De pompier in Paul De Knop

De Vrije Universiteit Brussel en haar rector hebben het voorbije academiejaar veel in de belangstelling gestaan. De media-aandacht was vaak intens en negatief. 

Ook van de studenten zelf kwam er veel commentaar op het beleid van de universiteit. De opsomming van gebeurtenissen is dan ook niet min: de (al dan niet) onvermijdelijke studiegeldverhoging, privatiseringen, verontwaardiging omtrent de Israeli Apartheid Week, het ontslag van decaan Willem Elias … Het academiejaar 2014-2015 is er eentje dat nog lang zal nazinderen. Rector Paul De Knop blikt terug en reflecteert.

De studiegeldverhoging is een feit. Commentaar?
Paul De Knop: “We moeten altijd blijven ijveren voor een democratisch onderwijs. Als het onderwijs zichzelf volledig via inschrijvingsgelden gaat moeten bekostigen, gaan we de verkeerde toer op. Gelukkig is het zo dat de lagere sociale klasse die verhoging nauwelijks gaat voelen, dat heeft de minister goed gedaan. Via een sociaal en gedifferentieerd beleid moeten we ervoor zorgen dat iedereen kan blijven studeren. Ik ben voor zo’n sociaal beleid, maar laten we eerlijk zijn: dat is heel moeilijk. Zo zijn er studenten met een studiebeurs die wel met een Land Rover naar de universiteit komen.”

U heeft eerder eens laten weten dat u principieel niet tegen een verhoging was? 
“De discussie had al lang gevoerd moeten worden: wat is het onderwijs en zijn kwaliteit ons waard, wat moet de gemeenschap betalen en wat de student? Het is duidelijk dat die (voormalige) 640 euro inschrijvingsgeld niet in verhouding stond tot wat het onderwijs kost. Als je ziet wat je allemaal krijgt voor dat bedrag: een jaar studeren, goedkope maaltijden, goedkoop openbaar vervoer, een voordelig fitnessabonnement, cultuuractiviteiten… Ik bedoel; een iPhone kost evenveel als een jaar studeren.

Uiteindelijk zijn de studiegelden niet in die mate verhoogd dat ons probleem opgelost is. We krijgen namelijk maar een deel van het bedrag dat we bespaard hebben terug. Eigenlijk is men niet ver genoeg willen gaan met de besparingen om ervoor te zorgen dat het geld een reflectie zou zijn van de kwaliteit van het onderwijs. Nu, die besparingen zijn er gekomen. Persoonlijk vind ik dat je nooit mag besparen op onderwijs. Dat is samen met onderzoek het sterkste wat we hebben in dit land, behalve chocolade en bier dan. We gaan het niet redden als we niet verder inzetten op dat wat we goed doen.”

U bent als rector een bemiddelaar tussen student en politiek. Gaat het dan vooral om schadebeperking of om politieke beslissingen een bepaalde kant op sturen?
“We hebben een memorandum geschreven aan de Vlaamse overheid waarin we de vraag hebben gesteld: wanneer zijn universiteiten op wereldniveau performant?’ Alles hangt af van de financiering en de autonomie die je hebt, de vrijheid om je eigen beleid te voeren. Princeton University bijvoorbeeld heeft 6000 studenten minder dan de VUB maar een budget dat 65 keer zo groot is. Kan ik dan concurreren met die universiteit? Dat wordt heel moeilijk. Een tweede zaak is dat we gebonden zijn aan regels. De overheid zegt: wij betalen en dus bepalen wij ook. Hoe meer zij betalen, hoe meer zij bepalen en daarom wil ik een evenwicht tussen de vier financieringen. We zijn voor 84 procent afhankelijk van de overheid. Als die overheden gaan bezuinigen, of een taalexamen gaan invoeren, dan moeten wij slaafs volgen.”

Universiteiten zijn principieel ondergefinancierd volgens u. Nu nog die besparingen. Wat brengt de toekomst?
“De toekomst in 2016 ziet er slecht uit. De VUB zal nog eens 2,4 miljoen euro moeten besparen. 2017 is de grote vraag. Aan de andere kant doen we het beter, in die zin dat we meer studenten hebben, maar daar krijgen we niet meer geld voor. We halen wel meer geld binnen via onderzoek, valorisatie en fundraising. Die fundraising is revolutionair aan deze instelling. Zo is er de Appeltuin: het eerste project dat we volledig extern hebben gefinancierd. Dat is een oncologisch centrum voor kinderen waar ze bezoek kunnen krijgen van familie en vrienden. Al wat niet het ziekenhuisgebeuren is, maar wat we noodzakelijk achten voor die patiënten om leefbaar te kunnen leven: dat is de Appeltuin. Zo is er een snoezelruimte, speelruimte en ouders kunnen er eten klaar maken.

