Jazz in Brussel

Hoe oorlogen en ellende ervoor zorgden dat jazz doorbrak

Brussel heeft heel wat jazz op haar culturele agenda staan. Concertjes van zowel gevestigde waarden als van vers bloed in een van de vele clubs of bars, vrijblijvende jamsessies, tentoonstellingen, festivals, lezingen en congressen… Hoog tijd om eens te onderzoeken waar de roots van Brussel liggen in heel dit jazz-gebeuren. 

Het muziekgenre jazz vindt zijn oorsprong in Amerika. Voornamelijk New Orleans wordt gezien als de plaats waar deze stijl ontsprongen is. Het genre kent verschillende voorlopers die het uiteindelijke jazz-genre beïnvloed hebben. De eerste invloeden kwamen vanuit de worksongs die ontstonden tijdens de 19e eeuwse slavenhandel van West-Afrika naar Amerika. Deze liederen waren zeer ritmisch en gebaseerd op een vijftonige toonladder.

Niet veel later ontstond de blues. Dit is een genre waarbij de Afro-Amerikaanse muziek vermengd raakte met de Europese kerkliederen die emigranten meebrachten naar Amerika. Blues werd gebruikt om de ellende van de slavernij tot uitdrukking te brengen.

Verder hadden ook negrospirituals – trage, religieuze Afro-Amerikaanse liederen die door slaven gezongen werden in de kerk – een invloed op het ontstaan van jazz.

De racistische ministrels, waarbij blanke mannen zwart geschminkt werden en op een podium een karikatuur vertoonden van wat zij dachten dat de Afrikaanse cultuur was, hadden qua stijl weinig tot geen invloed op de ontwikkeling van het jazz-genre. Wel was dit voor veel blanken een eerste contact met de vermeende Afrikaanse cultuur. Deze vorm van racistisch entertainment zorgde ervoor dat jazz later sneller geaccepteerd zou worden.

Een laatste voorloper was de ragtime met haar ongelijke maat. Het is een ingewikkeld genre waarbij de piano tegen de maat in speelt. De ragtime komt eerder uit een Europese traditie. Er was weinig ruimte voor interpretatie en er werd sterk gespeeld vanaf een partituur.

De invloeden van jazz

We kunnen dus stellen dat jazz is ontstaan door invloeden uit zowel Afrikaanse als  Europese muziek. Vanaf de jaren 1920 brak het genre echt door. In New Orleans was vooral de Afro-Amerikaanse muziek populair, terwijl er zich ook een tweede stroming manifesteerde: Dixieland. Deze muziek was eerder een genre gespeeld door blanke muzikanten. Het was een interpretatie van de Afro-Amerikaanse jazz. Uiteindelijk versmolten beide genres door de komst van gemengde bands. Improvisatie blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk element in het genre.

Blaasinstrumenten werden na de Amerikaanse burgeroorlog goedkoop aangeboden in steden als New Orleans omdat legers ze niet meer nodig hadden om marsen op te spelen. Het is dus niet vreemd dat deze instrumenten (cornet, trombone, klarinet en tuba) in het begin het meest gebruikt werden in jazz bands. Naderhand, toen jazz doorbrak, werden meerdere instrumenten toegevoegd zoals basgitaar, gitaar, drums, piano, harmonica, saxofoon, trompet, contrabas…

In de jaren 1930 doken er verschillende bigbands op en ontstond het subgenre swing. Deze stijl sloeg enorm aan doordat men tijdens de economische depressie op zoek was naar escapisme. Mensen zochten hun toevlucht dus in vrolijke muziek. Het waren gouden tijden voor jazz. Swing onderscheidde zich van Dixieland en voorgaande stijlen door meer plaats te maken voor solo-improvisaties en de intrede van de saxofoon in de jazz-muziek. De saxofoon werd door de Belgische Adolphe Sax in 1846 uitgevonden en maakte dat er in die zin ook voor België een rol in de ontwikkeling van het genre was weggelegd.

Geschiedenis van jazz in Brussel

De eerste drie Europese landen waar Jazz gespeeld werd, waren Groot-Brittannië, Frankrijk en België. De eerste sporen van het genre vonden hun intrede tijdens de Eerste Wereldoorlog, Amerikaanse troepen brachten de eerste tekenen van jazz mee over de oceaan. De echte doorbraak van jazz in Brussel volgde echter pas na de Eerste Wereldoorlog. Het eerste echte jazz optreden in België vond plaats in Théâtre de l’Alhambra op 24 januari 1920. The Mitchell’s Jazz Kings, een Amerikaanse band onder leiding van Louis Mitchel, gaf een hele reeks optredens en het nieuwe genre sloeg direct aan. Dit zorgde voor een hele resem amateurbands die de kop opstaken in de hoop mee te kunnen surfen op het succes. Ook de filmindustrie zorgde ervoor dat jazz-muziek verspreid werd. Brussel groeide uit totals centrum van jazz in Europa met dank aan Félix Faecq en Robert Goffin.

