Op vrijdag 12 februari werd bekend dat Jong N-VA VUB in beroep toch erkend is als studentenvereniging. Voorzitter Arno Van De Bruaene reageert vooral opgelucht: “Dit toont aan dat de VUB wel degelijk pluraliteit wil aanbieden.” Het is echter een unicum dat een organisatie buiten de erkenningsrondes alsnog erkend wordt. Wat ging hieraan vooraf en hoe komt het dat de zaak in beroep afgehandeld moest worden?
Tekst: Basile Van Weyenberg
Beeld: Steven Geusens
De erkenningsaanvraag van Jong N-VA VUB werd initieel op 7 december 2020 behandeld door de plenaire vergadering van de Studentenraad. Een erkenning op de VUB wordt niet zomaar toegekend aan eender welke vereniging die een aanvraag indient. Wanneer een organisatie een erkenning wilt bekomen, moet zij een aanvraag indienen bij het Brussels Studentengenootschap – Geen Taal, Geen Vrijheid (BSGgtgv).
“In hun aanvraag moeten verenigingen minimumstatuten opstellen”, legde voormalig voorzitter Arnaud Moeykens uit aan de Moeial in 2018. “Deze moeten voldoen aan bepaalde minimumvoorwaarden die zijn opgesteld in de Codex Studentenleven, zoals bijvoorbeeld de doelstellingen van de kring en het onderschrijven van de waarden van het vrij onderzoek. Daarna beoordeelt het BSG de aanvraag en wordt deze opgestuurd naar de Studentenraad, die de erkenning vervolgens al dan niet goedkeurt.”
Verdeelde Studentenraad
Zowel het Brussels Studentengenootschap als de Studiekring Vrij Onderzoek (VO) brachten een positief advies uit, zij het met enkele bemerkingen over de statuten — de grondregels die een vereniging moet opstellen bij oprichting. Deze statuten werden echter een twistpunt in de procedure. Met zeven voor- en tien tegenstemmen werd de erkenningsaanvraag verworpen door een verdeelde Studentenraad.
“Wij hadden de vraag: wat gaan jullie er écht aan doen als iemand uitspraken doet die discriminerend ervaren worden? Daarop kwam niet echt een duidelijk antwoord.”
Lisa Jongmans, voorzitter Studentenraad
Vooral een artikel over de interne sanctieprocedure bij bijvoorbeeld discriminerende uitlatingen zorgde voor discussie. “Wij hadden de vraag: wat gaan jullie er écht aan doen als iemand uitspraken doet die discriminerend ervaren worden? Daarop kwam niet echt een duidelijk antwoord. Ik kan in niemands hoofd kijken, maar dat was denk ik het grootste struikelblok”, zegt Lisa Jongmans, voorzitter van de Studentenraad, over de stemming. De Studentenraad gaf mee dat ze dat concreter uitgewerkt wilden zien tegen de volgende erkenningsronde in april 2021.
Arno geeft toe dat er wel wat verbeteringen aan de statuten mogelijk waren, maar vond het frappant dat ze omwille van enkele werkpuntjes niet erkend werden. Er zou te veel over hypothetische scenario’s gediscussieerd zijn: “Sommige mensen hebben echt goede wil getoond, maar er waren een paar die meer de hypothetische kant uitgingen.”
Gesprek met vicerector en beroepsaanvraag
Jong N-VA VUB liet het daar niet bij. Op 11 december hadden ze een gesprek met vicerector voor Onderwijs- en Studentenbeleid Jan Danckaert om hun beklag te doen en om de vraag om beroep aan te tekenen te bespreken. “Dat overleg was erg constructief”, vertelt Arno, “maar we werden niet aangemoedigd om de beroepsprocedure te starten.” Hij had het gevoel dat de VUB zelf nog moest uitpluizen hoe die procedure dan juist moest lopen.
Een beroepsaanvraag tegen beslissingen van de Studentenraad is dan ook uitzonderlijk. “Ik denk niet dat dit in heel mijn tijd in de Studentenraad al is gebeurd.” zegt Lisa. Sofie De Smet, Afdelingshoofd Studentenzaken, verduidelijkt dat de beroepsprocedure is opgenomen in de Codex Studentenleven. Deze commissie is dus niets nieuws en ook beslissingen over bijvoorbeeld financiële ondersteuning of de toewijzing van een studentenkamer kunnen daar betwist worden. Het is wel de eerste keer dat de niet-erkenning van een studentenorganisatie daar ter sprake komt.
