Al fietsend een ander Brussel ontdekken

“We zijn weg!” Met die woorden startte een bijzondere fietstocht door het Brussel van Ismail (19), Lucas (18), Anas (16) en Zakariya (15) heen: drie jongeren die onder begeleiding van Jeugdhuis Chicago in samenwerking met Cactus&Co fietstochten aanbieden met als doel de stad een positiever imago te geven en ontmoetingen te creëren tussen mensen die normaal gezien langs elkaar heen leven.

Nadat alle gasten van de toer zijn voorzien van een degelijke fiets vertrekken we op ontdekkingsreis door het alledaagse Brussel, geleid door drie alledaagse ketjes. De eerste minuten toeren we nog door het centrum over de kenmerkende Brusselse kasseien. We naderen Manneken Pis, maar vakkundig wordt dit toeristenbolwerk vermeden en nemen we de Stalingradlaan richting het Zuidstation, een laan die mij keer op keer doet vervullen van een fijn kosmopolitisch gevoel. Vandaag geen bekende bezienswaardigheden op het programma. In tegendeel, een Islamitisch ontmoetingscentrum, de straten van Anderlecht en een boksschool moeten de hoogtepunten vormen. Bij iedere stop nemen de jongeren het woord en vertellen ze hun eigen verhalen over de plek.

Na een tiental minuten gefrustreerde automobilisten te hebben ingehaald komen we aan bij Espace Poincaré, niet verrassend gelegen aan de Poincarélaan. Van buiten ziet het gebouw er niet veelzeggend uit, het gaat op in de omgeving. Achter de gevel schuilt echter een centrum dat volgens onze gidsen van ongekend belang is. Eenmaal binnen zien we een netjes ingerichte hal, met comfortabele banken en stoelen. Vitrines in de hal stellen Arabische geschriften ten toon en mensen van verschillende leeftijden zitten ontspannen in de stoelen of lopen in en uit.

Belangrijke mannen

Ensemble, c’est mieux luidt het motto van Espace Poincaré. Ismail en Zakariya leggen uit hoe dit in de praktijk tot uiting komt. “Het centrum wordt gefinancierd door een aantal belangrijke mannen, business man,” zegt Ismail. “We weten niet precies wie het zijn, want ze willen anoniem blijven, maar zij wilden een plek creëren om sociaal contact te stimuleren. Men is hier begonnen met de Koran te lezen op verschillende manieren. Maar inmiddels is het uitgegroeid tot een centrum waar verschillende mensen samenkomen.”

Zakariya komt zelf ook vaak in het gebouw. Als we worden rondgeleid door het pand laat hij trots de verschillende projectlokalen, computerzalen en bibliotheek zien. “Dit is een hele goede plek om je voor te bereiden op je examens. Je kan hier gebruik maken van alle faciliteiten en deelnemen aan projecten voor 50 euro per jaar. Zelf zit ik ook bij de Moslim Scouts die hier hun basis hebben, we zijn bezig om een reis naar Istanboel te organiseren, gewoon als leuk uitstapje voor jongeren.” Het centrum geeft een verzorgde indruk en is voorzien van moderne faciliteiten. Zo vind je in de projectlokalen smartborden, de digitale opvolger van het krijtbord.

“Hier ben je geen Marokkaan of Turk, je bent gewoon een persoon die komt boksen.”

Lukas

Voordat we het voor gezien houden krijgen we als aandenken nog een boekje in onze handen gedrukt met als titel Wij Zijn Moslims. 150 pagina’s aan informatie over hoe een goede moslim zou moeten leven. Een eerste blik leert me dat dit aardig in lijn is met hetgeen ieder weldenkend persoon van zijn moeder meekrijgt. Maar het moge duidelijk zijn dat de Islam een bindende factor is binnen Espace Poincaré. Onze gidsen benadrukken dat dit echter niet betekent dat je als niet-moslim niet welkom bent, iedereen kan gebruik maken van de diensten, ook De Moeial.

Autostraat

We stappen weer op de fiets en slaan de zijstraatjes in die ons verder Anderlecht in leiden. We stoppen op het Alphonse Lemmensplein, een nietszeggend buurtplein dat tijdens ons bezoek wordt gekenmerkt door een grote hoop bladeren die de aanwezige bomen hebben losgelaten. Spelende kinderen maken dankbaar gebruik van de bij elkaar geveegde hoop en storten zich er in alsof het een ballenbak is.

Ismail en Zakariya nemen het woord en vragen ons wat we weten over deze buurt. Het eerste dat in mij opkomt is de zaterdagmarkt van Abattoir en die voetbalclub die haar naam dankt aan de wijk. Maar dit zijn niet de zaken waar de twee jonge heren naar op zoek zijn. Anderlecht komt geregeld negatief in het nieuws, en heeft te kampen met een slecht imago. Ismail geeft aan dat dit niet altijd terecht is, en dat er veel mensen wonen in deze buurt die zich willen bewijzen, juist omdat veel mensen zo slecht over hen denken. “Ik ken hier mensen die keihard hebben gewerkt en nu advocaat zijn, of dokter. Zij willen laten zien dat dat ook mogelijk is als je uit Anderlecht komt. Zij vormen nu een voorbeeld voor veel jongeren uit deze buurt, en versterken daarmee de gemeenschap” Zakariya geeft wel toe dat het negatieve imago ook een kern van waarheid heeft. “Brussel was slecht. In mijn buurt was het soms bijna oorlog. Maar er is zo veel verbeterd. En dat willen wij laten zien. Ik heb leerkrachten uit Gent, zelfs uit Oostende. Waarom wonen zij niet in Brussel? Dat moet veranderen.”

