VUB in rectorspect: Els Witte

“Ik ben trots dat de VUB een volwaardige universiteit is gebleven”

Dat de VUB een jubileumjaar ingaat, was je wellicht niet ontgaan. Na vijftig jaar VUB is een terugblik dan ook op z’n plaats. Een academiejaar lang spreken we met oud-rectoren die de universiteit brachten waar ze nu is. Deze keer geven we het woord aan Els Witte, de eerste vrouwelijke rector.

Door Joris Okitokandjo

Els Witte was rector van 1994 tot 2000. Tijdens haar periode moest ze een paar zware obstakels overwinnen. Tot heden blijft ze actief bezig met haar passie: onderzoek. Het is dan ook geen verrassing dat dit jaar haar vierde boek verschijnt: De Belgische republikeinen.

Hoe heeft u het ervaren om de eerste vrouwelijke rector te zijn?

“Technisch gezien was ik niet de eerste vrouwelijke rector. Het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen had destijds al een vrouwelijke rector, maar datwas nog geen volwaardige universiteit zoals we de UA nu kennen. Ik was dus de eerste vrouwelijke rector van een volwaardige universiteit. Het rectorschap bedroeg aan de VUB vier jaar, maar door de moeilijke situatie werd er in 1998 geopteerd om het rectormandaat met twee jaar te verlengen.”

U bent dus uiteindelijk 6 jaar rector geweest van de VUB. Dat is best wel speciaal.

“Dat kan je wel zeggen, ja. Het waren zes enorm zware jaren, omdat ik het combineerde met het lesgeven en publiceren. Dat was niet evident, maar ik heb het toch wel knap gedaan.”

U had een zeer zware taak toen u het rectorschap overnam van Robert Dejaegere. Wat is u het meeste bijgebleven?

“De Vlaamse minister van onderwijs in de jaren ’90, Luc Van den Bossche, moest financiële bezuinigingen doorvoeren. Het Vlaamse universitair landschap moest dus hertekend worden. Hiervoor vroeg hij hulp aan de voormalige rector van de KUL, Roger Dillemans. Dit was een serieuze dreiging voor de VUB aangezien de verzuiling nog sterk meespeelde. Interuniversitair groeide er een grimmige sfeer met veel concurrentie.”

“Ik kon rekenen op de studenten, die zich zeker hebben laten horen”

Els Witte

Hoe heeft u het dan aangepakt om de VUB te redden van dit dreigement?

“Ik heb de universitaire gemeenschap van de VUB toen kunnen mobiliseren. Ik kon rekenen op de studenten die zich zeker hebben laten horen, waar ik nog steeds trots op ben. Ik denk dat minister Van den Bossche zich dat ook nog heel goed kan herinneren.”

Welke resultaten heeft u dan gezien door de mobilisering?

“We zijn blijven groeien als universiteit. Er was ook een serieuze inhaalbeweging van het aantal meisjes (53%) dat opteerde voor het hoger onderwijs aan de VUB. We trokken ook al een groot aantal buitenlandse studenten aan. Dit had een impact op de infrastructuur van de VUB. Tijdens mijn rectoraat hebben we de koten in de Triomflaan en in de Schoofslaan geopend. De gebouwen E en D hebben toen ook het licht gezien.”

Heeft u tijdens uw rectoraat veel gemerkt van de secularisering van het onderwijs?

“Jazeker. Vijftig procent van de studenten kwam uit het katholiek onderwijs. Die trend bestond jammer genoeg nog niet bij de professoren en assistenten.”

Had de VUB toen al zoveel aandacht voor vrijzinnigheid en pluralisme?

“Ja. Ik benadrukte altijd het filosofisch en maatschappelijke project van de VUB. Dit was zoals nu nog steeds: het vrij onderzoek, de kritische vrije oordeelsvorming, de verdraagzaamheid en de openheid. Wij steunden de liberalisering van de abortus en werkten aan enorm mooie projecten zoals de ontwikkeling van de afdeling kunstmatige inseminatie aan de UZ.”

Had u persoonlijk die tendensen gestuurd als rector?

“Nee, de rol van een rector is het versterken van de tendensen die er al zijn. Dat heb ik gedaan. Je ziet dat Caroline Pauwels dat ook heel goed doet.”

“Het was niet evident om het rectorschap te combineren met lesgeven en publiceren. Dat heb ik toch knap gedaan.” © Jan Meeus

Vandaag staat de democratisering van het onderwijs weer hoog op de agenda. Hoe was de situatie tijdens uw rectoraat?

“Dat was toen ook zo. We kampten met hetzelfde probleem als nu. Studeren is een serieuze kost voor de overheid. De huidige middelen bestonden toen ook al. Zo moest men slagen voor de toelatingsproef wiskunde om ingenieursstudies aan te vangen. Later kwam er ook een strenge toelatingsproef voor geneeskunde en tandheelkunde.”

Vond u dat die toelatingsproeven nodig waren?

