Hoe een spel over antropomorfe dieren gamers collectief een uitweg bood tijdens een pandemie

Sinds de start van de lockdown ben ik druk in de weer geweest. Ik heb bloemen gekweekt, vissen en vlinders gevangen, gouden toiletten ineen getimmerd, knollen gekocht en verkocht, kledij ontworpen en ben op bezoek gegaan bij mijn vriendin in Hongkong. “Bah, weer zo’n hyperproductieve covidioot”, hoor ik je denken. I wish.

In werkelijkheid heb ik al die dingen virtueel vanuit mijn bed gedaan op het Nintendo Switch-spel Animal Crossing. En dat – hou je vast – al zo’n 140 uren and counting. Het is een ‘social simulation game’ dat nog het best te vergelijken valt met The Sims – maar toch ook weer niet.

Lang verhaal kort: je wordt als een weerloos lammetje op een ongerept eiland gedropt met twee andere willekeurige antropomorfe dieren, in mijn geval een kangoeroe (Sylvia, mijn lievelings) en een koala (Lyman, een irritante macho die enkel over fitnessen praat – net het soort persoon dat ik eindelijk kon mijden sinds quarantaine). Het doel is om rijk te worden door zelfgekweekt fruit, vers gevangen vissen en insecten, fossielen en DIY-meubels allerhande te verkopen om met dat geld je eigen idyllische utopie te bouwen waar je vredig samenleeft met nog meer chagrijnige eekhoorns, luie krokodillen en paarden die ervan dromen om beroemd te worden. Het spel speelt zich af in real-time. Met andere woorden: is het 15u32 in Brussel, is het 15u32 op je eiland. De zon komt er iedere ochtend op, om ‘s avonds weer neer te gaan. Toegegeven: het klinkt saai, monotoon en misschien wel te simpel. Maar er is meer aan de hand.

Vergeet 5G of China, het coronavirus ontstond in het hoofdkwartier van Nintendo

Timing

Allereerst moeten we het hebben over de releasedatum van de nieuwste versie van het spel: 20 maart 2020, ongeveer het moment waarop de hele wereld besloot om haar poorten te sluiten, zich op zichzelf terug te plooien en in een stil holletje te kruipen om dat ene virus maar niet op te lopen. Een beslissing die pittige gevolgen had, en maar al te vaak op het mentaal welzijn van de mens. Nu hebben we nood aan eenvoud, routine, houvast en controle. En laat dat nu net hetgeen zijn wat Animal Crossing in overvloed aanbiedt. Met succes overigens: de verkoop van de Nintendo Switch steeg met honderdvijftig procent, en het had nog meer kunnen zijn, ware het niet dat de Switch tijdelijk uitverkocht was door de stormloop. Tot nu toe gingen 13,41 miljoen exemplaren over de toonbank. Vergeet 5G of China, het coronavirus ontstond in het hoofdkwartier van Nintendo, zeg dat ik het gezegd heb.

De plattelandsrust

Dat overdonderende succes is niet verrassend in een tijd waarin we alle houvast verloren hebben. In dat opzicht lijkt het alsof Animal Crossing een spel is dat sowieso al gemaakt is om iemand te laten vertragen in een overweldigende wereld. Het speelt in op het recente fenomeen van de cottagecore, een esthetische beweging die het veelvoorkomende verlangen naar het ‘simpele leven’ kanaliseert via intrinsiek aardse gegevens zoals frisse lucht, bloemen en vers fruit. Er is een hele beweging die zich toelegt op planten kweken, broden bakken en borduren, die verlangt naar het platteland ver weg van de stad, de hyperactieve technologie en de prikkels van sociale media. Ook Animal Crossing maakt deel uit van die cottagecore: het is het simpele leven, met taken die van oudsher al uitgevoerd werden. Je bent geïsoleerd op je eiland, maar je koos er zelf voor en je koos met wie je die isolatie wou delen. Jij hebt de controle over de ruimte die je toegewezen is.