Voordat we weer op de fiets stappen wordt ook de autohandel aan de Heyvaertstraat als een positief punt aangehaald. Ik had hier nog nooit van gehoord, maar blijkbaar herbergt deze straat een groothandel voor tweedehands auto’s en reizen er jaarlijks duizenden Afrikaanse autohandelaren af naar deze straat om de nieuwste door ons afgedankte auto’s op te kopen. Internationaal bekend blijkt dus, maar door buitenstaanders vaak afgeschilderd als een overlast gevende handel. Niet terecht vinden de jongeren, de autoverkoop biedt werkgelegenheid voor de wijk en is daarom ontzettend belangrijk.

“Ik beschouw de jongeren die hier komen als mijn kinderen, ‘my little brothers’.”

Pablo, animator Chicago

We zetten onze tocht voort en passeren allereerst de straat in kwestie. En inderdaad is het er een bedrijvigheid vanjewelste. Na een rit langs het kanaal rijden we de Dansaertstraat op en lijken we weer in het vertrouwde centrum te komen, maar dat is uiteraard niet de bedoeling dus slaan we een zijstraat in die ons uiteindelijk bij de Brusselse Box Academy (BBA) brengt.

Boksen

Verscholen in een schoolgebouw betreden we een kleine sportzaal met mooie houten vloer. Aan het plafond hangen vlaggen van over heel de wereld. “Hier ben je geen Marokkaan of Turk, je bent gewoon een persoon die komt boksen,” zegt Lucas, “daarom hangen al die vlagen daar, er wordt hier geen onderscheid gemaakt.” Lucas bokst hier zelf ook en neemt vandaag het voortouw om ook ons enthousiast te maken voor de sport. We doen een warming-up waarna de bokshandschoenen uit de kast worden gehaald. Enthousiast legt Lucas de technieken uit die je moet gebruiken om je tegenstander te raken, terwijl je je eigen gezicht beschermt tegen het offensief.  Nadat ik mijn best heb gedaan mijn opponent een klap voor z’n kop te verkopen vraagt Lucas: “En kom je nu ook boksen hier?” Mijn pacifistische aard houdt me echter tegen om toe te zeggen.

Met in ons achterhoofd het heuglijke feit dat ons een warm kopje thee is beloofd aan het einde van de toer is onze laatste stop de Moutstraat. Deze straat huisvest een drietal scholen, en is ook de plek waar onze gidsen hun onderwijs genieten. Zakariya brengt opnieuw het belang van de gemeenschap en sociale contacten naar voren en zegt dat tijdens de pauzes de leerlingen van de verschillende scholen mengen en de straat voor auto’s wordt afgesloten. Geïrriteerd door de auto’s die vandaag wel mogen passeren besluit Zakariya het hek met stopteken de straat op te slepen.

Niet gehinderd door auto’s ontstaat er een serieuze discussie over het Belgische onderwijssysteem. Zakariya vindt dat er moet worden nagedacht over hoe het onderwijs leuk gemaakt kan worden voor jongeren. “Er bestaan leuke en saaie manieren van lesgeven. Het probleem is dat jongeren geen goesting hebben om naar school te gaan, ze voelen zich er niet thuis. Dat is niet goed, en dat hebben we al vaak tegen Pascal Smet (voormalig minister van Onderwijs, nvdr) gezegd, die is hier op school langsgekomen, maar er lijkt niets te veranderen.”

Of dit de juiste plek was om een discussie over het Belgische onderwijs te starten is de vraag, maar  het doet me goed om te zien hoe betrokken onze gidsen zijn en hoe serieus ze nadenken over dergelijke zaken. Dat biedt hoop voor de toekomst, met name die van hen zelf.

Thee

De toer eindigt bij het jeugdhuis Chicago. Pablo De La Rasilla, begeleider van het jeugdhuis, geeft ons een rondleiding en ligt hun werking toe. “We proberen zo open mogelijk te werk te gaan. Ik beschouw de jongeren die hier komen als mijn kinderen, ‘my little brothers’. Ze kunnen hier dingen doen die ze nergens anders kunnen doen. We willen geen klassieke dure activiteiten organiseren. Daarentegen organiseren we fietskampen en in de paasvakantie gaan we hiken.” Tot slot laat hij ons het kantoor van de leidinggevenden zien. “De jongeren kunnen hier altijd binnen wandelen, de deur staat altijd open. Of in ieder geval bijna altijd, soms kan het hier ook heel hectisch zijn en dan moeten we  even orde op zaken stellen.” Maar Pablo laat duidelijk merken dat hij apetrots is op zijn little brothers. “Ik zie ze opgroeien en merk hoe graag ze nieuwe dingen willen leren.”

Dat blijkt ook als we onder het genot van een kopje Marokkaanse thee de toer van vandaag nabespreken met onze gidsen. Zakariya vraagt of we tips hebben om de toer te verbeteren. Een antwoord komt er niet direct waarop hij zegt: “Kom op, er moeten dingen beter kunnen, het is niet perfect, het is nóóit perfect!”

 

D’Broej on Tour
Een initiatief van D’Broej VZW (De Brusselse Organisatie voor de Emancipatie van Jongeren) en Cactus&Co. Interesse om deel te nemen aan een tour? 
Pablo: pablodelarasilla@gmail.com 
Philippe: philippe@cactus-co.be

0 Comment