Studenten op de barricades

Mei ’68 en de geboorte van de VUB

Dit jaar doken we elke editie opnieuw in de archieven om een mythisch studentenprotest aan de VUB uit te lichten. Deze maand sluiten we af met het grootste studentenprotest uit Belgische geschiedenis. Het protest van mei ‘68 en haar invloed op het ontstaan van onze universiteit

In de maand mei van 1968 braken er over heel Europa grote studentenprotesten uit. Studenten eisten meer inspraak in het universiteitsbestuur, maar heel vaak was de boodschap breder dan enkel dat. Ze protesteerden tegen het kapitalisme over het algemeen, tegen het imperialisme en het militarisme, maar ook bijvoorbeeld tegen seksuele repressie. Zo was het ook aan de ULB.

In de loop van de jaren ’60 braken er al meerdere keren protesten uit aan de ULB. Mannelijke studenten waren toen nog sterk in de meerderheid, maar dat betekende niet dat de vrouwen niet wilden deelnemen aan het studentenleven. Net zoals nu nog steeds het geval is, waren de studentendopen in die tijd naakt. In de ogen van de rector was het echter onduldbaar dat de vrouwelijke studenten op die spektakels aanwezig waren. Hij laste dan ook een officieel verbod in op de aanwezigheid van vrouwen op studentendopen. De studenten waren heel verontwaardigd en hielden hier dus nauwelijks rekening mee. De meeste studenten hadden in die tijd ook geen stemrecht, omdat de meerderjarigheid nog op 21 jaar lag. In de maatschappij werden ze dus erg bevoogdend behandeld. Veel studenten waren hier niet mee akkoord en wilden meer zeggenschap en inspraak, zowel in de Raad van Bestuur van de universiteit als in de maatschappij als geheel.

“De Griekse ambassade was toen nog gehuisvest tegenover de ULB. Daarom vond er werkelijk een kat-en-muisspel plaats tussen de studenten en de rijkswacht.”

Prof. Frank Scheelings, coördinator van CAVA

Van ‘Walen Buiten’ naar ‘Bourgeois Buiten’

Op 13 mei 1966 deden Belgische bisschoppen een autoritaire verklaring met het doel om elke stem over de splitsing van de universiteit in een Nederlandstalige en Franstalige instelling het zwijgen op te leggen. Dat kwetste niet alleen de Vlaamse gevoelens in Leuven, maar ze maakten ook voor eens en voor altijd duidelijk dat ze geen enkele vorm van inspraak duldden. Hieruit kwam de meirevolte van 1966 voort, waarbij honderden en later duizenden studenten in Leuven de straat op gingen, die door de rijkswacht hardhandig uit elkaar geslagen werden. In Brussel waren de professoren en studenten solidair met de acties in Leuven.

Twee jaar later, in januari 1968, bleek uit een nieuw expansieplan van de Franstalige Academieraad dat de Franstalige faculteiten in Leuven behouden zouden blijven. De rellen die daarop uitbraken, waren van een heel andere orde dan voordien. Eerder riepen de studenten nog ‘Walen buiten’, daarna werd die slogan voorgoed vervangen door ‘Bourgeois buiten’. De beweging werd veeleer anti-autoritair en antikapitalistisch in plaats van anti-Franstalig. Ook in Brussel bleven de studenten niet bij de pakken zitten, en er ontstond een beweging die zich onder meer keerde tegen de Vietnamoorlog, tegen het racisme in de Verenigde Staten, tegen het kolonelsregime in Griekenland en die daarnaast opkwam voor een meer democratische universiteit.

Slogans op de muren van de ULB ‘De revolutie maakt het buitengewone tot iets van elke dag’, ‘Weg met Salazar en Franco’, ‘Franco, nazi’.
© Archief ULB

Griekse avond aan de ULB

Prof. Frank Scheelings, coördinator van CAVA, weet ons te vertellen dat de situatie aan de ULB niet explodeerde over de Vlaamse eis, maar specifiek over het kolonelsregime in Griekenland. Op 13 mei vond er een Griekse avond plaats op de ULB met als gast Melina Markouri, een Griekse zangeres in vrijwillig ballingschap die in verschillende landen actie voerde tegen het Griekse regime. Het militaire regime daar was erg autoritair en liet iedereen met vermeende linkse sympathieën arresteren. De studenten waren hier erg tegen gekant. Na de Griekse avond vond de eerste opstoot op de ULB plaats.
De Griekse ambassade was toen nog gehuisvest tegenover de ULB. Daarom vond er werkelijk een kat-en-muisspel plaats tussen de studenten en de rijkswacht. Die week bezetten de studenten op een vreedzame manier ook Aula Janson aan de ULB. Ze kwamen nog meermaals op straat, waar de sfeer iets grimmiger was, door de confrontatie met de rijkswacht en occasionele rookbommetjes.
De revolterende studenten hadden een breed spectrum aan eisen, aldus Scheelings. Binnen de universiteit ging het over meer inspraak en pleitten ze voor een democratische en kritische universiteit. In de toenmalige Raad van Bestuur waren er namelijk negen plaatsen voor de rector en decanen, en de rest van de zetels werden ingevuld door gecoöpteerden. Die werden gekozen binnen de Raad en dat waren veelal de grote mannen van onder andere Solvay en de bedrijfswereld. Studenten hadden er geen enkel zeggenschap. De Raad van Bestuur was een oligarchie, waarbij vooral de voorzitter een belangrijke rol speelde. Daarnaast was er veel willekeur bij het afleggen van examens, waar de studenten ook verandering in wilden brengen. De reglementen binnen de universiteit en het onderwijs over het algemeen waren volgens hen sterk verouderd.
Op de spandoeken die de studenten uithingen, ging het zowel over de democratisering als over internationale politiek. Net als in de rest van de wereld waren er veel studenten die protesteerden tegen de Vietnamoorlog. Als je als student geen voldoende hoge punten haalde, verviel je uitstel van de verplichte legerdienst. In de Verenigde Staten betekende dat vaak dat je als student moest gaan vechten in Vietnam, maar ook in België bestond deze maatregel, waardoor de Belgische studenten zich betrokken voelden. Het ging nog verder dan dat: de studenten waren over het algemeen tegen de gevestigde orde en sterk anti-Amerikaans. Het was een ideologische beweging die zich liet inspireren door onder andere Marx, Lenin en Mao, en ook Che Guevara was een groot voorbeeld.

