Het jaar van…
Omdat we ons straks terugtrekken in onze boeken voor de nakende examensessie en daarna Brussel inruilen voor warmere oorden – en misschien ook omdat we het geheugen van een goudvis hebben – presenteert de Moeial het Jarig Grootoverzicht 2018-2019.
Het afgelopen academiejaar was het jaar dat we met z’n allen Pointcarré omruilden voor Canvas, de Resto nog iets drukker werd en de eerste veldrit op de campus plaatsvond. Maar uiteraard gebeurde er veel meer dan dat. Wat moeten we zeker onthouden van ‘18-’19?
Een nieuw begin
De VUB startte haar academiejaar anders dan normaal, maar niet zonder stijl. De Henry Leboeufzaal in de Bozar was opnieuw het decor voor de academische opening. Nieuw was de ‘afterparty’, Apéro Warande, in het Warandepark, die de traditionele receptie verving en helemaal deed vergeten. Zelfs de ‘ZG’ was in de building. Naar goede traditie was Pauwels’ speech aan de lange kant – wat niet wegneemt dat het een mooie ode was aan onze ‘pale green dot’ en een ambitieuze verklaring om voor een warmere universiteit te zorgen.
Ook de openingsvieringen voor studenten kregen een make-over. Brussel Brost verhuisde naar de site van Tour & Taxis en de Kick-Off kreeg een nieuw concept. In plaats van twee aparte Kick-Off’s in Jette en Etterbeek, werd dit jaar gekozen voor één feest. De markt, waar studenten kennis kunnen maken met de verschillende VUB-diensten, was opvallend groter en situeerde zich centraal op de Esplanade, in plaats van bij de tent aan Aula Q. Voor de Jettenaars werd een pendelbus ingelegd en ter compensatie zouden zij in het tweede semester een eigen evenement krijgen, waar de omgekeerde beweging wordt gemaakt. Spannend wanneer dit volgt!
R.I.P. Pointcarré
De start van het academiejaar is altijd wel een zootje aan de VUB, met lange wachtrijen aan de inschrijvingen en problemen met de goede oude Selfservice. We hielden dan ook ons hart vast voor de overgang van Pointcarré naar Canvas. Onterecht, zo bleek, want het uitrollen van het nieuwe leerplatform verliep vlot. Projectmanager Natalie Tielemans vertelde dat er geen data werden overgeheveld van Pointcarré naar Canvas: “We konden dus met een schone lei beginnen.” Dat leverde professoren die veel vakken doceren wel wat extra werk op, maar al bij al waren de klachten daarover beperkt. Sinds eind oktober zitten we aan een normaal niveau van klachten, gelijk aan de eindperiode van Pointcarré. Ik heb de problemen die gemeld werden op één slide kunnen samenvatten.”
Het Confuciusinstituut
Op het eerste zicht lijkt een Confuciusinstituut een doodnormale instelling. Deze instituten zijn wereldwijd verspreid en voeren onderzoek naar de relaties tussen China en hun vestigingsplaats. Zo proberen ze een brug te slaan tussen verschillende culturen, bijvoorbeeld door taal- en tai-chilessen aan te bieden. Het instituut aan de VUB onderscheidt zich echter van de anderen doordat de focus meer ligt op politieke, diplomatieke en economische ontwikkelingen. Toch waren er in het verleden, onder andere in de VS en Zweden, al problemen met dergelijke instituten.
Uit een artikel in Knack (‘Het gele gevaar’) bleek dat de Belgische Staatsveiligheid een negatief advies gaf voor de oprichting van een Confuciusinstituut aan de VUB. Volgens het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits legde de VUB dit advies autonoom naast zich neer. Volgens de dienst internationalisering van de VUB, IRMO (International Relations and Mobility Office), was het artikel van Knack een lastercampagne. Directeur Jacqueline Couder stelde dat het instituut een logische verderzetting is van de lopende samenwerking met China. “Het gaat om topuniversiteiten en het vormt echt een meerwaarde. Maar vertrouwen is essentieel. De Chinese partners voelen zich geschoffeerd en verwachten een reactie van Caroline Pauwels.”
In een brief probeerde Pauwels de Chinese partners gerust te stellen, maar ze bevindt zich in een lastig parket. Er is veel tegenstand en een afschaffing betekent misschien het einde van samenwerking met China. Wel schreef ze dat de soft power (subtiele beïnvloeding) eruit moet en de focus weer op taal en cultuur moet komen te liggen. Ze zei wel dat ze het instituut nooit zelf zou oprichten.
