Brik
© De Moeial, Sarah Hamdi
Tien maatregelen om het aanbod aan studentenwoningen een duwtje in de rug te geven, dat was het opzet van het Studentenhuisvestingsplan. Negen maanden na de triomfantelijke lancering, blijkt de praktijk niet zo evident. Brik-directeur Koen Van Ryckeghem reageert nochtans uiterst positief.
Door Sofie Van Waeyenberghe
Studentenkoten zijn al langer een zwarte vlek op het Brussels woonlandschap. De hete aardappel wordt doorgeschoven tussen gewesten en gemeenschappen, en de unieke positie van Brussel als meertalige hoofdstad betekent dat de wetgeving vaak een Belgisch compromis of een juridisch kluwen is. Het tienpuntenplan is dan ook zonder meer vooruitgang áls het uitgevoerd wordt.
Koen Van Ryckeghem blijft tevreden met het initiatief van de minister-president en minister voor Huisvesting Céline Fremault: “Ik ben opgetogen over de snelheid waarmee sommige maatregelen getroffen worden. Dat is echt uitzonderlijk. Anderzijds moet je realistisch zijn, hervorming van wetteksten en ordonnanties, dat gaat traag.”
De Brik-voorzitter heeft het specifiek over het beloofde sociaal verhuurkantoor voor studenten. Zo’n verhuurkantoor is een tussenschakel tussen de privémarkt en studenten. Verhuurders vragen een iets lagere huurprijs, maar zijn door het verhuurkantoor verzekerd dat ze die ook krijgen. Het aanduiden van de directeur voor het SVK Student zit in een eindfase, en dan kan het project in praktijk van start gaan. “Dan kan het heel snel gaan, al moet je natuurlijk de woningen zelf nog vinden. Ik denk dat we naar volgend academiejaar kijken, al is dat een héél optimistische inschatting,” vertelt Van Ryckeghem.
“Het tienpuntenplan biedt een integraal kader voor verschillende problematieken binnen studentenwoonbeleid.”
Koen Van Ryckeghem Brik-directeur
Toch zijn er al enkele projecten die in de startblokken staan. Zo ontwikkelde Brik samen met PLE, de Franstalige tegenhanger, een nieuwe ‘kotzoeker’: iKOT. En hoewel een initiatief zoals de uitbouw van een internationale studentenwijk riekt naar een prestigeproject, is Van Ryckeghem een tevreden man. “Er liggen nog heel wat moeilijke processen voor ons, maar over het algemeen ben ik zeer positief. De meerwaarde van het tienpuntenplan is tweeledig. Enerzijds gaat het heel breed, en pakt het de studentenwoonproblematiek aan op verschillende niveaus. Dit plan staat ons toe om zowel naar wetgeving als naar concrete projecten zoals iKot te kijken. Allebei zijn ze belangrijk, maar ze vragen een aparte aanpak. Anderzijds is het ook een engagementsverklaring vanuit de politiek: we gaan het probleem aanpakken.”
Wat weinig prioriteit krijgt in Fremaults plan, is het effectief bijbouwen van koten. Van Ryckeghem geeft commentaar. “Daar zitten we weer op die tweespalt van bevoegdheden. Gebouwen zit op gewestelijk niveau, en onderwijs op gemeenschapsniveau. Het plan is gewestelijk, maar koten zijn gebonden aan onderwijs.” Men mikt dus op de privémarkt om het kotentekort op te vangen. Het is een gevoelig punt voor Van Ryckeghem. “Je mag niet volledig op de privémarkt rekenen om dat op te lossen. Zeker omdat we op dit moment niet over correcte cijfers beschikken.”
“De bevoegde diensten zeggen dat we tussen de 9000 en 15 000 koten tekort hebben. Op een studentenbevolking van 86000 is dat al zeer veel, maar eigenlijk zijn die cijfers uit de lucht gegrepen. We weten het niet. Dus voorspel ik dat als we de privémarkt volledig vrij spel geven, we binnen enkele jaren met een overschot aan dure koten zullen zitten, wat leegstand bevordert.” Volgens Van Ryckeghem valt dat samen met het informatietekort. Er is te weinig diversifiëring binnen het privé-aanbod. “We weten bijvoorbeeld niet hoeveel studenten de voorkeur geven aan een gewoon kot; een eenvoudige kamer met goede maar gemeenschappelijke voorzieningen. Want die zijn ook nodig, niet enkel de duurdere luxekoten. We moeten dus meer cijfers hebben en typologieën opstellen. Ik dring dan ook aan op een grootschalig onderzoek.” Zelfs als Fremaults tienpuntenplan morgen volledig activeert, is er dus nog werk aan de winkel.
Het tienpuntenplan in mensentaal: wat is er al actief en wat staat nog in de steigers?
1. De oprichting tegen eind 2015 van het eerste sociaal verhuurkantoor voor studenten (SVK Student).
2. De ontwikkeling van projecten van het intergenerationele type, met inbegrip van de studentenwoning.
3. De creatie van een label “kwaliteitsvolle studentenwoning” om de studentenhuisvestingssector homogener te maken en uiteindelijk een standaardhuurovereenkomst opstellen voor Brussel.
4. De wijziging van de normen van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) om de oprichting van studentenwoningen te vergemakkelijken.
5. De vestiging van een internationale studentenwijk binnen de oude rijkswachtschool die in de kazerne Fritz Toussaint gelegen is, het Ommegangproject en een project in de Paleizenstraat, nabij de LUCA-campus. Het gaat samen om enkele honderden koten.
6. De rechtszekerheid van de student verbeteren door de huurovereenkomst te regionaliseren.
7. De financiering verankeren en verzekeren, voor verenigingen die ijveren voor de integratie via huisvesting voor wie de core business de student is.
8. Instrumenten ontwikkelen, om de zoektocht naar studentenwoningen te vergemakkelijken.
9. De observatie en analyse van de kwantitatieve en kwalitatieve evolutie van de studentenwoning.
10. De invoering van het stuurcomité om de opvolging en de evaluatie van de ingestelde maatregelen te verzorgen.
0 Comment