De Moeial sprak met Caroline Pauwels en Jan Danckaert

Nu de piek van de coronacrisis achter ons ligt en de examens op hun einde lopen, zijn alle ogen gericht op volgend academiejaar. De Moeial sprak met Caroline Pauwels en Jan Danckaert over corona op de VUB: van de eerste besmetting tot de plannen voor volgend academiejaar. “Sommigen beweren dat wij voor de lockdown gezorgd hebben, maar dat durf ik niet zeggen.”

Rector Caroline Pauwels en vicerector voor Onderwijs- en Studentenbeleid Jan Danckaert beleven drukke tijden. Ze moeten de VUB door deze crisis loodsen, perspectief geven voor volgend academiejaar en ondertussen ook nog de examens zo vlot mogelijk laten verlopen. Bij de Moeial zijn we dan weer druk aan het studeren om die examens af te leggen. Gelukkig vonden we toch een moment de tijd om al een tussentijdse balans op te maken: hoe heeft de VUB de crisis precies aangepakt en wat brengt volgend jaar?

Wanneer hoorden jullie voor het eerst over corona en wat waren de verschillende stappen die daarop volgden, zoals overleg met de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) en de oprichting van het Tijdelijk Dagelijks Bestuur (TDB)?

Caroline Pauwels: “We zijn voor Kerst al beginnen werken met het corona-verhaal, omwille van de internationale studenten. De vraag was toen: kunnen we studenten uit China accepteren voor het tweede semester? Dat is echt de start van de tijdlijn geweest. Toen relativeerden we het ook nogal. Zoals velen, dachten we dat het wel zou gaan, eventueel met quarantaine bij aankomst.

“Sommigen beweren dat wij voor de lockdown gezorgd hebben, maar dat durf ik niet zeggen”
Caroline Pauwels

“Daarna zijn de examens in januari goed verlopen. We zijn echt wakker geschud toen studenten waren gaan skiën in Italië. Al snel bleek dat een aantal studenten Covid hadden opgelopen. Dan hebben we de hele meldingsprocedure opgestart. We volgden toen ook al richtlijnen van de overheid, al waren die nog niet van de Nationale Veiligheidsraad. Dan zijn we met de rectoren samengekomen op de befaamde dinsdag (10 maart, n.v.d.r.) van De Afspraak met Mia Doornaert (lacht). Daarna, om 10u ‘s avonds, was het een crisisvergadering van de VLIR met een aantal experts zoals Erika Vlieghe, Pierre Vandamme en, via KUL, vanop afstand, Marc Van Ranst. We kregen het advies om te sluiten.”

De sluiting was geen richtlijn van de regering. Die beslissing hebben jullie autonoom genomen op het niveau van de VLIR.

Pauwels: “Ja. De experts hebben ons wel gevraagd om de regering te verwittigen en wat aan te sporen: ‘Wij nemen onze experts serieus en wij sluiten vanaf maandag’. Dat gaf ons de gelegenheid om in gang te schieten en gedurende een paar dagen de docenten op te leiden en te begeleiden. Dat weekend zijn docenten bijgespijkerd om de digitale switch te maken. Naar de regering en studenten hebben we toen ook gecommuniceerd dat we zouden sluiten. Sommigen beweren dat wij voor de lockdown gezorgd hebben, maar dat durf ik niet zeggen (lacht). In eerste instantie was ik naar die vergadering  gegaan met het idee dat we wel konden openblijven. Alleen de Universiteit Antwerpen, die Erika Vlieghe en Pierre Vandamme in huis heeft, waren in dat opzicht al overtuigd.

“De beslissing om uitsluitend digitaal les te geven heeft voor duidelijkheid gezorgd en leidde ertoe dat onze docenten en studenten een knop moesten omdraaien”
Jan Danckaert

“Op de VUB was het crisisteam toen al aan de slag, maar dat is ontworpen op een acute crisis. Naar aanleiding van aanslagen, bijvoorbeeld, hebben wij een acuut crisisteam dat kort op de bal kan spelen. Maar daarin konden we niet blijven werken. Toen duidelijk werd dat de crisis voor een stuk structureel was, moesten we naar een ander soort bestuur gaan. Op de Raad van Bestuur hebben we daarom de toestemming gevraagd om een Tijdelijk Dagelijks Bestuur op te richten, met ook een TDB van de faculteiten. Maar daarvoor was Jan (Danckaert, n.v.d.r.) al in informeel overleg met de faculteiten. Dat hebben we dan geformaliseerd bij de RVB. Die verleende dan ook delegaties aan de decanen om beslissingen te kunnen nemen, in functie van de eigen opleidingen. En ook delegaties aan de rector om bepaalde reglementen en bepaalde bepalingen eventueel niet naast ons neer te leggen, maar wel een vrijheidsgraad te hebben om snel te kunnen ageren. Wel altijd met melding aan de RVB welk orgaan welke beslissingen maakt.”

