De ontmanteling van LW

De faculteit Letteren en Wijsbegeerte (LW) zal de komende vijf jaar ruim 800.000 euro besparen op personeelskosten. De contracten van heel wat assistenten en docenten worden niet verlengd. Ook het opleidingsaanbod ondergaat drastische aanpassingen. Zo zullen alle bachelorstudenten een minor moeten volgen.

LW heeft het al lange tijd financieel moeilijk. Het studentenaantal, de onderzoeks-output en dus de inkomsten daalden drastisch toen de opleiding communicatiewetenschappen vorig jaar van LW naar de faculteit ES verhuisde. Na een intense zomer vol decanenwissels, seminaries en door rector Paul De Knop bestelde werkgroepen, heeft de faculteit een besparingsmodel, vermomd als toekomstplan naar voren gebracht. Alles is inmiddels goedgekeurd doorde universitaire overheid.

De werkgroep ging in de zomer aan de slag, op aandringen van rector Paul De Knop, onder leiding van een extern persoon die niet verbonden is aan de faculteit. Deze persoon werd gevonden in Roland Pepermans, van de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen. Hij wilde niet reageren op vragen over het besparingsplan, naar eigen zeggen om belangenvermenging te voorkomen.

Het plan dat uit de werkgroep-Pepermans komt, beschrijft een structurele hervorming van de vakgroepen en opleidingsprogramma’s; het aantal publicaties moet opgekrikt worden en er is een rigoureuze personeelsbesparing opgesteld.

Vooral de besparingen op personeel zijn hallucinant. Meer dan acht ton zal tegen 2020 bespaard worden op personeel. Om niet van een collectief ontslag te moeten spreken, verbloemt de faculteit het door de term ‘natuurlijke afvloeiingen’ te gebruiken. Pensioneringen en niet-verlengde mandaten zijn dat. Gesnoeid zal daar worden waar het blijkbaar kan. Desalniettemin zijn dit steevast werkrelaties die ten einde lopen en dit zal onvermijdelijk implicaties op het studieaanbod hebben. Zo werd in 2014 het mandaat van professor Christian Laes niet verlengd en daarmee verdween ook de Latijnse taal van het curriculum. Cecilia Saerens (Grieks), Jozef Van Bellingen (Filosofie) of Filomena Del Tin (Italiaans) zijn maar enkele andere voorbeelden.  Syndicaal overleg werd er bewust niet gepleegd. Waarom niet, weet niemand.

Om de onderszoeksactiviteiten van het personeel te stimuleren, zal de faculteit professoren systematisch individueel bevragen. Wie vorig jaar niet publiceerde, zal dat vanaf dit academiejaar dus wel moeten doen. Ook het studierendement en de instroom van nieuwe, voornamelijk eerstejaarsstudenten, moeten omhoog. De marketingdienst van de VUB gaat de sociale media van de faculteit onder handen nemen om meer studenten te lokken.

De inbreng van studenten in deze hervorming is beperkt gebleven tot het sporadisch terugkoppelen via de opleidingsraden. Uit betrouwbare bon vernam de redactie dat er geen studenten aanwezig waren bij de goedkeuring van het plan door de Faculteitsraad. Uitstel kwam er echter niet. Het was een race tegen de tijd.

Vicedecaan Guy Vanthemsche bespreekt na lang aandringen van de redactie de belangrijkste punten uit een volledig onzichtbaar gemaakt document.

“Nee, absoluut niet. Er is geen syndicale dimensie ter sprake gekomen.”

Guy Vanthemsche, vicedecaan LW

Die mysterieuze werkgroep is deze zomer druk bezig geweest om een plan voor LW te ontwikkelen. Hoe ver staat het daarmee? 
Guy Vanthemsche: Wij behoren nog steeds tot de rode faculteiten (faculteiten die meer kosten dan dat ze opbrengen, nvdr). Het huidige beleidsplan is een aanvulling van het vorige. Dat is gepreciseerd, aangepast en ondertussen ook goedgekeurd door de Academische Raad en de universitaire overheid.

Wat is er concreet uitgekomen? 
Een eerste luik in dat plan is een vooruitzicht in verband met de personeelsevolutie. Dat gaat vooral over de afvloeiing van een aantal ZAP-mandaten (professoren, nvdr) die niet of slechts gedeeltelijk vervangen zullen worden. Dat zijn mensen die met pensioen gaan of wiens contract ten einde loopt.

Dat gaat een besparing zijn van 800 000 euro, dat is best intens.
Dat gaat inderdaad op langere termijn een besparing van 800 000 euro opleveren als ik mij de cijfers juist herinner. Het personeelsbestand is niet gemakkelijk om flexibel mee te werken.

Dit betreft grote personeelsbesparingen. Is er met de vakbonden overlegd? 
Nee absoluut niet. Er is geen syndicale dimensie ter sprake gekomen.

Waarom niet? 
Dat antwoord blijf ik schuldig.

Uit de visitatiecommissies van onder andere filosofie en geschiedenis is gebleken dat er te weinig personeel was, en toch wil men nu zo zwaar besparen op personeelskosten. 
We gaan niet schrappen in categorieën van personeel waar het water al aan de lippen staat. We houden natuurlijk rekening met die visitatiecommissies.

Dan gaan er vakken verdwijnen? 
In functie van die problematiek probeert men zo ergonomisch, zo arbeidsgegrond als mogelijk te werk te gaan met het vakkenaanbod. Dat is dus vermijden dat professoren een les moeten geven voor slechts twee à drie studenten. Het doel is om met meer werkbare groepen aan de slag te gaan. Lesgeven aan twee studenten is trouwens zeer ontmoedigend.

