Vanwaar komt de angst voor de grootstad?
Brussel: een stad waar de meningen erg uiteenlopend over zijn. Sommige studenten zien het stadsleven als een verrijking, anderen verkiezen Leuven of Gent als studentenstad. Soms uit praktische overwegingen, soms uit angst. Hoe komt dat? Is het hier werkelijk onveiliger of is dat slechts een gevoel? Wij spraken met professor Sociale en Culturele Geografie, Eric Corijn.
Onlangs publiceerde het adviesbureau Mercer haar jaarlijkse ranking van meest leefbare steden. Net zoals vorige jaren zakte Brussel opnieuw één plaats en belandde zo op plaats 28. Dit jaar was er ook een aparte ranking over de persoonlijke veiligheid van stedelingen, waar Brussel fors daalde naar de 47ste plaats. Is Brussel tegenwoordig echt een hellhole zoals Trump ooit beweerde?
Hoe komt het dat zoveel Vlaamse studenten een negatief beeld hebben van Brussel en daardoor afgeschrikt zijn?
Eric Corijn: “Daar zijn verschillende redenen voor. Brussel is totaal anders dan Vlaanderen, ten eerste qua schaal. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft 1,2 miljoen geregistreerde inwoners en naar onze schattingen meer dan 100.000 permanente aanwezigen die niet in het bevolkingsregister vermeld zijn. Dat zijn niet enkel mensen zonder papieren, maar bijvoorbeeld ook 90.000 universiteits- of hogeschoolstudenten, van wie een groot gedeelte op kot zit. Bovendien zijn er 350.000 mensen die hier elke dag komen werken. In werkelijkheid zijn er dus meer dan anderhalf miljoen mensen. De tweede grootste Vlaamse stad is Antwerpen met 500.000 inwoners, drie keer zo klein. De derde grootste stad is Gent met 300.000 inwoners, vijf keer zo klein.”
“Een tweede element is dat 72 procent van die inwoners geen Belgische referenties heeft. De helft daarvan heeft wel de Belgische nationaliteit, maar is een ‘nieuwe Belg’. Een derde punt is de meertaligheid. De Belgische Staat organiseert deze stad waarbij je de keuze hebt tussen Nederlandstalige en Franstalige universiteiten. Dat is heel raar als je van een Vlaamse stad komt.”
“Een ander belangrijk gegeven is de suburbane mentaliteit die heerst in Vlaanderen. De stad wordt niet gezien als een goede leefomgeving. Terwijl Vlaanderen sterk geïndustrialiseerd is en de meeste mensen werken, gaan de meeste mensen niet wonen waar ze werken. Die mentaliteit is nog altijd heel dominant in Vlaanderen. Men heeft de nieuwe industrieën gevestigd in the middle of nowhere, zonder school, zonder crèche, zonder winkelcentrum. De bedoeling is om daar ’s morgens aan te komen, uw werk te doen en dan naar huis te gaan. Maar niet om daar te gaan wonen. Het is die ruimtelijke ordening die de mentaliteit bepaalt. Vlaanderen is een ruimtelijke wanorde van vele losse eengezinswoningen.”
“Brussel is helemaal anders, veel groter, complexer en multicultureler. Maar je moet de sprong wagen en leren zwemmen. Eens je kan zwemmen is het plezant. Dus eens je Brussel begint te ontdekken, is dat een geweldige culturele verrijking. Maar als je bang bent, zie je de grote voordelen niet. Brussel is een stad tussen Parijs en Amsterdam die beide steden groepeert. De culturele scène in Brussel is in vergelijking met de andere immens veel groter. Dat grote voordeel kan je pas beginnen ervaren op het ogenblik dat je de eerste angst hebt overwonnen. Je moet een beetje cultureel en mentaal bereid zijn om in te zien dat je nog een hele weg te gaan hebt en dat er veel te leren valt van anderen.”
Zijn dat dan de belangrijkste oorzaken waarom steden zoals Antwerpen en Gent een positiever imago hebben dan Brussel?
“Als Vlaamse jongeren naar Gent of Antwerpen gaan studeren is dat ongeveer hetzelfde cultuurgebied. De culturele clash is veel kleiner. Het dialectverschil is vaak het grootste wat je moet overwinnen. Het is slechts een kleine beschavingssprong: van een kleine stad naar een grote stad. Maar in Brussel moet je bijvoorbeeld al een mondje Frans kennen. Dat is een grotere sprong dan van één Vlaams dialect naar een ander.
Het is ook veel multicultureler. In Brussel heb je meer dan 50 nationaliteiten die elk meer dan 1000 mensen bevatten. Antwerpen heeft waarschijnlijk evenveel nationaliteiten, maar niet met evenveel mensen. Het aantal mensen van eenzelfde nationaliteit bepaalt of er ook winkels zijn eten en kledij zijn uit hun cultuur. In Brussel is dat zo. Het is dus voor veel verschillende mensen makkelijker om in zo’n stad te leven.”
Onlangs werd de lijst van meest leefbare steden door adviesbureau Mercer gepubliceerd. Dit jaar werd er ook getoetst naar de persoonlijke veiligheid van individuen. Samen met Athene, kent Brussel de grootste daling van West-Europese steden. Is het dan toch minder veilig geworden in Brussel?
“Onderzoek wijst uit dat er een verschil is tussen reële onveiligheid en onveiligheidsgevoel. Onveiligheidsgevoel hangt minder samen met reële onveiligheid, dan wel met beeldvorming. Wat de werkelijke onveiligheidscijfers betreft, is Brussel een zeer veilige stad in vergelijking met andere wereldsteden. De beeldvorming wordt niet gemaakt door de criminaliteitscijfers, maar door degenen die erover schrijven. De pers schrijft vanuit de onveiligheid die mensen als startpunt aannemen. Zo lijkt het alsof Molenbeek vol kalasjnikovs ligt en een no-go zone is. In werkelijkheid is dat niet zo.
