Tweetwintig: de pestmeester

Tekst: Anthony Manu
Beeld: Jan Meeus naar Paul Fürst

 

Zijn vlees waaruit nachtvlinders

De betere happen wegbeten,

Zijn richtstok die naar stromend zand wijst,

Een zwarte zoutpilaar tussen balkledij staande

In bescheiden musea wachtende

Onder versleten mannequins verkeert hij

Prijkt zijn schijnivoren neus waarin

Gedroogde papieren bloemen rusten.

 

Uit de kluiten gewassen witte raaf

Holbenig, opgeblazen in giftige damp

Uit de stilstaande kanalen van nu ook mijn vreemde

Venetië, grachten van stilte tussen onze huizen

Waaruit de obscene waterlelie, de kano uit “Melopee” afdreven

Nu heen uit mijn verzen, te lang onaangeroerd door de

Kunsteloze zoektocht van de gondelier onder

Hogere wateren, het balkon van Colombina

 

Hij zegt: Op hun grenzeloze podium van lapis

Wachten acteurs op het woord voor “duif”

De leegte van de zaal overstemt de machina

 

En zegt: Artsen als ik zien schrikwekkende

Vingertoppen uit de cutis grijpen

En besluiten: de ziel hunkert

 

Hij zegt: Hang witte zeilen op aan de maan

Een louter symbolische dankbaarheid

Mogen de sterren jullie een voetspoor zijn

0 Comment