“Ik vind nog steeds dat iedereen maximale kansen moet krijgen en dat het leerrecht een basisrecht is. Toen was er al het probleem dat de studenten uit kwetsbare sociale groepen minder kansen hadden. De toelatingsproeven versterken alleen die grote ongelijkheid.”

Wat was er naar uw mening dan wel een goede maatregel?

“Ten eerste moesten de studenten meer informatie krijgen over de studies voordat ze zich inschreven. Ten tweede moest er in de eerste bachelor meer ondersteuning zijn. Zo pleitte ik voor meer werkcolleges, didactische training voor de docenten en de uitbouw van een creditsysteem. Ten slotte pleitte ik voor een nog betere samenwerking tussen de hogescholen en universiteiten. Ik ben blij om te zien dat sommige van mijn alternatieven uitgewerkt en geïmplementeerd zijn aan de VUB.”

Tegenwoordig is er wel heel veel kritiek op het creditsysteem. De KU Leuven heeft zelfs een nieuwe maatregel ingevoerd. De studenten moeten vanaf academiejaar 2021-2022 binnen de twee jaar op alle vakken uit het eerste jaar slagen. Hoe staat u hier tegenover?

“Ik ben het er mee eens dat er iets moet gedaan worden aan de eeuwige student die maar vakken blijft meesleuren. Ik kan niet zeggen dat de KU Leuven de beste maatregel heeft gevonden. Volgens mij bestaan er betere alternatieven.”

Is een van die betere alternatieven een oriënteringsproef zoals minister Weyts wil?

“Persoonlijk ben ik tegen een bindende oriënteringsproef. Als je het zo aanpakt, worden enorm veel studenten uitgesloten voor iets dat ze misschien wel aankunnen.

“Een richtinggevende, niet-bindende oriënteringsproef vind ik niet zo erg. De vraag is dan natuurlijk: waarop ga je je baseren voor het opstellen van de proef? Want parate kennis van het middelbaar wordt soms ingehaald aan de universiteit.”

“Het was een eer om rector te zijn van onze universiteit”

Els Witte

De VUB is ook sociaal-geografisch een speciale universiteit aangezien wij in Brussel zitten, maar toch sterke banden hebben met Vlaanderen. Had dit enig gevolg voor uw rectoraat?

“Ik heb altijd een dubbelsporenbeleid gevoerd. Dat is ook nodig voor de VUB. Wij rekruteerden voornamelijk, zoals nu nog steeds, studenten uit Brussel en de Vlaamse rand. Ons loskoppelen van Vlaanderen zou niet logisch zijn, want er zijn te weinig Nederlandstalige studenten in Brussel alleen. De band met Vlaanderen moeten we in de toekomst ook sterk houden.”

We zien dat de VUB nu heel nauw samenwerkt met de ULB. Was uw relatie met de ULB ook zo sterk?

“De toenmalige rector van de ULB vond de samenwerking met de VUB geen prioriteit. We hebben wel bepaalde dingen samen kunnen realiseren zoals de CERN. De samenwerking heeft er ook voor gezorgd dat er samen Engelstalige opleidingen en uitwisselingsprojecten georganiseerd konden worden.”

Voor uw rectorschap was u voorzitster van de Raad van bestuur van de VRT. Er wordt nu veel gesproken over de precaire situatie van de VRT. Hoe denkt u daarover?

“Vroeger was het financieren van de openbare omroep ook een pijnpunt. Het is altijd al strijden geweest om het kop boven water te houden. Ik moet wel zeggen dat de situatie nooit zo heftig is geweest als nu. Hopelijk verbetert de situatie snel.”

Wat zijn de mooiste herinneringen die u koestert aan uw rectoraat?

“Ik heb er wel heel veel hoor, maar als ik er een paar moet kiezen dan denk ik wel dat ik vooral trots ben dat de VUB een volwaardige universiteit is gebleven. Die strijd heeft mijn tijd aan de VUB echt getekend. Daarnaast vond ik het enorm mooi om de 25 en 30 jaar van de VUB te vieren. Ten slotte zou ik kiezen voor de momenten dat de oprichters van de VUB zijn gestorven. Dit waren hele emotionele momenten voor mij. Ik ben de administratie, het rectoraat en de studenten ook heel dankbaar. Het was een eer om rector te zijn van onze universiteit.”

En om af te sluiten: volgt u de VUB nog een beetje?

“Jazeker, ik kom nog vaak op de campus in Etterbeek voor mijn onderzoek. Als ik dan eens in de bibliotheek ben, pik ik snel een editie van de Moeial mee. Daarnaast volg ik de VUB nog op in de media. Ik lees alle artikels van Caroline Pauwels. Je kan dus zeggen dat ik nog wel goed op de hoogte ben van wat er leeft op de VUB.”

Lees ook onze gesprekken met de andere oud-rectoren:

VUB in rectorspect: Bart De Schutter (1978-1982)

VUB in rectorspect: Robert Dejaegere (1991-1994)

VUB in rectorspect: Paul De Knop (2008-2016)

0 Comment