Er zijn natuurlijk reële onveiligheden, maar de belangrijkste daarvan is verkeer. Een tweede grote onveiligheid heeft te maken met wat we incivilité noemen: de kleine criminaliteit, zoals sluikstorten, handtasdieven en onveilige metro-ingangen. Om dat op te lossen heb je een verhoogde sociale controle nodig. Daarvoor heb je social trust nodig, het gevoel dat we tot dezelfde samenleving behoren. Maar in een land dat voortdurend de mensen opdeelt en angst zaait is het heel moeilijk om sociale cohesie te krijgen.”
U legt dus ook een grote verantwoordelijkheid bij de media. Hoe kunnen journalisten zorgen voor een genuanceerder beeld?
“Zolang de media informatie beschouwen als een verkoopproduct, is er een bias. Het moet ophef veroorzaken, je moet met straffe titels komen, enzovoort. De commerciële media hebben het moeilijker om kwaliteit te leveren dan niet-commerciële media. Het jammere is dat ook de niet-commerciële media gecommercialiseerd zijn. In de laatste 30 jaar zien we een verkleutering van de media. Alles wordt vermarkt nu. Alles is een ruilwaar. Dat is dus één aspect.”
“Een ander aspect is het frame waarin de media werken dat de laatste 40 jaar sterk gecommunautariseerd is. Ze doen alsof ‘Vlaanderen’ bestaat. Het Vlaamse gewest en de Vlaamse gemeenschap bestaan, maar Vlaanderen bestaat niet. Of toch niet als een afgebakend territorium. Het idee dat we spreken over Vlaanderen en uiteindelijk over weerberichten en klimaatsplannen voor Vlaanderen, is eigenlijk een totale illusie. Maar het is in die illusie dat de media functioneren. Brussel ligt in Vlaanderen, maar ís Vlaanderen niet. En de media hebben niet de neiging om daarover te berichten, tenzij het verkoopbaar is. Vijf moorden in Matongé, dat wel. Maar geen enkel van de Vlaamse media stelt zich bijvoorbeeld de vraag hoe een Afrikaans centrum functioneert in zo’n stad.”
“ De meeste Brusselse Vlamingen die Nederlandstalige media lezen, voelen zich zwaar ondergerepresenteerd en gefrustreerd. Want als Brussel naar voren komt, is dat als een probleem. Ik kan tientallen interessante positieve onderwerpen aangeven. Maar Vlaanderen wordt daar niet over geïnformeerd. Brussel is niet simpel genoeg voor de Vlaamse media. Media doen wat ze doen. Ze verkopen hun product. Maar als onderzoeker of academicus kan ik zeggen dat dat niet adequaat is.”
Er moet dus meer gefocust worden op de positieve kanten?
“Brussel is een poort tot de wereld. We zouden trotser en meer geïnteresseerd moeten zijn in iets wat dichtbij is en even goed is als Londen en Parijs. Welke kwaliteitsstandaarden hebben we wanneer we over kwaliteitsmedia spreken? Er is zeker kwaliteit als je dat vergelijkt met de streekkranten. Maar als je dat vergelijkt met The Guardian of Le Monde, is er nog een inspanning nodig. De journalistiek is zodanig gecommercialiseerd waardoor onafhankelijke journalistiek bijna niet meer bestaat. Dan gaat het niet over omgekochte journalisten, maar journalisten die geen tijd hebben om een stuk te maken vanuit hun eigen perspectief.”
Afgezien van de media, hoe kunnen we het negatieve beeld over Brussel bij studenten veranderen?
“De studenten moeten meer betrokken worden bijde stad. Een van de nadelen van de Brusselse universiteiten is dat het campusuniversiteiten zijn. Veel studenten leven op campus en komen dus nooit echt in het centrum van Brussel. Elke student die aan de VUB komt studeren, zou moeten starten met een ‘Brusselweek’: een uiteenzetting over hoe de stad ineen zit en waar de leuke, interessante plekken zijn. Er valt veel te beleven in Brussel, vaak ook gratis. Dat zou in de eerste weken gesocialiseerd moeten worden, zodat die voorstedelijke angst niet doorleeft. Het beleid van onze rector is expliciet gericht om de band met Brussel op verschillende niveaus te versterken. Er zijn heel veel dingen die wij doen voor Brussel. Maar het personeel en de studenten blijven vaak nog te veel suburbaan.”
“Ik denk dat angst het best weggewerkt kan worden door positieve ervaringen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Elke opleiding zou een Brussel-element moeten hebben om te laten zien hoe samenleven in een stad iets anders is dan in het landelijke. Het kenmerk van de VUB is vooral dat de studenten jonge mensen zijn die van overal komen. Studenten gaan op Erasmus naar Barcelona en hebben de tijd van hun leven. Waarom hebben studenten in hun eerste semester geen Erasmuservaring in Brussel? Ze zouden de tijd van hun leven hebben. Dat is effectief iets dat begeleid zou kunnen worden. We moeten ook de stad in de campus brengen. Maak van je eerste semester je Erasmuservaring en wacht niet tot je naar Barcelona of Berlijn gestuurd wordt. Als je hier vier jaar komt studeren, profiteer daarvan om wereldburger te worden, op een nieuwsgierige wijze. Student zijn is een transitie en een ontzettend fantastische manier om volwassen te worden.”
0 Comment