© Alan Jockmans
Een mobiliteitsplan wordt opgesteld voor de komende tien jaar en moet bijgevolg bestand zijn tegen de ontwikkelingen van onze samenleving in die periode. Het is dus een beetje de toekomst voorspellen en daarom wil de regering niet alleen luisteren naar experts, maar ook naar inwoners, gemeenten, verenigingen, bedrijven, openbaar vervoersmaatschappijen en administraties. En studenten. “Want”, zo bevestigde minister Smet in een interview met de Moeial, “het is voor álle gebruikers van Brussel. En studenten zijn in feite ook Brusselaars. Tijdelijke Brusselaars en daarna hopelijk definitieve Brusselaars”.
Studenten doen de stad bewegen
De minister benadrukte evenwel te geloven in de kracht van het initiatief en moedigt de studentengemeenschap aan om nog meer achter de vodden van de politiekers te zitten. “Politiek moet meer dingen mógelijk maken, vandaag maakt politiek te veel dingen ónmogelijk”. In het uitgebreide interview met Pascal Smet, spraken we verder over óf en hóe studenten kunnen wegen op beleid van hun studentenstad, over confrontaties met het onbekende en de kracht van een idee. “Een échte stad zoals Brussel is voor jullie, studenten, niet alleen een uniek laboratorium, maar bovendien ook de toekomst.” En om dit alles te illustreren, voerde de minister zijn discours op de spits met de nu al historische simile: “Brussel is een hoer”. Uiteindelijk bevestigde hij nog dat Brusselse folklore “in het hart van de stad moet kunnen gebeuren.” Een vette knipoog alvast naar de BSG-vice (coördinator Saint V-optocht, n.v.d.r.) van volgend jaar.
0 Comment