“De bezorgdheid van de regering over onderwijs is ook een bezorgdheid over de begroting”
Onderwijs vormt een belangrijk punt voor de nieuwe Vlaamse regering. Wat zijn de plannen van Jambon I en hoe zal de VUB hiermee omgaan? We spraken met vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid Jan Danckaert.
Tekst en beeld: Justine Demeulenaere & Felien Dekorte
Vier maanden na de verkiezingen legde Jan Jambon de eed af als Vlaams minister-president. Onderwijs vormt een belangrijk sluitstuk in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. N-VA dingde al langer naar het onderwijspostje en nu is het zover: Ben Weyts neemt de fakkel over van Hilde Crevits (CD&V). Voor het hoger onderwijs vallen vooral maatregelen op zoals de ‘harde knip’ tussen bachelor en master en de niet-bindende toelatingsproeven. Sneller én efficiënter afstuderen lijkt de boodschap te zijn.
Onderwijs is duidelijk een prioriteit voor deze Vlaamse regering: het thema duikt al op in de eerste van de driehonderd pagina’s. Een signaal van de overheid dat het beter moet?
Jan Danckaert: “Ik merk in het regeerakkoord geen wantrouwen tegenover het hoger onderwijs. Wel voel ik dat er bezorgdheden zijn, bijvoorbeeld het voornemen van de regering om de flexibilisering van het hoger onderwijs terug te dringen.”
De regering wil met het terug-schroeven van de flexibilisering de studieduur opnieuw inkorten. Heeft u hier begrip voor?
“Het stond in de sterren geschreven dat de flexibilisering van het hoger onderwijs zou leiden tot studieduurverlenging voor bepaalde categorieën van studenten. Het aantal studenten in Vlaanderen dat langer dan vier jaar over zijn of haar bachelordiploma doet, neemt toe, ook aan de VUB. Ik begrijp de bezorgdheid daarover.”
Heeft die langere studieduur financiële gevolgen voor de VUB?
“Wie langer studeert, komt in de problemen met zijn of haar leerkrediet. Als dat saldo negatief is, zijn die studenten niet langer financierbaar voor ons. De bezorgdheid van de regering is deels ook een bezorgdheid over de begroting, daar moeten we niet flauw over doen. Het is niet maatschappelijk te verantwoorden dat studenten zeven jaar over hun bachelordiploma doen. Voor de betrokken studenten is dat ook niet positief; we zouden die sneller moeten kunnen detecteren en heroriënteren.”
Een concrete maatregel waarmee Jambon I de flexibilisering wil inperken is de minimumopname van vijftig studiepunten voor generatiestudenten. Ze moeten ook voor de helft van die studiepunten slagen. Een goede maatregel?
“Ik hoop dat we als universiteit concrete inspraak krijgen in het uitwerken van die maatregelen. Ook de studenten moeten hun stem kunnen laten horen, bij-voorbeeld via de VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten). Maar op zich denk ik dat die maatregel haalbaar is voor ons.”
“De VUB is erg gekant tegen selectie aan de poort”
Jan Danckaert
Een ander voorbeeld is de harde knip tussen de bachelor en de masteropleidingen. Een student die zijn bacheloropleiding niet voltooit, kan nog niet beginnen aan de master. De regering spreekt wel over een mogelijke uitzondering: een maximum van dertig studiepunten. Is het haalbaar aan de VUB om voor elke student individueel te bekijken of ze recht hebben op die uitzondering?
“Als er hierover een duidelijke regel is voor iedereen aan alle universiteiten, dan kunnen we daarin meegaan. De concrete werkwijze is nog voor bespreking vatbaar. Eén gevaarlijk punt in het regeerakkoord is de bachelorproef; die mag niet worden meegenomen naar de masteropleiding. Dat is echter iets wat heel veel studenten uitstellen, dus ik hoop dat we daarover kunnen onderhandelen.”
De studietrajectbegeleiding heeft het nu al erg druk. Zal deze maatregel voor nog meer werk zorgen?
“Er ligt inderdaad een grote druk op de studietrajectbegeleiding. Het aantal studenten neemt ieder jaar toe, waardoor zij meer inschrijvingen moeten verwerken. Ze moeten nu ook erg veel individuele trajecten bekijken. Een duidelijke regel zal volgens mij in die zin juist werk wegnemen.”
Onderwijs en mentale gezondheid
In het regeerakkoord wordt een langere studieduur als een probleem gezien: “studiejaren en middelen gaan verloren.” Vergeet Jambon I de studenten met goede intenties?
“Mogelijk. De VUB telt heel wat werkstudenten, maar dat officiële statuut is erg gelimiteerd. Het slaat op studenten die nog geen enkel diploma hoger onderwijs bezitten. Er zijn dus ook studenten die hun studies combineren met een job zonder dat officiële statuut. Een van onze onderzoekers, Bram Spruyt, doet een studie naar de combinatie van werken en studeren aan de VUB. De resultaten, die we binnenkort ontvangen, zullen volgens mij heel nuttig zijn. Uiteraard willen we rekening houden met studenten die hard werken om hun studies te financieren, in plaats van ze af te straffen.”