De rector moet nog naar een vergadering, maar neemt “computer, iPad en de hele zwik” mee om in de auto weer aan te sluiten. Ondertussen spreken we verder met de vicerector.

Toen beslist werd om voor de rest van het academiejaar uitsluitend digitaal les te geven, was er nog geen duidelijkheid over de examens. Was dit een goede beslissing? Het had het voordeel van de duidelijkheid, maar zorgde wel voor stress.

Jan Danckaert: “Die beslissing is door alle rectoren samen genomen Ik was er niet bij, maar ik denk dat de rectoren daar toch getuigden van visie. Want anders blijf je in een onduidelijke situatie zitten waar je zegt: “we gaan digitaal tot begin mei, dan misschien tot half mei, misschien begin juni…”, zoals we nu met de scholen hebben gezien. Dus ik denk dat die beslissing voor duidelijkheid heeft gezorgd en er ook toe leidde dat onze docenten en studenten een knop moesten omdraaien. Je moet ook beseffen dat op dat moment de ernst van de situatie nog niet voor iedereen even duidelijk was.

“Op het moment dat je wordt getroffen door een crisis, is er heel weinig ruimte voor debat of overleg”
Jan Danckaert

“We wisten toen natuurlijk nog niet hoe we de examens gingen organiseren, we wisten zelfs niet of er examens op campus zouden mogen doorgaan. Want examens op campus, met soms tot zevenhonderd studenten deze zittijd, dat zijn massa-evenementen in de ogen van experts.

“Toen de GEES (Groep van Experten belast met de Exitstrategie, n.v.d.r.) begon, zijn we met hen in overleg gegaan. Zij begrepen het nut van examens, en het belang dat een deel daarvan op campus kon gebeuren. Dan hebben alle universiteiten samen hun plannen voorgelegd over hoe ze die examens zouden organiseren met anderhalve meter afstand in de aula’s. Dat is een enorme reductie van je capaciteit en dus moesten we op zoek naar andere locaties om examens af te nemen. Grosso modo werd twee derden van de voorziene examens omgedoopt tot afstandsexamens of vervangtaken (permanente evaluatie, opdrachten…) en gaat ongeveer een derde fysiek door op campus of externe locaties.”

Bij het nalezen van dit stuk liet vicerector Danckaert weten dat “de examens tot nu toe, zowel degene die op de campus of andere locaties doorgaan, als de digitale, nagenoeg zonder incidenten zijn verlopen.”

Die beslissingen worden allemaal genomen door het TDB. Tegelijk vragen studenten meer aandacht en begrip voor de moeilijke situatie. Ook bepaalde professoren klagen dat die beslissingen boven hun hoofd worden genomen zonder enige vorm van inspraak. Zorgt dat niet voor een uitholling van een debat dat er moet zijn over bepaalde maatregelen?

Danckaert: “Op het moment dat je wordt getroffen door een crisis, is er heel weinig ruimte voor debat of overleg. Studenten vragen ook duidelijkheid over lessen en examens. Als je het recht op onderwijs wil garanderen, is het ook onze plicht om het academiejaar zo goed als mogelijk tot een einde te brengen binnen de gegeven omstandigheden. Dan kan je geen maand de tijd nemen om een grondig debat te voeren over het nieuwe pedagogische project. De digitale omschakeling is geen gemakkelijk gegeven. Voor sommige inhouden lukt dat beter dan voor andere. Het digitale is niet zaligmakend, maar het is wel een element dat er in de 21ste eeuw is, en dat we kunnen gebruiken.

“We hebben studenten in een slechte thuissituatie heel moeilijk, laat en misschien gewoon niet bereikt”
Caroline Pauwels

“We wilden het onderwijs garanderen, maar stootten op twee tegenstrijdige krachten. Je hebt collega’s die het digitale niet echt zien zitten, maar ook anderen die schrik hebben om op campus in contact te komen met studenten omwille van besmettingsgevaar. Uit die tegenstrijdigheid moet je wel geraken. En dan is digitaal onderwijs de meest veilige keuze.”

