Van Der Meeren-koten: een nieuw begin?
De iconische Willy Van Der Meeren koten waren enige tijd bedreigd, maar daar heeft de vakgroep Architectuur een stokje voor gestoken, waardoor er een groot deel van de koten toch bewaard zal blijven. Wat er nu met het merendeel van de koten zal gebeuren is nog onduidelijk, maar er zijn al verschillende voorstellen.
Willy Van Der Meeren stond sinds de jaren ‘50 bekend om zijn goedkope, degelijke structuren in België. Hij wordt vaak gezien als een van de sleutelfiguren in de naoorlogse architectuur. Hij kwam in 1970 aan de VUB doceren en kreeg de opdracht de studentenkoten op campus Etterbeek te ontwerpen. Van Der Meeren wou de studentenwoningen eigenlijk buiten de campus plaatsen, waardoor de studenten zich meer onder andere bewoners zouden mengen, maar de VUB dacht dat een gecentraliseerd studentendorp een sterker beeld voor de gloednieuwe universiteit zou vormen. Het volgende plan van Van Der Meeren was om mobiele woningen in het midden van de campus te plaatsen die makkelijk verplaatst konden worden. Hij deed dat zodat ze later naar Jette konden verhuizen, of zodat ze bijvoorbeeld helemaal naar het buitenland verplaatst konden worden voor een tijdelijke zomer workshop, vertelt Ine Wouters, professor Architectuur aan de VUB, maar dat voorstel werd ook afgekeurd. Aloïs Gerlo, de toenmalige en eerste rector van de VUB, vreesde dat het te veel op een zigeunerkamp zou gaan lijken. “Het moest een definitieve structuur zijn met duurzaam materiaal. Het was dus niet bedoeld als tijdelijke oplossing. Er werd geen verschil gemaakt tussen deze gebouwen en de andere gebouwen die op de campus staan”, legt Ine Wouters verder uit. Daarna kwam Van Der Meeren met de geprefabriceerde studentenwoningen die nu de kern zijn van de VUB campus. “Willy Van Der Meeren was enorm geïnteresseerd in de mens en het comfort van de mens. Zijn doel was om voor minder geld, meer comfort en meer ruimte aan te bieden. Wij zien daar veel waarde in omdat het zulke menselijke units zijn waar de leefkwaliteit onevenaarbaar is met de nieuwe koten”, vertelt Ine Wouters. De koten waren deels geprefabriceerd en toen de bouw in 1973 begon werd er om het kwartier razendsnel een nieuwe unit neergezet. Nadat de modules geplaatst waren, moesten alleen nog de badkamers, keuken en ramen erin gezet worden waardoor er tijdens het academiejaar van 1973-1974 al studenten in konden leven. Dit was een grote stap voor de universiteit. Door zelf woningen te voorzien voor studenten kon de VUB zich makkelijker losmaken van de Franstalige ULB.
“Hoe lelijk het ook is, het is écht VUB, of men dat nu wil of niet, het hoort erbij.”
Sarah Marsman, masterstudente Kunstwetenschappen en Archeologie
Studentendorp als doolhof
Van Der Meeren ontwierp het studentendorp als een labyrint, omdat de spirit van mei ’68 nog steeds prominent aanwezig was en gaf de studenten daarmee een voordeel. Door het studentendorp als doolhof te ontwerpen met overal willekeurige ingangen, trappen en paadjes, konden de studenten makkelijker hun weg vinden dan de politie of autoriteiten tijdens opstanden. De vier originele kleuren (geel, blauw, grijs en rood) waren bedacht zodat het niet te moeilijk zou worden om de weg te vinden. De groene koten zijn later, in 1978, toegevoegd voor studenten met een beperking. Hierdoor voelen de studenten zich echt eigen op de campus, omdat zij als geen ander de weg kennen door de natuur en het groen wat overal doorheen woekert. “In het domein waar de studentenwoningen op staan kan je echt tot rust komen en de seizoenen ervaren. Het zou nog groener kunnen worden wanneer de terrassen voorzien worden van een groendak, maar ik weet verder niet hoe we een groenere campus zouden kunnen bekomen”, vertelt Ine Wouters. Door dit zo op te stellen hebben de koten een speciale plaats in het hart van iedereen die er zelf gewoond heeft, of vaak langskomt. Sarah Marsman, masterstudente Kunstwetenschappen en Archeologie, heeft in het kader van het toekomstig 50 jarig jubileum van de VUB onderzoek gedaan naar de Van Der Meeren koten. Zij vindt dat de koten de mentaliteit van de VUB laten zien. “Het weerspiegelt echt het gedachtegoed van de vrijzinnige VUB: we zijn rebels, we volgen niet en we zeggen het als we het er niet mee eens zijn. Dat is iets wat de nieuwe gebouwen niet uitspreken, omdat ze zo veel voorkomend zijn. Het heeft geen eigenheid, het is gewoon niet creatief of vernieuwend. De Willy Van Der Meeren koten zijn echt typerend voor de VUB, net zoals de grote betonbouw. Hoe lelijk het ook is, het is écht VUB, of men dat nu wil of niet, het hoort erbij.”
Er zijn al veel plannen geweest voor de nieuwe invulling van de koten, maar een ding is zeker: ze zullen niet meer als studentenwoningen gebruikt worden. “Ook al willen wij nog steeds het liefst dat ze als studentenwoningen gebruikt kunnen worden, is dat financieel niet meer mogelijk voor de VUB”, licht Wouters toe. Omdat de studenten daar te veel vierkante meter hebben, veel meer dan in de andere nieuwbouw koten. Als er in de toekomst nog studenten in zouden wonen, zou de prijs flink stijgen, waardoor het niet meer betaalbaar zou zijn.
