill ‘Em All en Ride the Lightning gaven een nog steeds jonge band het vertrouwen hoge toppen te kunnen scheren. 

Als je ‘metal’ hoort, denk je waarschijnlijk aan broekskettingen, lange manen en zwarte uitrustingen; maar Metallica wist meer dan elke andere band hoe het genre van hun bandnaam mainstream te maken zonder een greintje van bulldozende capaciteit in te leveren. Alleszins niet in de jaren tachtig. Bewijs: Master of Puppets.

Opener Battery slaat, net zoals het crimineel vergrijp van de titel, je meteen om de oren. De aangename akoestische intro valt te vergelijken met dat lange stuk waar je omhoog gaat op de rollercoaster voor je helemaal de afgrond induikt. Daarna komen we de onvermijdelijk titeltrack Master of Puppets tegen: een acht minuten durende benchmark voor wat trashmetal kon en zou zijn voor decennia die volgde. Welcome Home (Sanitarium) is een wat meer sluipend nummer, met een outro om kippenvel van te krijgen. Dit dankzij de manier waarop zanger James Hetfield’s stem afkaatst op de riff, gitarist Kirk Hammett’s solo en drummer Lars Ulrich die met handen van een hersenchirurg een rotsvast tempo weet te behouden dat bijna onnavolgbaar is. 

Disposable Heroes is vooral een lyrisch hoogtepunt, een voorbeeld van when an immovable object meets an unstoppable force. Voor de grimmige reputatie die metal opgebouwd heeft, is de kritiek op oorlog en ander nutteloos geweld eerder vlijmscherp. Bij de titel hoeft men alleszins geen tekening te maken. Voor degenen die toch vragen hebben, heeft het refrein het volgende te zeggen: ‘Soldier boy, made of clay, now an empty shell / Twenty-one, only son, but he served us well / Bred to kill, not to care, do just as we say’. Het is ook niet voor niets dat Disposable Heroes op instrumenteel vlak klinkt als een machinegeweer dat non-stop afgevuurd wordt.

Als volledig instrumentaal nummer is Orion een beetje een buitenbeentje, maar niettemin ook een hoogtepunt. Ronkende orgels die onder begeleiding van een relatief ingetogen riff de entrée van Burton’s autoritair baswerk aankondigen, maken van het nummer een fan favourite. En het is niet nodig om veel woorden vuil te maken aan een ‘waarom’. Even elegant in zijn compositie als apocalyptisch in zijn sound, is het een van die nummers die op repeat kan blijven staan. 

Waarom Master of Puppets het label van ‘klassieker’ verdient, is uiteindelijk redelijk simpel. Metallica was in 1986 een band die, door al een paar jaar in de spotlight te staan, hun rauw talent wisten te verfijnen. En hoewel de echte grote hits pas later zouden komen op het Black Album, maakt Metallica hier hun beste, alsook hun meest consistente album. 

Zanger Hetfield klonk nog nooit zo bruut en meedogenloos, een barely controlled rage van een stem. Bassist Burton zat op de goede weg om de beste beoefenaar ooit van zijn instrument te worden, met zijn complexe en adembenemend riffs waarmee hij elk nummer in zijn greep wist te houden. Kirk Hammett op gitaar wist met zijn solo’s de nek van zelfs de meest ervaren metalhead te breken, en Ulrich’s drumwerk was nog nooit zo standvastig en donderend. Het was gewoon het hoogtepunt van een band wiens talent zich al een tijdje aangekondigd had, en op Master of Puppets op fantastische wijze hun ware gezicht liet zien.

Voor metalgroentjes kan dit allemaal té overdonderend zijn, en zeker een trashmetalplaat als deze is niet voor iedereen weggelegd. Maar met meerdere luisterbeurten komen de nuances van al dat lawaai meer en meer op de voorgrond, en het thema van ‘macht’ laat zich vertalen in een machtig album.

0 Comment