De rector heeft ons ondertussen terug vervoegd op Micosoft Teams, vanuit de auto, onderweg naar een vergadering.

Ik wil de vorige vraag even naar u terugkaatsen, mevrouw de rector: het contrast tussen de crisis die vraagt om dringende maatregelen en de professoren en studenten die zich niet gehoord voelen in het beslissingsproces. Hoe kijkt u daar naar?

Pauwels: “Je hebt een aantal officiële organen. De vraag is altijd, ook in niet-covid-tijden, hoe representatief die kunnen spreken. Wij hebben enorm snel geopteerd voor een TDB met de faculteiten, via de decanen. Stelselmatig zijn dan ook de faculteitssecretariaten erbij betrokken, en die brachten wel feedback mee van anderen. Eveneens werden in alle tijdelijke organen ook vertegenwoordigers van de Studentenraad betrokken. Zij hebben heel veel nuttige en constructieve input gegeven.

“Maar wordt iedereen gehoord? Neen. Het grote probleem – en dat frustreert mij al langer – is dat je een aantal studenten niet bereikt. Omdat e-mails niet gecheckt worden, omdat we niet weten of we nu moeten communiceren via Instagram… Hoe moet je ze bereiken? Dat blijft een grote zorg. Bijvoorbeeld de studenten die misschien in een slechte thuissituatie zitten; hoe bereiken we die? We hebben altijd gezegd: ga naar de dienst financiering. Maar we hebben hen heel moeilijk, laat en misschien gewoon niet bereikt.”

“Ga maar eens werk zoeken in deze covid-crisis hé. Ik denk dat alleen rekken vullen in een warenhuis nog overblijft”
Jan Danckaert

“Wat de proffen betreft, denk ik dat je inderdaad de heterogeniteit van het proffencorps en de opleidingen moet erkennen. Maar je kan ze niet allemaal tegelijk horen. En de ideeën die gelanceerd worden… Sommige proffen pleiten ervoor om de unief volgend jaar te sluiten, hé. Geen lessen, een jaar on hold zetten. Anderen vinden dat we ons niets meer van de experts moeten aantrekken en zo naar volledige immuniteit moeten gaan. Dus er zijn veel verschillende visies op wat we volgend jaar moeten doen. Tussen die twee extremen moeten wij proberen een evenwicht te vinden. En ik vind het interessant om die verschillende visies te horen. Die verschillen zien we ook onder de rectoren. Voortschrijdend inzicht wordt daardoor mogelijk gemaakt.”

Danckaert: “Ik wil ook even terugkomen op het principe dat we hebben vooropgesteld: studieduurvertraging vermijden. We denken dat dat ook een sociaal principe is. Voor studenten uit de midden- en hogere inkomensklasse is het geen probleem om een jaartje niets te doen. Maar voor anderen is dat allesbehalve evident. Ga maar eens werk zoeken in deze covid-crisis hé. Ik denk dat alleen rekken vullen in een warenhuis nog overblijft. Veel studenten komen in de problemen omdat hun studentenjobs wegvallen. Daarom vinden we het belangrijk dat zij hun studies kunnen voortzetten en afwerken.”

We begrijpen dat jullie de studieduurverlenging zo veel mogelijk willen tegengaan. Maar we kunnen er toch niet om heen dat de onderwijskwaliteit en de overdracht van bepaalde vaardigheden compleet veranderd zijn. U geeft zelf fysica, waar studenten die normaal veel in labo’s werken dat nu niet konden doen. Gaat die focus op behoud van studieduur niet voorbij aan het feit dat de situatie nu helemaal anders is?

Danckaert: “Dat klopt. We hebben een aantal opleidingen waar het nodig is om praktische vaardigheden te verwerven. Voor een aantal opleidingen, bijvoorbeeld in de zorgsector, zijn die kunnen doorgaan. Voor andere was dat moeilijker. Daarvoor hebben we wel toegelaten om het nooddecreet te gebruiken, om praktische vaardigheden bijvoorbeeld in de eerste week van juli in te halen. Maar je mag ook niet vergeten dat het gaat om de periode vanaf 15 maart en dat veel zaken wel konden doorgaan. Alleen de practica niet. Voor de lerarenopleiding, bijvoorbeeld, zullen een aantal studenten afstuderen die wat minder uren klaservaring hebben, maar ze hebben allemaal wel voor de klas gestaan.”