Professor Europese politiek Alexander Mattelaer riep op tot waakzaamheid. Hij zei dat zowel Brussel als universiteiten – en dan zeker de ‘vrije’ exemplaren – strategische plaatsen zijn om invloed uit te oefenen. “Als de Staatsveiligheid een negatief advies geeft, moet dat een heel groot knipperlicht doen aangaan.”
De cross
2018-2019 zal boven alles de geschiedenis ingaan als het jaar van de (eerste) Brussels Universities Cyclocross. Op 14 september kopte VUBToday: ‘Campussen VUB en ULB worden decor van nieuwe veldrit’. In de maanden die erop volgden zou blijken dat de organisatie van – en vooral de communicatie over – het evenement, nog niet op punt stond. Vooral door het gebrek aan inspraak van de studenten en de timing van het evenement (het laatste weekend van de blokperiode) stootte de cross op heel wat verzet. Bovendien moesten VUB’ers op dat moment nog 50% van de inkom betalen om toegang te krijgen tot hun campus, wat als een magere troostprijs werd ervaren.
De inkt van de novembereditie van de Moeial was nog niet droog, of er was al een actiecomité opgericht tegen de komst van de veldrit. Onder de naam ‘Blijf van onze Blok’ eisten verschillende studenten, voornamelijk afkomstig van Comac, de afschaffing van de cross en meer inspraak van studenten in de toekomst. Dat schreven ze in een open brief aan de rector, die werd ondertekend door 14 verenigingen en een paar professoren. De rector beantwoordde hun brief met de boodschap zo veel mogelijk rekening te houden met de bezwaren. Pauwels betreurde het ook dat er foute informatie de wereld in werd gestuurd. Zo dachten sommige (voornamelijk internationale) studenten dat ze zouden moeten betalen om hun campuskot te bereiken.
Dat fake news viel niet terug te leiden op de online berichtgeving van het actiecomité. Toch zijn er vragen te stellen bij hun communicatie. Zo stelden ze onterecht dat alle parkeerplaatsen onbeschikbaar zouden zijn en staken ze, al dan niet terecht, alle pluimen op hun hoed over de aanpassingen in het voordeel van de blokkende studenten. Dat er onduidelijkheid was, lag voornamelijk aan het feit dat de onderhandelingen met de organisator Golazo nog tot diep in november lopende waren, en de communicatie altijd wat achter de feiten aanholde. Uiteindelijk kon de VUB wel aan veel bezwaren tegemoet komen. De toegang tot het evenement werd gratis voor alle VUB’ers; er werden genoeg massablokruimtes voorzien in de omgeving van de VUB en de geluidsoverlast werd op de dag zelf zo veel mogelijk beperkt.
De dag van de cross, zondag 6 januari, beheerste de VUB de nationale pers. De meeste blokkende studenten hadden de campus vermeden en het aantal aanwezige studenten die er last van ondervond bleef beperkt. Verschillende studenten gingen als ontspanning een kijkje nemen op de cross en er was ook een handvol protesterende studenten aanwezig. Zowel de organisatie als de VUB reageerden enthousiast en spraken van een geslaagde eerste editie.
Wat we onthouden van de chaos is vooral dat het gebrek aan inspraak van de studenten niet werd geapprecieerd, ook niet door de Studentenraad, die in heel het gebeuren toch verbazend stil bleef. “Met schenentrapperij bereik je niets,” klonk het in de wandelgangen. Ook de vastberadenheid van het protest was opvallend: twee weken voor de kerstvakantie bezetten actievoerders de inkomhal van het rectoraat dag en nacht. Verschillende studenten kwamen enkele uren studeren en de actievoerders kregen steunbetuigingen en soep van het personeel. Een spijtige conclusie is ook dat, door de foutieve informatie die de ronde deed, het hele debat over de cross ondersneeuwde onder een potje vingerwijzen tussen de verschillende partijen. Het ging zelfs zo ver dat op het agendapunt over de veldrit op de plenaire vergadering van de Studentenraad enkel werd gesproken over het protest, in plaats van over het evenement.
Ondertussen deed een enquête over de cross de ronde. Die kon rekenen op 700 deelnemers, waarvan meer dan de helft bestond uit personeel. Zo’n 20% van de respondenten gaf aan hinder te hebben ondervonden op de dag van het evenement. De Moeial volgt verder op wat met de resultaten van de bevraging gedaan wordt, en of de cross volgend jaar opnieuw wordt gehouden – het voorstel ligt al op tafel.
Het posterdebat
Toen onbekende activisten de posters van Erotica-TD overplakten met de boodschap “Let’s start the academic year with a new idea: we do not objectify women here” en het Facebook-evenement van de TD verschillende keren offline werd gehaald, laaide het posterdebat weer hoog op.
