Waarom populisme niet altijd een gevaar hoeft te zijn voor de democratie

© Steven Geussens
“In Nederland hebben rechtse ideeën de verkiezingen gewonnen”

Aan de VUB specialiseert professor Benjamin De Cleen zich in de conceptualisatie van populisme en nationalisme. Met de verkiezingen in Nederland achter de rug en de verkiezingen in Frankrijk en Duitsland voor de deur, is dit het ideale moment om populisme te doorgronden.

De Cleen: “Populisme is een politieke logica, een manier om eisen te formuleren waarbij het draait om het onderscheid tussen het volk en de elite, tussen de machtelozen en de machtigen. Populisten beweren dan voor het gewone volk te spreken. Daarin is het heel belangrijk het onderscheid te maken met nationalisme. In nationalisme draait het ook om het volk, maar eerder in de vorm van een gezamenlijke identiteit die zich afzet van mensen die daar niet toe behoren. Wanneer we het over rechtse partijen hebben is de kern van het programma niet populisme, maar eerder ultranationalisme en cultuur-racisme dat vooral draait rond de tegenstelling tussen het Westen en de islam. Het is een fout om partijen zoals het Vlaams Belang (VB), de Partij Voor de Vrijheid (PVV), Front National (FN), Alternative für Deutschland (AfD) en tot op zekere hoogte ook UK Independence Party (UKIP) louter populistisch te noemen. Het zijn eerder radicaal rechtse partijen die populistische strategieën gebruiken. Populisme is belangrijk om te begrijpen waarom die partijen succesvol zijn, maar de kern van het probleem is hun ultranationalisme en hun racistische trekken. Populisme is geen ideologie, maar een manier om aan politiek te doen. Er zijn zowel linkse als rechtse populisten dus dat is niet voldoende om een partij te begrijpen aangezien het weinig zegt over waar de partij voor staat. Linkse populisten als Syriza en Podemos hebben heel weinig te maken met de PVV of FN en hebben ook een heel ander maatschappelijk project.”

(Lees verder onder de foto)

Benjamin De Cleen, professor aan de VUB en specialist inzake populisme en nationalisme
© VUB

Populistische partijen zie je dus overal, partijen aan zowel de linker- als rechterzijde hebben een aanzienlijk deel van de kiezers weten te overtuigen. Zijn zo’n partijen een gevaar voor de democratie?

“Net om die afweging te maken, is het belangrijk populisme en nationalisme van elkaar te scheiden. Heel vaak wordt populisme als ondemocratisch gezien, maar vaak is het eigenlijk het ultranationalisme dat als een probleem voor de democratie wordt beschouwd, niet het populisme op zich. Toch houdt ook populisme risico’s in, afhankelijk van hoe het gebruikt wordt en door wie. Het bekritiseren van de elite kan heel ver gaan, het kan ingaan tegen elke vorm van kennis of tot een retoriek leiden van één volk dat vertegenwoordigd wordt door één leider. Dat is wél problematisch. Maar die democratische risico’s zijn niet noodzakelijk aanwezig in elke vorm van populisme. Populisme kan ook net heel democratiserend werken, door bijvoorbeeld op te komen voor groepen waar anders niet naar geluisterd wordt. Het gemeenschappelijke aan populistische stromingen is het gevoel dat de huidige machthebbers de eisen van het volk niet inwilligen. En zo kan het erin slagen heel veel verschillende groepen samen te brengen die zich verzetten tegen de machthebbers van het moment. Hoe dan ook is het een ambigu verhaal. Dat het ultranationalisme van onder andere Wilders (PVV, nvdr.) en Le Pen (FN, nvdr.) gevaren voor de democratie inhoudt, is veel evidenter. Die partijen respecteren ondertussen grotendeels de spelregels van de democratie als systeem wel, maar niet de democratische waarden.”

Is het succes van populistische partijen een kenmerk van deze tijd of zijn die populistische elementen altijd al aanwezig geweest?

“Men denkt altijd dat populisme heel recent is, maar het is geen recente term. Al in de 19de eeuw was er sprake van populisme in Rusland en later ook in de Verenigde Staten. In de jaren 1960-70 is er veel over de situatie in Latijns-Amerika geschreven. De laatste twintig jaar spreken we daar ook in Europa heel veel over. Dat is echt niet zo recent. Bij elke verkiezingen heeft men het weer over de opkomst van populisme, maar eigenlijk zijn we daar al vele jaren constant over bezig. Als je kijkt naar het succes van het Vlaams Blok, nu Vlaams Belang: op Zwarte Zondag in 1991 had de partij al populistische elementen. Die zijn daarna nog veel sterker geworden. Maar het Vlaams Belang was electoraal veel sterker in het begin van de jaren 2000 dan nu bijvoorbeeld. Populisme is dus niet overal aan een opmars bezig denk ik. In België zijn er periodes geweest dat het populisme veel sterker stond dan nu. Het probleem is dat historische reflectie vaak ontbreekt in politieke journalistiek en politieke debatten, waardoor een fenomeen zoals populisme telkens opnieuw een recent fenomeen lijkt te zijn. Bij elke verkiezing wordt gezegd dat radicaal rechts en populisme sterker worden, terwijl dat empirisch niet altijd klopt. In sommige landen is dat inderdaad het geval, in andere landen niet. In Duitsland wel. In Frankrijk staat het FN nu wel sterker dan ooit, maar die partij staat al langer sterk. En in België is dat bijvoorbeeld helemaal niet waar.”