In Jette moeten studenten het examen snijzaal gewoon afleggen. Ze krijgen vier uur de tijd om het hele semester in te halen. Kan dat wel?

Danckaert: “Elke opleiding moet afleiden welke leerdoelen al dan niet gehaald kunnen worden. Dit specifieke geval ken ik nu niet. Maar elke opleiding is heel nadrukkelijk gevraagd welke leerdoelstellingen kunnen worden behouden. Als dat niet kan, kunnen we eventueel het nooddecreet gebruiken en practica inhalen in de zomer.”

Pauwels: “We hebben inderdaad de mogelijkheid om bij te spijkeren achteraf, dat hebben we ook zo gecommuniceerd. We gaan wel examens afnemen. Dit is nu een uitzonderlijk moment waarin een aantal maanden uit het curriculum valt. Voor degenen die nu afstuderen, is het een aparte situatie. Maar voor zij die niet afstuderen, kunnen volgend jaar zaken bijgespijkerd worden.”

“Ik denk dat studenten vandaag een heel andere leerschool hebben gelopen: deze crisis doorstaan, je organiseren, je ritme behouden…”
Caroline Pauwels

“Ik vind wel dat we het in het volledige traject moeten zien. We hebben een eredoctor, Jan Terlouw. Die is tijdens de oorlog een jaar niet naar school kunnen gaan. Maar dat betekende niet dat die generatie verloren was. Je leert ook andere dingen. Ik denk dat studenten vandaag een heel andere leerschool hebben gelopen: deze crisis doorstaan, je organiseren, je ritme behouden… Sommigen hebben dat op een heel andere manier geleerd en dat is ook een vaardigheid denk ik, zeker in de 21ste eeuw, waar we veel vaker met onzekerheden zullen moeten omgaan.”

Onzekerheid

Over onzekerheid gesproken: de communicatie over de examenroosters kwam laat. Ook de online lessen en afzondering hadden een zware mentale impact op de studenten: is dat onderschat?

Pauwels: “Neen, na de twee eerste weken voelden we wel aan ‘dit is het niet, hé’. Elkaar niet zien, niet kunnen vastpakken, dat voelde je al heel snel. De vraag was natuurlijk: wat is het alternatief? Dat heeft gespeeld en speelt nu nog. Hoe maken we dat er volgend jaar toch fysiek contact is? Maar ik denk niet dat we dat onderschat hebben. De vraag was alleen: wat kunnen we doen? De eerste weken kwamen daar simpele antwoorden op zoals wedstrijden op Facebook om je hond of poes te fotograferen – dat was bij het personeel dan. Maar dat is natuurlijk compleet onvoldoende om welzijn en verbondenheid op lange termijn te garanderen.”

Over de petitie #GeefOnsEenStem: studenten zeggen dat er te weinig begrip is voor hun situatie.

Pauwels: “Ik denk dat Geef Ons Een Stem in eerste instantie gericht is op de overheid, hoewel de reportage wel helemaal op de VUB was gedraaid. (lacht) Opnieuw, men bereikt niet alle studenten. Dat is een ongelooflijke zorg, omdat ze misschien niet altijd geneigd zijn naar de bestaande plaatsen te gaan: studentenpsychologen, financiële diensten… Sommigen kennen de weg al en anderen niet. Dus dat bepaalde studenten zich in de steek gelaten voelen, daar kan ik me echt wel iets bij voorstellen. Ik hoopte dat we dat op de VUB niet te veel zouden voorhebben, maar wellicht hebben we het wel voor. We hebben het geprobeerd, met alle gebrekkige communicatie die ons ter beschikking staat.”

“Wij hebben niet het gevoel dat de noden van de universiteiten gevolgd werden.”
Caroline Pauwels

“Over Geef Ons Een Stem: ik vind het goed dat ze dat gedaan hebben. We merkten ook wel dat er weinig werd gesproken over de studenten. Ook als we met de minister samen zaten. Wij hebben niet het gevoel dat de noden van de universiteiten gevolgd werden. Dat de studenten nog niet bij de minister waren kunnen langsgaan, is inderdaad niet oké.”