Renovaties
De renovaties van de nieuwe koten gaan tot nu toe moeizaam. De andere koten, die aan het eind van dit academiejaar leeggehaald zouden moeten zijn, zullen volgens de actuele plannen bijna allemaal blijven staan en verschillende functies krijgen. Het is nog niet helemaal zeker wat er allemaal in komt te zitten. “Vandaag kan ik echt nog niet zeggen wat de plannen zijn. Er is een tijdslijn, maar die verandert elk half jaar. Het is al zo vaak veranderd dat ik niet meer weet welk plan het meest recent is”, vertelt Ine Wouters. Het volledige gele blok wordt uitbesteed aan verschillende onderzoeksgroepen. Op dit moment heeft het Circular Retrofit Lab al een jaar geleden een unit in beslag genomen. Dit lab test nieuwe materialen en structuren in de bestaande koten.
Duurzaam afbreken
Als het zwembad helemaal klaar is, zullen ook de resterende blauwe koten tegen de vlakte gaan, de eerste modules zijn al in 2016 weggehaald om plaats te maken voor de werken daar. De overgebleven koten zullen plaatsmaken voor een nieuw gebouw. Ze zullen erg zorgvuldig uit elkaar worden gehaald, om ervoor te zorgen dat er zo veel mogelijk van de ruwbouw wordt hergebruikt. Hierdoor zal deze fase wel wat langer duren, omdat alles voorzichtig behandeld moet worden, maar zo wordt de totale afvalhoop van de VUB wel verkleind tijdens de werkzaamheden. “Van de VUB mag alles aangepast worden, maar wij proberen zo veel mogelijk van de bestaande structuur te behouden zodat het erfgoed niet veranderd wordt”, verteld Ine Wouters verder. Dit is ook waar het Living Lab over gaat, een onderzoeksproject waar Ine Wouters deel van uitmaakt over het renoveren van naoorlogs erfgoed wat komende zomer in de gele koten kan intrekken. Bij de renovatie wordt er ingezet op vier belangrijke aspecten: energie, economie, transformeerbaarheid en erfgoed. De koten zijn nog niet officieel beschermd erfgoed, dat is gevaarlijk. “Het voordeel van zo’n erfgoed-statuut is dat er met zo’n gebouw niet zomaar iets mee gedaan kan worden. Het zou de VUB belemmeren om ermee te doen wat ze willen”, vertelt Marsman. Zo’n erkenning zou volgens haar en Wouters wel moeten gebeuren omdat de koten belangrijke gebouwen vormen in de geschiedenis van de VUB.
“Het is al zo vaak veranderd dat ik niet meer weet welk plan het meest recent is”
Ine Wouters
Voor en door studenten
Voor de invulling van de koten zijn er verschillende voorstellen, zoals bijvoorbeeld een FabLab, VUB hotel voor tijdelijke onderzoekers of een ‘artists in residence’ programma. Plannen die uiteindelijk toch niet doorgaan. Maar er ligt nog veel op tafel, alleen weten weinig mensen wat die concrete plannen nu zijn. “De VUB heeft geen moeite gedaan om dit aan ons, de studenten, te vragen”, zegt Sarah. “Dit zou een enorme kans moeten zijn voor de VUB om te laten zien hoeveel inspraak de studenten nu echt hebben op de universiteit.” In haar onderzoek stelt Sarah ook een paar projecten voor zoals een museum gerund door studenten, een nieuw KultuurKaffee of het ‘Laatste Nacht Project’ (een laatste overnachting voor oud-kotgenoten, n.v.d.r.). “Toen ik net op de campus woonde, kwam er een man met z’n kindje langs die vroeg of hij naar binnen mocht. En die zei toen: ik heb hier 30 jaar geleden gewoond, toen stond die zetel er ook al. Dat is toch een super leuke kans om een keer terug te komen en dat te laten zien. De koten moeten eigenlijk in de handen van de vrijzinnige studenten blijven zodat de originele bedoeling er in blijft zitten en deze community voort kan leven. Het moet iets voor en door de studenten zijn. Voor mij moet het KultuurKaffee op de campus, zoals het hoort, niet in een nieuw saai flatgebouw.”
Bijna klaar? Of net begonnen?
De VUB is al sinds 2016 bezig met bouwen en renoveren op de campus, maar is het hierna klaar? Nee. De grote klus moet nog komen. De gebouwen F en G zijn namelijk ook klaar voor een stevige opknapbeurt. Hiervoor worden er waarschijnlijk gebouwen aan het treinstation opgekocht zodat de diensten van F en G daar tijdelijk naartoe kunnen verhuizen. “Een collegezaal is al moeilijk te verhuizen, maar voor een labo chemie is dat bijna onmogelijk en daarom zijn ze nu aan het kijken wat tijdelijk kan verhuizen en wat definitief verhuisd moet worden”, legt Wouters uit. De diensten die definitief moeten verhuizen, moeten daar eerst plek voor hebben en zouden dus ofwel naar de gerenoveerde koten kunnen of naar het XY gebouw. “De VUB barst uit zijn voegen, niet alleen omdat er plots veel meer studenten zijn maar ook omdat de campus Kaai naar hier verhuist. Daarenboven loopt het nieuwbouwproject achter dus de mensen zijn er, maar de plaats is er nog niet”, gaat Wouters verder. Dit zorgt voor ernstige problemen en maakt het soms moeilijk om samen te werken. Er lopen veel te veel projecten op hetzelfde moment, maar het is moeilijk om er eentje voor te trekken of te kiezen wat als eerste te doen omdat ze allemaal met elkaar verbonden zijn.
0 Comment