Rockrace 2016, de finale: Frøwst! Frøwst! Frøwst!

Bloeddorstigheid was er genoeg bij Swap Meet; een beetje (veel) Pavement, Sonic Youth en Wavves. Opener ‘Excellent choice’ klonk nog wat geremd, maar in ‘Infinite bike rides’ hoorden wij de lekkerste hook van de avond. Hebben wij stiekem een boontje voor, bands die als kamikazes de AB willen bestormen, en afsluiter ‘Trolley’ was daar de exponent van. Daarvoor, in ‘Beautiful seizures’, bleek het wel een tenenkrommend slecht idee om de zangpartij aan de andere gitarist te laten (het hielp ook niet dat we er de hele tijd ‘She shine on’ van The House of Love in hoorden, maar dat zal wel een allerindividueelste ervaring zijn, hopen we toch). Niet dat Swap Meet in aanmerking kwam voor de titel: daar was nieuw materiaal voor nodig. Kan verder nog wel wat worden, dat Swap Meet.

Celine en haar Katers
© Emily Schennach, de Moeial

Ook Celine en Haar Katers overtrof de voorrondeverwachtingen. Wij krijgen bij tijd en wijlen nog steeds de krelkespis van de teksten. Het gezelschapsspelletjes lied, bijvoorbeeld. En Elisa die voor het raam wacht op een prins om haar suikerspin met hem te delen, is dat een metafoor voor klantenbinding in de Rue d’Aerschot? Maar de setinvulling was geslaagd. Van alle bands had Céline en haar Katers, vergeleken met de voorronde, de meeste evolutie in de sound: het Radio 1-dons wordt stilletjesaan afgeworpen en er komen psychedelischer elementen in de nummers. Enkel derde nummer ‘Roze wolk’ en afsluiter ‘Alleen maar’ behielden hun plaatsje in de setlist. ‘BXL’, bijvoorbeeld, verdween (goede zaak!) en in de plaats kwam, onder andere, een nieuw voorlaatste nummer waarin Céline met hoge uithalen de AB even kon bezweren. Wij weten nog altijd niet wat we daar precies van moesten vinden, maar daar stond wel een frontvrouw die de hele zaal kon beroeren, en dat hadden we vooraf niet durven denken.

Berrykimi
© Emily Schennach, de Moeial

Berrykrimi was Berrikrimi. Het moet frustrerend zijn om steeds aan Stikstof gelinkt te worden, want Berrikrimi pretendeert niet meer te zijn dan gewoon Berrykrimi: Brusselse, joints knallende hiphop met af en toe een flard van existentiële-crisis-veroorzaakt-door-banale-alledaagsheid in de teksten. Natuurlijk zijn de gasten van Berrykrimi geen straatratten afkomstig van de outskirts van Detroit die door hun muziek een gewisse dood als crackverslaafde ontwijken, maar het is dan ook hypocriet om aan hiphop grotere authenticiteitseisen te stellen dan aan pakweg punk of, recenter voorbeeld, de ergerlijke cumbiarevival. Berrikrimi zingt zelfs over de af te werken thesis; dan sta je nog steeds met je voeten op de grond, als je het ons vraagt. Combineer dat met een strakke set en af en toe een beat die wel te pruimen is, en Berrykrimi heeft gedaan waar het voor kwam: Berrykrimi zijn, niet meer of minder.

Frøwst
© Emily Schennach, de Moeial

Tussen optreden vier en vijf stonden wij buiten te roken toen wij de avond snel even overliepen en tot de conclusie kwamen: allemaal leuk en aardig, maar een winnaar hebben wij nog niet gespot. Toen wij naar boven snelden en op de trap de net ingezette tonen van ‘Laura’ konden ontwaren, wisten we het eigenlijk al. Frøwst heeft de Rockrace niet gewonnen omwille van de songs die blijven hangen. Frøwst heeft de Rockrace gewonnen omdat ze met hun sound de AB Club een kleine twintig minuten lang totaal overdonderd en begeesterd hebben. Wij worden geboren en sterven en daar ergens tussenin heb je de dingen die het bestaan draaglijker maken en dingen die je op de nietigheid ervan wijzen. Frøwst deed dat laatste. Gestript van alle tierlantijntjes kende zelfs Madonna’s cover ‘La isla bonita’, die Frøwst een eerste keer bracht tijdens de halve finale van Humo’s Rockrally, geen genade met het publiek. De minimalistische muzikale klonk bombastisch. Zanger Arne De Tremerie is een man die wij willen volgen. Hij creëerde een eigen wereld waarin een nucleaire winter is ingetreden. ‘Sober’ eindigde abrupt, terwijl je stiekem nog hoopt op een ultieme climax. Maar in de wereld van Frøwst is alle hoop vergeefs. Als cryptomarxistische postmodernisten (of crypopostmodernistische marxisten, we zijn er nog niet uit) kunnen wij dat beamen. Aan Frøwst het koninkrijk.