“Er was een discours van ‘studenten willen allemaal aandacht en een 20/20’. Ja, dat is erover. Dat zijn heel gemakkelijke slogans, maar daar gaat het niet over. De studenten vragen begrip. Ze zitten allemaal digitaal zonder vrienden, dat kan je niet normaal vinden en verwachten dat ze gewoon maar voort doen en niet zagen. Dat gaat niet, dat kan je niet verwachten. Er is een soort strijd geweest van ‘doe voort, anders hoor je niet op een unief’ (lacht). En iedereen die mildheid vroeg was een sissy. En ja, you have to find each other in the middle. Je moet leerdoelstellingen halen, zodat er geen ticket van ‘corona-generatie’ op jullie wordt geplakt – wat ik een overdrijving vind, want het herleidt je leven tot drie maanden. Maar omgekeerd moet je ook wat billijk zijn: het is gewoon een heel abnormale situatie. Dus ik vind dat die petitie er echt mag zijn. Maar de mensen achter de petitie hebben wij nog niet gehoord, terwijl er wel VUB-studenten bij betrokken zijn. Als ik mails kreeg van studenten heb ik altijd geantwoord, begrip getoond en uitleg gegeven. Maar een officiële vraag van de petitie hebben wij nog niet gehad.”

Danckaert: “Bij mijn weten nog niet. Je hebt verschillende punten waar je kan ingrijpen. Ten eerste het leerkrediet: dat is een proces dat volledig bij de overheid ligt. Wij vragen dat op wanneer iemand zich inschrijft, maar kunnen dat zelf niet bijhouden. Waar we wel autonomie over hebben is deliberatie en studievoortgangsbewaking.”

Mildheid

Op de installatievergadering van de nieuwe Studentenraad zei u daarover dat de VUB alleen staat in het willen versoepelen van die studievoortgangsmaatregelen. Waarom willen jullie dit als enige Vlaamse universiteit wel? En zullen jullie het op eigen houtje doen?

Danckaert: “Begin april hebben we met alle universiteiten gesproken over die studievoortgangsbewaking, en toen waren wij de enige die die regels wouden herbekijken. Maar laat ons de eerste zit afwachten. Dan kunnen we een analyse maken van een aantal zaken, zoals het deelnamepercentage. Dat is heel belangrijk, want als studenten niet deelnemen aan het examen, kunnen we bij de deliberatie uiteraard niets voor hen doen. En daarnaast ook de gemiddelde slaagpercentages, die we kunnen vergelijken met een ander semester. Direct na de eerste zittijd kunnen we die analyses maken. Ondertussen heb ik vernomen dat andere universiteiten al in dezelfde zin gecommuniceerd hebben, maar op die vergadering was VUB de enige.”

Pauwels: “Belangrijk, dit was de VUB-stem: we gaan voor billijkheid, voor mildheid. Dan ben je daar als vrouwelijke rector zogezegd de enige die het woord mild uitspreekt. En dan word je daar bij wijze van spreken op afgeschoten door dat andere discours dat niet wil raken aan de excellentie van onze studenten. Terwijl we eigenlijk hetzelfde zeggen: we gaan het bekijken, mocht het zich voordoen. Toen werd het woord mild door anderen niet direct gesmaakt, maar vandaag wel. Voortschrijdend inzicht alweer, door de interactie.”

“Je moet leerdoelstellingen halen, zodat er geen ticket van ‘corona-generatie’ op jullie wordt geplakt. Maar omgekeerd moet je ook wat billijk zijn: het is gewoon een heel abnormale situatie”
Caroline Pauwels

De rector is ondertussen aangekomen op de locatie van haar vergadering: “Ik moet uitloggen, afscheid nemen, ik heb nog een vergadering. Dank jullie wel en veel succes. Laat ons weten wat jullie horen, want jullie zijn ook onze voelspriet, hé.”

The Future is Blended

Is de VUB nu beter voorbereid op rampen of onverwachte crises? Welke lessen hebben jullie getrokken uit de pandemie?