Begin jaren 1920 bood Félix Faecq in Brussel verschillende jazz-platen aan in de Universal Music Store, onder de naam “New Rhythm Style”, wat niet zo’n gemakkelijke klus was in die periode. Het genre sprak immers slechts een beperkt publiek aan waardoor aanbieders bang waren om te blijven zitten met een te grote stock. Hoewel er in de jaren ‘20 een grote belangstelling ontstond voor het steeds populairder wordende genre, werd jazz nog niet serieus genomen. Waar we nu eerder rustig naar jazz kunnen luisteren tijdens een optreden, was het oorspronkelijk een genre waar hevig op gedanst werd in verschillende clubs. Het genre werd geassocieerd met een lagere sociale status en had voornamelijk een entertainment-functie. Het elite-kantje is dus later ontstaan.

In de jaren 1930 had jazz in België al wat meer bekendheid gewonnen en werden recensies steeds belangrijker. Hier kwam poëet Robert Goffin in het beeld. Hij recenseerde de nieuwste platen en wilde de Belgen meer bewust maken van het genre. Félix Faecq vond dat jazz nood had aan organisatie en structuur en kwam met het idee om een jazz club op te richten die geïnspireerd was op Touring Club de Belgique. Met negen werd deze nieuwe Jazz Club de Belgique opgericht en voorgesteld aan het publiek in 1932 tijdens het eerste toernooi voor jazz-amateurs. Robert Goffin was voorzitter, André Ache nam de functie van secretaris op en Félix Faecq zelf was penningmeester.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd jazz verboden door de Duitsers die het land bezetten. Jazz werd gezien als vijandsmuziek omwille van de Amerikaanse oorsprong. Toch weerhield dit de mensen er niet van om van deze muziek te blijven genieten, hoewel de platen vanaf dat moment moeilijker te verkrijgen waren. In tegenstelling tot wat de Duitsers met dit verbod voor ogen haddenzagen, steeg het aantal orkesten en bands en kwam de populariteit van jazz tot een hoogtepunt. Meer en meer platen werden opgenomen en om de verboden Amerikaanse muziek te verdoezelen, werden er nieuwe namen gegeven aan de nummers. Door de vele jazzclubs die geleidelijk aan waren ontstaan, bleef het live beluisteren echter geen enkel probleem.

De Brusselaar Stan Brenders, die over heel Europa gekend was als jazz pianist en orkestleider, maakte ook naam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij maakte onder andere muziek op de zender Radio Brussel, een zender waarbij een groot deel van het personeel zich ophield met collaboratieve partijen. Dit zorgde ervoor dat propaganda verwerkt werd tussen de programma’s door. Ook zijn orkesten werden enkele keren door de Duitsers opgenomen om later uit te brengen in Duitsland. Brenders werd uiteindelijk dan ook vervolgd voor vermoedelijke culturele collaboratie met de Duitsers. Na de oorlog nam hij het bekende café l’Archiduc op de Dansaertstraat over, waar hij zelf vaak optrad, om het verder uit te baten. Hij overleed in 1969. Na de bevrijding werd Brussel hét centrum bij uitstek van het ontspanningsleven en liet de jazz nog meer openbloeien.

De jazz-scene in Brussel vandaag

Nog steeds is Brussel een echte jazz-stad. Jaarlijks vinden er verschillende festivals plaats die liefhebbers van het genre naar de hoofdstad lokken zoals bijvoorbeeld de Brussels Jazz Marathon. Verder bevinden zich in Brussel ook talrijke clubs waar je gevestigde waarden en nieuw bloed kan ontdekken. Enkele clubs waar je zeker eens een kijkje moet nemen zijn onder andere The Music Village, Sazz ’n Jazz, Bizon, Roskam, Kumiko, Marni Club…

Met Toots Thielemans is Brussel in 2016 een grote jazz-held verloren, maar de grenzen van jazz worden heden ten dage nog steeds verlegd. Veel jong talent zoekt zijn weg door de verschillende clubs en probeert zo zijn eigen draai te geven aan het genre. Er zijn genoeg initiatieven die jazz in de hoofdstad zichtbaar willen maken. VEen voorbeelden hiervan zijn JAZZ.brussels, een initiatief van Brosella (organisator van verschillende muziekevenementen), Brussels Jazz Orchestra (wereldberoemd, vele prijzen op hun naam en opgericht in 1993 in the Sounds Jazz Club die steeds podium biedt aan nieuw talent) , Flagey (een van de grootste cultuurhuizen van Brussel), Jazztronaut en Jazz Station (jazzlab met verschillende activiteiten omtrent jazz gelegen in een gerenoveerd treinstation), visit.brussels en het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Samen willen zij het jazz-aanbod in de stad zichtbaarder maken, ondersteunen en stimuleren.

Meer lezen? Ga naar: http://www.muzikaalerfgoed.be/voor-erfgoedliefhebbers/over-muzikaal-erfgoed/60-muzikaal-erfgoed-van-de-jazz/publicaties/154-de-jazzbiografie

0 Comment