Bilbao
© Emily Schennach, de Moeial

Bilbao had de pech om de avond te moeten afsluiten na Frøwst. Wij waren nog aan het bekomen maar hadden wel gauw in de smiezen dat ook Bilbao na hun voorronde aardige stappen heeft gezet. Toetseniste en bovenal zangeres Lisa Van Melkebeke doet ons, nog steeds, aan Leslie Feist denken en daar is absoluut niks mis mee, zeker niet als ze slepend ‘Storeys high’ op gang zingt. Dromerige poprock met ruimte voor progressie. Misschien wel de verrassing van de avond, want het had niet veel gescheeld of ze hadden de voorrondes niet overleefd. Als je dan de Stoempprijs in de wacht kan slepen, wil dat zeggen dat de prestatie knap mag worden genoemd.

Frøwst wint de Rockrace, Nature Heaten de publieksprijs en Bilbao krijgt een Stoempconcert in een Brussels café.

Frøwst
© Emily Schennach, de Moeial

Wat wil een mens wanneer de wereld vergaat ? Liefde, troost, een beetje mededogen? Geef ons maar Frøwst als ultiem slotakkoord. In de mate van het mogelijke komt alles dan wel goed.

Zes bands in de finale, het is toch fundamenteel anders. Er waren dit jaar geen halve finales wegens agendaproblemen van sommige bands en als dat nog niet erg genoeg was, stond een van de halve finales ook nog eens geprogrammeerd op 22 maart. Dan maar van de zes halvefinalisten zes finalisten maken, luidde de remedie.

Blijkt dat van de nood een deugd is gemaakt. In de breedte zat het snor: alle zes waren ze finalewaardig, alle zes bleven ze staande in de AB Club, en dat is absoluut geen sinecure. Het helpt natuurlijk wel dat de speeltijd was ingekort tot twintig minuten. Minpunt: we hebben de vrees dat we geen enkele song uit de finale gaan onthouden.

Realiteit blijft: een finale is slechts zo goed en gedenkwaardig als haar winnaar. En wat dat betreft had Frøwst geen concurrentie.

Nature Heaten
© Emily Schennach, de Moeial

In de voorronde werden wij aangenaam verrast door de soul en funk van Nature Heaten. Ook toen was de zangeres afwezig, maar dat losten ze op door een speelse ongedwongenheid, een duizelingwekkend bereik van de frontman en hier en daar een uithaal van saxofonist, bassist of drummer die tot de verbeelding sprak. De verwachtingen waren dan ook niet mals, ook omdat ze vorig jaar de Kunstbende gewonnen hebben en in de VK op residentie mochten.

Lag het dan aan de verwachtingen? Deels, misschien. Het doet echter niets aan onze overtuiging af dat alle andere bands erin geslaagd zijn om het niveau van hun voorronde te overstijgen, behalve Nature Heaten. In opener ‘How we like that’ was het te lang opbouwen naar die saxuithaal, en toen ‘ie uiteindelijk de AB moest binnenstormen voelden wij slechts een kalm zeebriesje. De zanger leek nerveuzer – begrijpelijk – en koos vaker voor de veiliger weg – jammer. De setlist viel ons tegen. Het hoekiger tweede nummer nam de vaart weg en vervolgens verwerden ‘Walk the funk lane’ en ‘L.U.D.O.’ tot door het publiek gesmaakte maar al te vederlichte crowdpleasers. En toen was het gedaan.

Het leidt geen twijfel dat er talent huist in Nature Heaten. Het zit ‘m in de nuance. Hoe wil je als band je publiek naar huis zien gaan? Als ze tevreden zijn met reacties als: “We hebben gedanst, gefeest, ons vermaakt”, dan is dit de juiste weg. Verkiezen ze “Shit gast, ik ben volledig weggeblazen”, dan is er werk aan de winkel. Wij verkiezen altijd een bloeddorstige podiumprestatie boven altruïsme.

0 Comment