Danckaert: “We gaan een aantal onderzoeken in gang zetten om lessen uit te trekken. Ten eerste dus die analyse na de eerste zittijd, waar we deelname- en slaagpercentage zullen vergelijken met een normale zittijd. Dan zullen we zien wat we moeten doen, bijvoorbeeld op het vlak van studievoortgangsbewaking. Ten tweede zullen we vanaf juli een pedagogisch onderzoek starten, dat zes maanden zal lopen, om de hele digitale omschakeling in kaart te brengen. Welke tools heeft men gebruikt voor innovatie, voor welke leerdoelen? Daar kunnen we dan lessen uit trekken. Een tussentijds rapport daarvan verwachten we na de zomer, een volledig rapport tegen het einde van het jaar. We zullen daarvoor een beroep moeten doen op onze collega’s van de faculteit PE en MILO (Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding, n.v.d.r.).

“Voor alle opleidingen gaan we naar een gemengde vorm waar digitaal en contactonderwijs elkaar afwisselen”
Jan Danckaert

“Als ik nu vanuit mijn buikgevoel lessen moet vertrekken: heel veel proffen hebben een digitale omschakeling moeten maken, en velen willen daar bepaalde elementen van behouden. Lesgeven voor een auditorium van zeshonderd studenten is eigenlijk een stukje theater opvoeren. Iedereen weet dat dat niet de meeste effectieve instructievorm is. Dat is een heel passieve visie op kennisoverdracht. Bepaalde docenten hebben tools ontdekt waarmee ze aan de slag kunnen in een blended vorm. Dat zijn lesvormen waar digitaal en contactonderwijs elkaar op een goede manier aanvullen. Dat hoop ik wel uit deze crisis geleerd te hebben. We zullen dat volgend jaar zien. We gaan ervan uit dat we bij de start van het academiejaar nog in omstandigheden van physical distance zitten en dat we ons daar als organisatie op zullen moeten aanpassen.”

Zullen de lessen volgend semester online plaatsvinden, of een soort tussenvorm van blended learning?

Danckaert: “Opleidingen kunnen ervoor kiezen om volledig digitaal te gaan, maar we verplichten dat zeker niet. Tot nu toe heeft er bij mijn weten geen enkele opleiding voor gekozen. Dus voor alle opleidingen gaan we naar een gemengde vorm waar digitaal en contactonderwijs elkaar afwisselen, omdat onze capaciteit in de leslokalen vermindert. We geven daarbij dezelfde prioriteiten als nu voor de examens: de nieuwe studenten op de campus (BA1, schakelprogramma’s en instromende studenten in masterprogramma’s) en de jaren waarin er afgestudeerd wordt (BA3 en het laatste masterjaar).”

Concreet: huur ik een kot voor volgend jaar? Is dat de moeite?

Danckaert: “Een kot huren is geen probleem. Op voorwaarde dat de overheid voor internationale studenten visa uitreikt, zijn zij ook zeer welkom. De internationale mobiliteit is eigenlijk geen probleem. In het ergste geval wordt er twee weken quarantaine gevraagd bij het inkomen. Als je voor een heel jaar komt is dat – hoewel niet zeer gezellig – geen ramp.”

“Kotstudenten zijn zeker welkom, ook internationale”
Jan Danckaert

“Het probleem zit veel meer bij Belgische kotstudenten die in de week op kot zitten en in het weekend naar huis gaan. Die mobiliteit is vanuit een epidemiologisch standpunt veel problematischer. Ze kunnen op kot blijven, maar dan zullen ze in hun bubbel moeten blijven van hun gemeenschap op kot. En liefst niet elke week naar de andere bubbel die dan hun familie is. Maar kotstudenten zijn zeker welkom, ook internationale.”

Hoe lang zullen andere tijdelijke maatregelen duren? Ik denk aan het TDB en bepaalde aanpassingen in het OER (Onderwijs- en Examenreglement, n.v.d.r.).

Danckaert: “Voorlopig duren die tot het einde van het academiejaar. We gaan nog zien voor volgend academiejaar. Dit moet je nog eens vragen aan de rector per mail. Maar ik denk dat we volgend academiejaar terug naar normale bestuursorganen willen.”

“Noch de universiteiten, noch haar studenten, hebben het oor van de minister van Onderwijs”
Jan Danckaert

Bij het nalezen van dit stuk liet de rector weten dat ze op de Raad van Bestuur van 24 juni een verlenging zullen vragen tot 1 januari 2021. “Met natuurlijk de mogelijkheid om op te heffen wanneer het fysieke volledig probleemloos is.”

Na de gezondheidscrisis komt de economische crisis. Heeft dat impact op de VUB?

Danckaert: “Ik hou mijn hart vast. Maar daar wachten wij af wat de plannen zijn voor de begroting van volgend jaar van de minister van Onderwijs.”

