© Manly Callewaert, de Moeial
Collegiaal en internationaal. Zo zijn de reacties op het verdwijnen van Latijn en antieke cultuur aan de Vrije Universiteit Brussel nog het best te omschrijven. De online petitie haalde ruim 3,700 handtekeningen. In het verre Canada vroeg men zich af hoe een dergelijke beslissing in de Europese hoofdstad mogelijk was. Anderen verwezen naar de oorsprong van de VUB: stichter en eerste rector Aloïs Gerlo was een Latinist met internationale uitstraling. Op de druk bijgewoonde studieavond georganiseerd als afsluiting van de petitie voerden vooral collega’s uit Antwerpen, Gent en Leuven het woord. Maar bij de academische overheid vielen deze initiatieven in de spreekwoordelijke dovemansoren.
Brusselse classici
Het lijkt erop dat het verdwijnen van Latijn aan de VUB een ‘lastige’ casus is, waaraan de universiteit liefst zo min mogelijk wordt herinnerd. Nee, het ging de verdedigers niet om een krampachtig behouden van een bestaande situatie in het gefragmenteerde Vlaamse universitaire landschap waar reeds twee grote spelers, Gent en Leuven, een volledige opleiding klassieke talen garanderen. De Brusselse classici waren ten volle bereid ondersteunende vakken aan te bieden met relevantie voor een brede waaier van richtingen binnen de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Precies in deze optiek ging het argument over kleine studentenaantallen niet op. Reeds jaren verzorgden deze professoren ook cursussen die voor een ruime groep studenten toegankelijk waren. Anders dan sommige andere talen scoorde de opleiding Latijn aan de VUB in het recentste visitatierapport behoorlijk. De laatst overgebleven titularis behaalde steevast uitstekende evaluaties voor onderwijs en onderzoek. En in haar remediëringsplan voorgelegd aan de bevoegde minister had de opleiding Taal- en Letterkunde het voortbestaan van Latijn expliciet ingeschreven.
Hete aardappel
Hoe is het dan zover kunnen komen? Complexe watervalschema’s (ook wel ‘allocatiemodellen’ genoemd) doen de gelden voor onderwijs en onderzoek naar de universiteit, en via de faculteiten tot in vakgroepen stromen. Of eenvoudiger gezegd: via deze modellen verdeelt de rector de taart aan de faculteiten, die de porties verder toekennen aan de verschillende vakgroepen. Het systeem kent een staalharde en op het eerste zicht glasheldere logica: decentralisering van de budgetten en afschuiven/verschuiven van de verantwoordelijkheden voor moeilijke beslissingen. Voor het opdoeken van de opleiding Latijn zal de rector verwijzen naar de decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, die op zijn beurt doorverwijst naar de vakgroep Taal-en Letterkunde. Op haar beurt zal die vakgroep de oorzaak leggen bij de schaars toegekende gelden en de beperkingen opgelegd door de faculteit … die prompt de hete aardappel doorschuift en opnieuw de oorzaak legt bij de van bovenuit opgelegde allocatiemodellen. Hierbij komt nog dat het systeem van de vaste benoeming heel weinig speelruimte laat. In het geval van besparingen wordt enkel gekeken waar ‘gesneden’ kan worden- bij wie niet vastbenoemd is. Hoeft het gezegd dat in dergelijke beslissingen solidariteit, laat staan inhoudelijke argumenten in het niets verdwijnen? Precies op deze manier is het mogelijk dat zowat iedereen het verdwijnen van Latijn ‘betreurt’, het belang van een aanbod antieke cultuur ‘erkent’, maar schouderophalend stelt dat er ’toch niets aan te doen was’.
Rendementsdenken
Nee, universiteiten hoeven geen vrijplaatsen te zijn waar met het toegekende gemeenschapsgeld achteloos wordt omgesprongen. Maar tegen een doorgedreven rendementsdenken waarbij richtingen uitsluitend op hun marktwaarde worden beoordeeld is al vaak gewaarschuwd. Boekhoudkundig kan je alles netjes voor elkaar hebben – een efficiënt bestuur doet de financiële plaatjes kloppen, maar nog niet zo lang geleden wees Rik Torfs erop dat een financieel gezonde universiteit tegelijkertijd heel erg ziek kan zijn. Aanleiding voor zijn opiniestuk was de bezetting van het Maagdenhuis door woedende studenten van de Universiteit van Amsterdam. Zo’n vaart zal het in Vlaanderen voorlopig niet lopen, maar de ‘Latijnse casus’ aan VUB zet alvast aan tot denken.
Op 29 mei vierde de VUB haar dies natalis, met de uitreiking van acht eredoctoraten. Bij de gelauwerden de gerenommeerde Cambridge cultuurhistoricus en renaissancespecialist Peter Burke. In zijn rijke oeuvre over communicatie en taalgebruik in deze periode komt het belang van het Latijn prominent aan bod. Naar goede academische traditie waren de bullen voor de eredoctores opgesteld in het Latijn. En het begeleidende filmpje was deels ingesproken in de eerbiedwaardige taal van Cicero. Het lijkt erop dat het Latijn in de VUB alleen nog dient om een publieke manifestatie te respectabiliseren. Nu binnenkort geen enkele cursus Latijn meer wordt aangeboden, zou het wellicht moediger en eerlijker zijn om in de toekomst zo’n Latijnse show achterwege te laten.
0 Comment