Onderzoek aan KULeuven toont aan dat er steeds meer eerstejaarsstudenten zijn met psychische klachten. Kan het terugschroeven van de flexibilisering dat cijfer niet nog meer doen stijgen?
“Ik zou in de eerste plaats dat onderzoek van de KULeuven eens moeten bekijken en nagaan hoe dat bij ons precies zit. Om goed te studeren is het belangrijk dat je je goed voelt, zowel fysiek als mentaal. Wanneer dat bij een student niet zo is en de studies hieronder lijden, moet daarmee rekening worden gehouden. Dat gebeurt ook bij ons: studenten kunnen bijzondere omstandigheden, zoals een echtscheiding of partnerverlies, inroepen om een gebrek aan studievoortgang uit te leggen. Maar het zal niet eenvoudig zijn om dat in het beleid op te nemen.”
Rationalisering en toelatingsproeven
De regering pleit voor een rationalisering van het onderwijs, met het Rapport-Soete als leidraad. Concreet wil dat zeggen dat er bijvoorbeeld voor nieuwe bacheloropleidingen die minder dan 115 studenten tellen, samen moet worden gewerkt met andere instellingen. Zal dat gevolgen hebben voor de VUB?
“Het Rapport-Soete bevat een heleboel randvoorwaarden. Een van die voorwaarden is de verwevenheid binnen een universiteit: de universiteit rationaliseert intern door opleidingsonderdelen gemeenschappelijk te maken. De VUB zet daar al jaren op in. Bij de faculteit Wetenschappen doceer ik bijvoorbeeld een vak Fysica dat in vier opleidingen gevolgd wordt. Zo gaan we op een efficiënte manier om met het studieaanbod en het personeel. Uiteraard zijn er een aantal kleine opleidingen waar we die verwevenheid nog wat zichtbaarder moeten maken. We hebben trouwens Luc Soete binnengehaald als decaan van het Institute for European Studies (IES). We kunnen het hem dus altijd zelf vragen (lacht).”
Een andere maatregel is de verplichte, niet-bindende toelatingsproeven. Is zo’n proef bij elke opleiding realiseerbaar?
“Voor een aantal opleidingen, vooral die met veel wiskunde, is een ijkingstoets een nuttige manier om aan te tonen waar de student staat. Maar voor de toepassing op andere studierichtingen ben ik heel sceptisch. De VUB is erg gekant tegen selectie aan de poort. In de eerste plaats omdat zo’n proef de studenten selecteert op basis van hun vooropleiding.
“Om goed te studeren is het belangrijk dat je je goed voelt, zowel fysiek als mentaal”
Jan Danckaert
“Ten tweede is er duidelijk aangetoond, opnieuw door een studie van collega Bram Spruyt, dat toelatingsproeven discriminerend werken op basis van gender en diversiteit. Het resultaat is een groep false negatives, studenten die een negatief signaal krijgen bij de ijkingstoets maar die eigenlijk een goed resultaat kunnen behalen door hun studies heen. Wij bekijken liever het traject van de studenten aan de universiteit zelf. De VUB wil een open, inclusieve universiteit zijn. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je mensen niet kunt waarschuwen dat ze misschien niet op hun plaats zitten. Maar beslissingen om voor een andere richting te kiezen, zullen altijd samen met de student gebeuren.”
Biedt het regeerakkoord ook kansen voor het hoger onderwijs?
“Een opening voor ons is het aandeel anderstalige bacheloropleidingen dat wordt verhoogd van zes naar negen procent. Daar staan we klaar om in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte een brede bachelor in de Humanities te introduceren. We willen ook met andere universiteiten samenwerken om te kijken of er nog andere opleidingen mogelijk zijn. De brede bachelor Social Sciences, een samenwerking met de Universiteit Gent, heeft bijvoorbeeld veel succes.
“Een tweede interessant punt in het regeerakkoord is het belang van het Nederlands. Aan de VUB is het belangrijk om hierop in te zetten. Veel van onze studenten komen uit gezinnen waar Nederlands niet de voertaal is. Zo’n 20 tot 25 procent van de studenten beheerst het academisch Nederlands niet genoeg, en daar moeten we aan werken. We hopen hiervoor dus steun te krijgen van de regering.”
En dan nu de hamvraag: wat vindt u van minister-president Jan Jambon en zijn kijk op het onderwijs?
“Als universiteit moeten wij werken met de regering die er is. Er staan in het regeerakkoord een aantal zaken die ons verontrusten, maar er zijn ook een aantal zaken die we kunnen aanvaarden en zaken die mogelijkheden bieden. Wat ik vind van mijnheer Jambon doet er eigenlijk minder toe. De gesprekspartner zal in eerste plaats de minister van Onderwijs zijn.”
Vindt u Ben Weyts als Minister van Onderwijs dan een goede keuze?
“Ik denk dat minister Weyts zich zal moeten inwerken in het onderwijs. Er staan hem enkele grote uitdagingen te wachten.”
Lees ook: Harde knip in welzijn op komst? door de Studentenraad
0 Comment