Op 22 mei 1968 erkenden de studenten niet langer het gezag van de autoritaire Raad van Bestuur. In de plaats daarvan organiseerden ze vrije vergaderingen

Gezag Raad van Bestuur valt

In de tweede week kwam de revolte volgens Scheelings tot een hoogtepunt. “Op 22 mei 1968 erkenden de studenten niet langer het gezag van de autoritaire Raad van Bestuur. In de plaats daarvan organiseerden ze vrije vergaderingen. Het speerpunt van die vergaderingen was voornamelijk een democratische universiteit.” Naast de vrije vergaderingen van de studenten, was er ook een platform ontstaan van het Brussels Studentengenootschap en de Vlaamse Vereniging van Professoren. Zij eisten dat de ULB één universiteit zou blijven, maar met aparte afdelingen. Dit platform hield ook vrije vergaderingen, net als de studentenbeweging. Er bestonden in feite twee bewegingen naast elkaar.
Sinds de jaren 1960 kreeg de ULB subsidies voor tweeledigheid, maar er was een gebrek aan transparantie. “Door de gesloten boekhouding wist niemand wat er met de subsidies gebeurde. De Nederlandstaligen vermoedden dat er van dit geld te weinig naar de Nederlandstalige kant ging,” vertelt Scheelings. Dat was deel van de basis waaruit het platform met eisen voor Nederlandstalige studenten ontstond. Op 30 mei lekte een tekst van toenmalige rector Homès naar Het Laatste Nieuws, waaruit bleek dat hij reeds in april intern verklaarde dat de unitaire structuur van de ULB onhoudbaar was. Men ging dit al snel ‘het testament van Homès’ noemen. Dit ging verder dan de eis van het platform van het BSG en de Vlaamse Vereniging van Professoren, want zij durfden toen nog niet aan een volledige splitsing denken.

Een nieuwe universiteit komt op gang

Op 13 juni stichtten de diverse Vlaamse verenigingen een Coördinatiecomité voor de Nederlandstalige Universitaire Gemeenschap (CONUG). Ze gaven het startschot van de voorbereidingen voor een nieuwe universiteit. In juni 1968 was de politieke context in België zeer gepolariseerd gezien de val van de regering en de op de spits gedreven taalkwestie. De democratische studenten zaten daarentegen niet in met of er al dan niet taalpariteit werd ingevoerd, maar kwamen vooral op voor groepspariteit, wat betekent dat studenten, assistenten, administratief personeel, hoogleraren en decanen in gelijke mate vertegenwoordigd zouden moeten zijn in het onderwijsbestuur.
In december 1968 keurde de ULB de structurele verdeling van de twee universiteiten goed. Er kwam een Nederlandstalige Raad van Bestuur en aan Franstalige kant een commissie die de zelfstandigheid van de ULB onder de loep ging nemen. In 1969 werd de splitsing voltrokken.
Na het ontstaan van de VUB ging de strijd voor groepspariteit verder. Uiteindelijk werd er een systeem gevonden waarbij geen enkele groep in de meerderheid was. Naast de voorzitter en de rector waren er vertegenwoordigingen van de faculteiten, professoren, assistenten, (oud-)studenten en kleine vertegenwoordigingen van het ATP (administratief en technisch personeel). De studenten waren op de lager gelegen echelons betrokken bij het bestuur van het onderwijs maar niet bij het onderzoek. Ook vonden de verkiezingen nog altijd plaats binnen elk niveau, waardoor de studenten nog geen stemrecht hadden bij bijvoorbeeld de rectorverkiezingen. Andere eisen werden ook ingewilligd, zoals het recht om de professoren en hun cursussen te evalueren. Zo kregen de studenten de kans kritischer te zijn en kwam dit ook het democratisch gehalte van de universiteit ten goede. De willekeur bij het afnemen van examens verminderde en de universiteit werd opener naar de buitenwereld.

Het is dankzij de strijd die de studenten in 1968 en de jaren errond hebben gevoerd, dat wij nu studeren aan een universiteit met een studentenraad waar we vertegenwoordigd worden en waar we kritisch kunnen zijn. Zo zie je maar dat strijd loont.

Lees ook de andere artikels in de reeks ‘Studenten op de barricades’:
Dutten met een doel
Bologna zonder praten is kut”
“Decreet in je reet”
De eerste Saint Verhaegen
Toen studenten nog rectoraten bezaten

 

Slogan van Mao Zedong op de muren van de ULB
© Archief ULB
0 Comment