Uiteindelijk bleek niemand echt zin te hebben in de discussie. Een debat van Studiekring Vrij Onderzoek over de discussie werd afgelast bij gebrek aan interesse vanuit het kringleven. Noch het Vicerectoraat Onderwijs en Studentenbeleid, noch de Studentenraad of BSG voelde zich aangesproken om het voortouw te nemen in de discussie. Toch stellen we op het einde van het jaar vast dat er minder en minder schaarsgeklede dames op TD-posters prijken.
Aantal schachten dendert verder naar beneden
De trend van dalende schachtenaantallen zette zich voort. Ingewijden in het kringleven zien hier verschillende oorzaken voor. Met stip op nummer één staat de negatieve berichtgeving in de media over het kringleven, die door verschillende incidenten en zelfs sterfgevallen bij activiteiten van studentenverenigingen aan andere universiteiten het afgelopen jaar niet volledig onterecht is.
Naast die negatieve beeldvorming zou ook het roepen en de vernedering van potentiële schachten afschrikken. Max Nijs, de voorzitter van de Folklore Academie, zegt dat dit niet eigen is aan de studentikoziteit, en dus gerust herbekeken mag worden. Ten derde zijn er ook veranderingen in de vijver waarin kringen vissen. Zo pendelen steeds meer studenten; 61% van de eerstejaars zit niet op kot. Ook is ondertussen meer dan 20% van de studenten internationaal en is de drinkcultuur daar soms moeilijk mee te verzoenen.
Als mogelijke oplossing voor de daling werd al geopperd om meer niet-gedoopten en studenten die geen alcohol drinken te betrekken in het kringleven. Prosenior van LWK, Tim Bogaert, zegt dat meer diversificatie in de activiteiten van verschillende kringen kan helpen, en regelmatig wordt ook een ballonnetje opgelaten om de naakte doop te herbekijken.
Het genderquotum
Caroline Pauwels behaalt een symbolische overwinning in de strijd voor meer gendergelijkheid. Daar waar bij studenten nog iets meer dan de helft, en bij doctorandi 46% vrouw is, is dat bij postdoctorandi nog maar 38%, bij het zelfstandig academisch personeel (ZAP) nog 25% en bij de hoogleraren nog maar 10%. De rector probeert hier al lang verandering in te brengen, maar stoot steeds op verzet. Even leek het dat het haar niet zou lukken – in De Morgen zei ze nog: “Il faut garder ses principes pour les grands jours.” Uiteindelijk kwam er toch een genderquotum, zij het afgezwakt. Het werd geen quotum van 1/3 van de professoren, maar er werd wel vastgelegd dat de shortlist voor nieuwe vacatures voor 50% uit vrouwen moet bestaan en dat de vacatures ‘vrouwvriendelijker’ verwoord moeten worden – die leggen nog te vaak de nadruk op competenties die als mannelijk worden ervaren, zoals ‘challenge’ en ‘competitiviteit’.
Het kunstpatrimonium
De kunstcollectie van de VUB kreunt onder een gebrek aan beleid en middelen. Een lek in het depot waar de kunst wordt bewaard, beschadigde en verdwenen werken… Door het ontbreken van een beleid en de karige middelen wordt de collectie beheerd door één man van de cultuurdienst, Niklaas Van den Abeele, die dat naar eigen zeggen ook maar “tussen de soep en de patatten” doet.
Door het ontbreken van een communicatie tussen de personeelsdienst, de verschillende diensten en de cultuurdienst, weet niemand precies wie in welk bureau zit. Doordat niemand de administratie grondig kan bijhouden, is het vaak ook onduidelijk welk kunstwerk in een bureau hangt. Daardoor verdwenen in het verleden zelfs al kostbare werken en duiken er soms nieuwe op. Ook de werken in de openbare ruimte zijn niet veilig. In het verleden werden al verschillende beelden gevandaliseerd. Tenslotte is ook het depot waar de niet-getoonde werken bewaard worden niet geheel betrouwbaar, getuige het lek – en de waterschade aan de werken, die op de grond stonden – vorig jaar.
Het nieuwe gebouw dat de cultuurdienst binnenkort krijgt, de Cultuurtoren, brengt een lichte verbetering. Daar is een iets betere opslagruimte voorzien (zij het zonder de nodige acclimatisatie voor de conservatie van kunstvoorwerpen) en er zijn drie nieuwe vacatures (hoewel niet voor het beheer van de collectie). Er is bijgevolg nog een lange weg te gaan. “Iemand zou er zich ten minste één volle dag in de week mee bezig moeten kunnen houden,” zegt Van den Abeele. Ook een systeem van communicatie tussen de diensten over wie in welk bureau zit, een geacclimatiseerde ruimte voor de opslag, en een (verder) onderzoek naar de collectie zijn noodzakelijk.
0 Comment