Dus het kan dat de minister zegt: minder budget voor de Vlaamse universiteiten?

Danckaert: “Ik kan alleen zeggen dat ik mijn hart vasthoud. De rector zei het daarnet al, de universiteiten hebben niet bepaald het oor van de minister van Onderwijs.”

Dat is duidelijk.

Danckaert: “Noch de universiteiten, noch haar studenten, denk ik dat we wel mogen zeggen.”

“Onze ambitie is dus zeker om ook een bruisend studentenleven te hebben, aangepast aan de omstandigheden”
Jan Danckaert

Over het studentenleven: de dopen zijn massa-evenementen, dicht op elkaar, en al in het begin van volgend academiejaar. Wordt daar al over nagedacht en bent u daarbij betrokken?

Danckaert: “Daar is tot nu toe nog niet over gesproken. Maar we gaan ervan uit dat het begin van het academiejaar nog met physical distance zal zijn. We zullen bekijken wat de precieze richtlijnen zijn en hoe groot de bubbels zijn waarin kan worden samengekomen. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat er een vorm van studentenleven is. Maar, zeker in het begin van het academiejaar, zal het andere vormen aannemen dan het klassieke studentenleven. Daar zullen we rekening mee moeten houden. Maar de sociale rol van het studentenleven is ontzettend belangrijk en we gaan daar samen met de kringen en alle studentenorganisaties kijken wat we kunnen doen. We zullen ons voor de organisatie van de aangepaste activiteiten baseren op de regels die zijn afgesproken voor onder andere het jeugdwerk. Onze ambitie is dus zeker om ook een bruisend studentenleven te hebben, aangepast aan de omstandigheden. Dat studentenleven is belangrijk: als ontspanning, ter ondersteuning van het psychisch welzijn van studenten, om eenzaamheid te bestrijden, om vriendschapsbanden te creëren (zéker belangrijk voor generatiestudenten en internationale studenten), en om sociale cohesie tussen de studenten te versterken.”

Als jullie voelspriet voor wat leeft bij de studenten, hebben wij nog een aantal pijnpunten die de crisis volgens ons heeft blootgelegd: sommige proffen zijn digibeet. Dit was al lang een probleem voor werkstudenten, die daardoor soms weinig studiemateriaal kregen. Op het vlak van infrastructuur is geen enkele reserve qua plaats, er is in de sanitaire voorzieningen nergens warm water en zelden zeep. De bibliotheek heeft veel minder online databanken ter beschikking dan andere universiteiten…

Danckaert: “In de VLIR heb ik voorgesteld om onze databanken voor elkaar open te stellen tijdens de covid-tijden. De andere universiteiten hebben toen teruggekoppeld naar hun hoofdbibliothecarissen, maar het probleem is dat we vasthangen aan lopende contracten. We zouden contractbreuk plegen als we dat toelaten. Dat is inderdaad spijtig. Sommige uitgevers hebben wel tijdelijk hun bestanden opengesteld. Maar daar zijn we afhankelijk van de goodwill van sommigen die het tijdelijk doen en anderen die het niet doen. Maar het klopt, die toegang tot digitale bestanden was natuurlijk een heikel punt.”

“De rector is verkozen met een bijna Stalinistische score en een heel hoog quorum in alle categorieën. Ik leg mijn toekomst in de handen van deze rector”
Jan Danckaert

Als afsluiter wilden we de rector vragen naar haar team van vicerectoren volgend jaar. Heeft ze u al gevraagd?

Danckaert: “Dat moet je aan haar vragen. Ik kan alleen zeggen dat ik weet wie de volgende rector van de VUB zal zijn.”

En bent u kandidaat om zichzelf op te volgen?

Danckaert (diplomatisch): “Het is de rector die daarover een voorstel maakt aan de Raad van Bestuur. En zij is verkozen met een bijna Stalinistische score en een heel hoog quorum in alle categorieën. Ik leg mijn toekomst in de handen van deze rector.”

We zullen een goed woordje voor u doen.

De rector laat weten het ‘goed woordje’ goed ontvangen te hebben. “Met de covid-crisis hebben bepaalde gesprekken en plannen vertraging opgelopen. Het is nog te vroeg om de rectorenploeg voor te stellen. Daarvoor dienen we verder samen te zitten.”

0 Comment