De commissie van ‘vervangers’
Wie de samenstelling van de beroepscommissie opzoekt is misschien verbaasd dat dit orgaan tot andere conclusies kan komen dan de Studentenraad. De voorzitter en ondervoorzitter van de Studentenraad zitten namelijk zelf in deze commissie, met samen zo de helft van de stemmen. Het reglement laat echter toe dat leden een afgevaardigde sturen en dus werd er beroep gedaan op twee oud-leden van de Studentenraad.
“Dat wij mee moesten oordelen of het besluit van onze Studentenraad wel oké was, is niet echt juist”, legt Lisa uit. De bedoeling was dan ook om tot een echt onafhankelijke beslissing te komen: “We hebben dus mensen gekozen waarvan we dachten dat zij in staat waren om objectief te oordelen en ook echt kritisch te zijn naar de Studentenraad toe. Dat was ook de bedoeling. We hebben dan ook niet met hen over het proces gesproken”, vervolgt ze.
“De hoorzitting voelde zeker niet aan als een kruisverhoor, maar meer als een gesprek. Ze hebben geluisterd naar ons verhaal.”
Arno Van De Bruaene, voorzitter Jong N-VA VUB
Ook vicerector Jan Danckaert liet zich vervangen; door Juridisch adviseur Sarah Heyl. Het voorzitterschap van de commissie, een taak die initieel door de voorzitter van de Studentenraad ingevuld wordt, werd aan haar doorgegeven. Het was een moeilijk dossier en het moest goed verlopen, dus de leden waren comfortabeler met een jurist aan het hoofd, klinkt het.
De beraadslaging van de beroepscommissie vond plaats op 28 januari. Op basis van de oorspronkelijke aanvraag, het verslag van de Studentenraad en de adviezen bereidden de leden vragen voor. Er volgt een hoorzitting met Arno, die zich liet bijstaan door twee raadsmannen. “Het voelde zeker niet aan als een kruisverhoor, maar meer als een gesprek. Ze hebben geluisterd naar ons verhaal”, laat Arno optekenen. De commissie geeft Jong N-VA VUB uiteindelijk gelijk. Ze worden dus erkend voor de gebruikelijke proefperiode van drie jaar. Dat wil zeggen dat Jong N-VA VUB de komende drie jaar de lokalen gratis mag gebruiken. Vanaf het vierde jaar kunnen zij ook subsidies ontvangen. Al geeft de beroepscommissie met oog op de toekomst wel nog mee dat de taak van de vereniging is erover te waken dat leden de statuten respecteren.
Lessen voor de Studentenraad
De beroepscommissie heeft volheid van bevoegdheid en de Studentenraad kan dus niet anders dan deze beslissing respecteren. “We zien dit als een kans om nu even goed te reflecteren en hieruit lessen te trekken over hoe we de Studentenraad kunnen verbeteren.”, aldus voorzitter Lisa over dit besluit.
Maar hoe komt het dat de vergadering strenger lijkt te hebben geoordeeld dan geoorloofd? “Bepaalde zaken, die niet in de Codex staan, zijn de laatste jaren standaard geworden bij erkenning”, legt Lisa uit. De Studentenraad heeft dit jaar dan ook een project lopende, onder leiding van Coördinator Innovatie Sasha Solau, om de codex aan te passen en te actualiseren. Ze willen samen met de kringen herdenken wat precies in de Codex moet staan om een goede werking te waarborgen.
Over de mogelijkheid tot beroep is ze positief: “Om alles democratisch te houden is het belangrijk dat men beroep kan aantekenen. Ik wil ook graag dat het toegankelijk is om in beroep te gaan. Als dat betekent dat in de toekomst meer kringen beroep zullen aantekenen; geen probleem. Op die manier worden wij ook verantwoordelijk gehouden.”
Beslissing achter gesloten deuren
De vergadering van de beroepscommissie in besloten kring en achter gesloten deuren staat natuurlijk in schril contrast met de twintig verkozen studenten die op een vrij toegankelijke vergadering hun stem uitbrengen. Toch betekent dat niet noodzakelijk dat de beslissing minder transparant is. De beslissing van de beroepscommissie zal volgende plenaire vergadering bij aktename op de agenda staan, zo bevestigt mevrouw De Smet.
0 Comment