Met een ongeziene crisis als achtergrond, heeft Animal Crossing misschien wel de troost geboden die nu zoek is

Die virtuele wereld van Animal Crossing is dus, in tegenstelling tot de actuele, routineus met net genoeg zaken die dagelijks veranderen. In mondjesmaat, weliswaar, om nooit het gevoel te krijgen dat je de controle over je eiland zou verliezen. Dagelijks verricht je manuele arbeid: je ontgint stenen voor ijzer, kapt bomen voor hout, geeft je bloemen water, plant geld in de grond voor een geldboom en met die grondstoffen timmer je meubelstukken ineen om je eiland te pimpen. De meubelwinkel en kledingwinkel hebben vaste openingsuren waarbinnen je je inkopen (en verkopen!) kunt doen. Dat zijn constante factoren. En toch is iedere dag anders: misschien heeft Tom Nook – de kapitalistische eilandschef – je brug afgewerkt, misschien is de taxidermist Flick op bezoek die je gevangen kevertjes opzet, misschien begint die gouden roos waarvoor je al zo veel bloemetjes kweekte eindelijk te kiemen. De perfecte hoeveelheid vrijheid om zelf je dag in te delen, een goeie dosis verrassing, maar niets dat te veel is voor je tere hartje.

Animal Crossing Lien Delabie

Het virtuele normaal

Het is dus niet vreemd dat net in lockdownperiode, spelers zich verliezen in het spel. Animal Crossing biedt je minimale middelen aan, waarmee je eindeloos veel mogelijkheden hebt. Vooral de mogelijkheid om zelf je meubels te decoreren, wakkert bij vele spelers creativiteit aan, net als de optie om het ‘normale leven’ te veinzen. Zo ontwierp ik een bierprint die ik kon plakken op in-game koffietassen, zodat het lijkt alsof mijn character pinten naar binnen aan ’t kappen is op café. Tegelijk heb ik dan ook weer een wiccahoekje gemaakt waar ik een lam offerde aan de duivel. Het is een mengeling tussen het leven dat ik normaal leidde, en de fantasie waarin ik zou kunnen leven.

Op je onbewoond eiland geniet je van de evidente vrijheden, die ons nu ontnomen zijn. Doordat alle spelers elkaars eiland kunnen bezoeken, kan je afspreken met vrienden in het virtuele café dat je creëerde. Ik heb mensen gezien die hun afgelaste huwelijk lieten doorgaan op hun eiland. Ik heb gezien hoe een twintiger die haar moeder verloor door het coronavirus een gedenkplaats inrichtte op het strand van haar eiland. En dan was er ook die ene speler die de postdodo een brief liet versturen naar zijn vrouw met de tekst “I want another baby”. Met een ongeziene crisis als achtergrond, heeft Animal Crossing misschien wel de troost geboden die nu zoek is.

Animal Crossing speelt duidelijk met de grens tussen therapeutisch en toxisch

Toxische therapie

We zijn evenwel niet blind. In ieder verregaand escapisme, schuilt er een risico dat de fantasie meer ruimte gaat innemen dan de realiteit. Animal Crossing speelt duidelijk met de grens tussen therapeutisch en toxisch: de kleine shotjes dopamine die je krijgt als je je knollen aan één miljoen kunt verkopen en genoeg geld hebt om een brug aan te leggen, zijn verslavend. Zeker nu we allen snakken naar een goed gevoel. Het toverwoord is, hoe cliché het ook klinkt, doseren. Om zowel je huwelijksfeest te laten doorgaan op je eiland, maar ook je familie op te bellen en uit te drukken hoe schijt je de situatie vindt.

Na uren te verliezen aan knollen en aan Klaus (een beer in toga met een Romeinse badkamer, waar hij regelmatig tegen me praat terwijl hij kakt), heb ik daarom beslist om het spel weer enkele weken naast me neer te leggen zodat ik het leven weer kan aanvatten. Animal Crossing is een heerlijk spel om je tijdelijk in een fantasie te wentelen, maar het zal de onrust in onze hoofden niet stillen. Daarvoor moet je ruimte maken.

Maar ik weet dat als de covidisolatie weer te heftig wordt, ik Animal Crossing (met mate!) kan aanwenden om even van het rustige plattelandsleven te genieten zolang het in de echte wereld nog niet mag.

Animal Crossing Lien Delabie

0 Comment