De VUB staat bekend om haar persoonlijk contact tussen studenten en professoren.
​Ja het is een meerwaarde, maar als je in dialoog wil gaan met je studenten, dan is dat moeilijk om te doen met slechts twee of drie. Een dialoog met zes, zeven of tien studenten: dat is een goede groep. Met zo’n groep kan je seminaries organiseren en discussiecolleges beleggen.

De bachelor zal dus hervormd worden? 
Ja inderdaad. Het gaat niet enkel om het creëren van een beter imago, maar het is natuurlijk ook belangrijk om het aanbod zo te kneden dat de studierendementen omhoog gaan. We gaan dus een aantal programmahervormingen doorvoeren, zowel op bachelor- als masterniveau. Ten eerste gaan we een aantal gemeenschappelijke sokkels vormen: vakken die voor alle opleidingen van de faculteit hetzelfde zijn. Voor een deel is dat nu al zo, maar het andere deel moet dus ook versterkt worden. Verder kijken we naar het veralgemenen van minoren. Dat zijn kleine vakkenpakketjes van ongeveer – pin me er niet op vast – 20 studiepunten per jaar in de tweede en derde bachelor die dus uitwisselbaar zijn naargelang de opleiding. Dat zijn coherente pakketten die studenten à la carte kunnen samenstellen.

We gaan ook het aantal keuzevakken verminderen. Voornamelijk de vakken waar elk jaar weinig studenten voor ingeschreven zijn, gaan we evalueren. We moeten een beter evenwicht zien te vinden. Dat wil niet zeggen dat we rechtlijnig vakken afschaffen. Neen, sommige vakken met weinig studenten zijn absoluut nodig in een opleiding. Maar er wordt aandacht aan gegeven en er zullen lijsten opgemaakt worden wat betreft de aanwezigheid en het aantal studenten per cursus. Met dergelijke documenten in de hand gaan we kijken waar we de keuzemogelijkheden kunnen beperken en eventueel ook vermeerderen. De gehele programmahervorming is ook bedoeld om studenten eventueel beter te laten overschakelen van de ene opleiding naar de andere.

“Er waren geen studenten aanwezig bij de strategische seminaries.”

Guy Vanthemsche, vicedecaan LW

Er zullen dus geen generieke opleidingen (een opleiding zonder minor, maar met vrij te kiezen keuzevakken, nvdr) meer zijn?
Nee, die zullen er niet meer zijn. Maar we moeten daar een beetje voorzichtig mee zijn. Het zou kunnen dat je, maar ook dat is voorwaardelijk, een major van een bepaald vakgebied combineert met een minor van hetzelfde vakgebied. Dan heb je nog altijd een generiek aanbod. De bedoeling is dus wel om een hoofdrichting te combineren met een aanzet tot een andere opleiding.

Verliest een opleiding dan niet aan waarde?
Dat is een verkeerd beeld van generieke opleidingen. Ik ga een voorbeeld geven uit mijn eigen vakgroep: geschiedenis.  Een belangrijke kern, twee derde bestaat uit vakspecifieke studieonderdelen, maar daarnaast is er altijd al een deel geweest van niet-vakspecifieke opleidingsonderdelen. Het generieke aanbod had altijd al een diverse mix van verschillende vakgebieden. En nu is het eigenlijk gewoon een andere manier van voorstellen. We willen op een andere manier duidelijk maken aan de buitenwereld dat een opleiding geschiedenis of filosofie niet enkel en alleen filosofie is, maar ook een kijk heeft op andere menswetenschappen. Ik vind dat persoonlijk geen echt probleem.

Geschiedenis blijft geschiedenis, filosofie blijft filosofie?
Het is heel belangrijk om de nu bestaande opleidingen te bewaren. Studenten blijven een master kunstwetenschappen of geschiedenis behalen. Het is hier geen mix of verwatering in de zin van een hele brede bachelor die een beetje van alles is. Die optie is doelbewust en duidelijk afgewezen.

In het plan is er ook sprake van het reduceren van het aantal vakgroepen van vijf naar twee.
Men moet een duidelijk onderscheid maken tussen de opleidingen en de vakgroepen. De vakgroepen zijn de organen die zich bezig houden met het onderzoeksluik en het personeelsbeleid. Uit de werkgroep is een hervorming van de vakgroepen voortgekomen: Taal- en Letterkunde en Toegepaste Taalkunde aan de ene kant, en Filosofie, Geschiedenis, Kunstwetenschappen en Archeologie aan de andere kant. De opleidingen blijven bestaan. Dit is administratief. Studenten zien de opleiding en de universiteit, niet de faculteit of de vakgroep. Dit is om het onderzoek te stimuleren en om de basisfinanciering te verdelen.

In hoeverre zijn studenten betrokken geweest bij deze veranderingen?
Er waren geen studenten aanwezig bij de strategische seminaries, maar het was de bedoeling dat de verschillende leden van de vakgroepen in de loop van het proces zouden terugkoppelen naar hun achterban; als dat nodig was. Bij mijn weten zijn er tijdelijke tussentijdse toetsingen geweest. Onder meer ook naar die opleidingsraden toe, waar ook studenten inzaten. Ik geef toe, dat waren moeilijke momenten door de tweede zittijd en de lesvrije week. Of studenten daar een intense, nauwe betrokkenheid toonden, dat weet ik eigenlijk niet, maar er is wel een institutionele raadpleging geweest.

0 Comment