“Vandaag is de nijpende kwestie eerder de blijvende en groeiende sterkte van radicaal rechts in sommige landen.”

Een vorm van hysterie soms?

“Misschien geen vorm van hysterie, wel een element van hype. Een woord als populisme wordt dan geweldig gehypet. Opeens is alles populisme en is dat het grote probleem. Vandaag is de nijpende kwestie eerder de blijvende en groeiende sterkte van radicaal rechts in sommige landen. Het hypen van het woord populisme heeft trouwens ook de impact van radicaal rechtse populisten op de politiek versterkt. Er wordt steeds over gesproken en door hen achterna te lopen probeert men er stemmen mee terug te winnen. Maar ook door mee te stappen in het verhaal van die radicaal rechtse partijen dat zegt dat zij de stem van het gewone volk zijn. Hoewel een grote meerderheid van de bevolking niet stemt voor die partijen, zijn we de kiezers van radicaal rechts toch als ‘het volk’ gaan beschouwen. Bovendien is de term populisme ook als een eufemisme voor radicaal rechts beginnen fungeren.”

Er is nogal wat onenigheid over wat het resultaat van de verkiezingen in Nederland betekent. Sommigen benadrukken dat PVV wel gewonnen heeft aangezien ze vijf extra zetels winnen terwijl zowel VVD en PvdA zetels verloren hebben. De Duitse pers spreekt dan weer over Rutte als de held van Europa omdat er geen sprake meer zou zijn van een Nederlandse exit uit de Europese Unie, dankzij zijn ‘verkiezingsoverwinning’. Hoe ziet u dat?

“Dat is niet zo simpel te evalueren. Voor het voortbestaan van de Europese Unie is het een goede zaak dat Wilders niet mee de regering vormt. Los daarvan zijn er twee manieren om naar politiek en wie er gewonnen heeft te kijken. Aan de ene kant is dat degene die het meeste zetels heeft, die de regering vormt, die eerste minister wordt, enzoverder. Aan de andere kant kan men kijken naar welke ideeën er gewonnen hebben. In het geval van partijen en postjes kan je zeggen dat Rutte niet echt wint, maar de VVD blijft wel de grootste. Wanneer je kijkt naar ideeën en de mate waarin Rutte naar rechts is verschoven in een poging om stemmen af te nemen van de PVV, dan hebben zeer rechtse ideeën het gehaald en heeft de verkiezing wel geleid tot een verdere verrechtsing van de Nederlandse politiek. Bij het analyseren van verkiezingsuitslagen is het altijd belangrijk die twee zaken van elkaar te onderscheiden. In Nederland is er al langer een verrechtsing aan de gang waarbij een partij of een bepaalde persoon, in dit geval Wilders, wel grotendeels van de macht kan worden gehouden, maar dat is ten koste gegaan van een verrechtsing van het hele politieke spectrum. Vlaams Belang-voorzitter Van Grieken zei dat het een winst is van de thema’s van rechts zoals nationale identiteit, migratie, islam. En dat klopt volgens mij ook.”

“Het woord populisme is gehypet.”

Is Nederland nu een voorbode voor de komende verkiezingen in Europa?

“Dat is heel moeilijk te zeggen want verkiezingen gebeuren in een specifieke, lokale context. Journalisten en politieke commentatoren zien heel graag parallellen. Er is de Brexit, gevolgd door Trump, gevolgd door Nederland, gevolgd door Frankrijk, enzoverder. Overal zou het gaan om het rechtse populisme versus de rest. Natuurlijk is het belangrijk om naar zo’n tendensen te kijken, maar tegelijk mogen we de lokale context niet vergeten. Bovendien moeten we opletten om niet te snel sociologische conclusies te trekken uit verkiezingsuitslagen. Uiteraard is de overwinning van Trump ongelooflijk belangrijk en moeten we goed analyseren wie op Trump heeft gestemd en waarom, maar de Amerikaanse verkiezingen waren heel spannend. Trump had ook kunnen verliezen, dan had de situatie er helemaal anders uitgezien terwijl het stemgedrag van mensen er maar lichtjes anders uitziet. Men moet hard opletten met veralgemeningen. Het is wel belangrijk dat Wilders in Nederland geen enorm groot succes heeft behaald. In de eerste plaats voor Nederlands zelf, maar mogelijk ook voor de Duitse en Franse verkiezingen. Radicaal rechtse partijen maken natuurlijk gebruik van het narratief van Brexit, Trump, enzoverder als een opeenvolging van momenten waar het gewone volk zich afzet tegen de zogezegde multiculturalistische, globalistische elite. De Nederlandse verkiezingen kunnen alvast een beetje moeilijker in dat narratief worden geplaatst.”

0 Comment