“Ik word niet geïnformeerd, of toch onvoldoende.”

We hebben daarvoor een overeenkomst gesloten met Argenta, vandaar dat het de Appeltuin heet. We hebben 12.000 donoren gevonden via hun kantoren. Ook gaan wij zo Villa Samson oprichten, met financiering van Studio 100. Patiënten in het ziekenhuis kunnen zo hun huisdier zien en dat beestje wordt ook verzorgd. En de kinderen van de Appeltuin kunnen er ook nog eens mee spelen. Dat kost de universiteit niets. Dan zeg ik: wat is er verkeerd aan externe financiering? Verkoop ik nu mijn ziel, als ik ze al zou hebben, aan de private partner?”

U heeft in uw openingsspeech van dit academiejaar gezegd dat als de besparingen zo doorgaan, men u nog verder naar de privatisering drijft. 
“Uiteraard, waar moet ik het vandaan halen? Als ik het niet bij de klant kan halen en de overheid bezuinigt dan zijn er nog maar twee mogelijkheden: op zoek gaan naar eigen inkomsten zoals bijvoorbeeld alle parkeerplaatsen verhuren. Als je dat niet wil doen, dan blijft er nog de privatisering over. Laat een ding duidelijk zijn: ik pleit voor een gemengde financiering. Dat betekent dat zowel de student, de overheid, de eigen middelen die je verwerft én de private sector bijdragen. Maar niets mag de bovenhand nemen. Dan zie ik dat u in de laatste Moeial een McDonaldslogo op het M-gebouw plaatste. Ik ben geen voorstander van absolute privatisering, absoluut niet. Maar ik ben wel een realist en ik zie dat ik mijn middelen ergens vandaan moet halen. Ik heb een verantwoordelijkheid naar de studenten toe. Ik kan het zwembad afbreken, maar dat is geen goede zaak voor de studenten. We moeten investeren in studenten maar ook in personeel. Dan moet je voor een deel geld gaan zoeken in de private sector.”

Als de overheid ‘knip’ zegt, dan moeten wij springen.

De focus zal in de toekomst dus nog meer op de private markt liggen? Studenten stellen zich daar vragen bij.
“Waarom stelt men zich deze vraag niet bij de overheid? Ik heb altijd gezegd dat de overheid een gevaar is. Als de overheid ‘knip’ zegt , dan moeten wij springen. Een ander voorbeeld: het verplicht taalexamen voor professoren. Het Vlaams Parlement heeft dat unaniem beslist en ik moet volgen. Wat is het verschil met de private sector? Dat daar een naam opstaat? Villa Samson en de Appeltuin? Ik heb geen enkele verplichting naar Argenta of Studio 100.”

Kan die onafhankelijkheid gegarandeerd worden?
“Uiteraard en er is ook een ethisch comité dat daar op toeziet. Ik zeg niet dat ik alles privaat wil financieren. Maar kijk naar de Basic Fit. Ik had het geld niet en ook de overheid wou dat project niet subsidiëren. Ofwel doe je niets, ofwel werk je samen met de private partner. De studenten kunnen daar nu aan een sociaal aanvaardbaar tarief gaan sporten en dat tarief is op voorhand vastgelegd. What’s the problem?”

Dan gaan we even naar maart 2015. Had u de heisa omtrent de Israeli Apartheid Week verwacht? 
“Nee, en ik begrijp het nog altijd niet. Mijn vraag was simpel: kun je geen andere stem laten horen in de activiteiten? Voor mij is het heel belangrijk dat je een dialoog hebt, dat je de waarheid van twee kanten laat horen en dan in debat treedt. Maar de studenten hebben gezegd dat het hier niet om een debat, maar om een lezing ging. Later schrijven ze dan wel op hun website dat ‘het debat’ kan doorgaan. Ik vond het spijtig en ik blijf er nog altijd bij dat een debat mogelijk moet zijn. Op een universitaire campus moet je proberen alle meningen samen te brengen en daaruit je eigen besluit uit trekken.”

Maar het probleem was volgens de studenten vooral dat een ambassade zich bemoeide. Dat doet denken aan controle en toezicht. 
“Het was een samenloop van omstandigheden. Ik word niet geïnformeerd, of toch onvoldoende. Zo organiseerde LVSV en CDS een lezing met aartsbisschop André Léonard. Hoe verneem ik dat? Omdat ik De Morgen opensla en zie dat Léonard zegt dat hij naar de VUB komt. Dat is fantastisch, maar ik wist het dus niet.

Maar terug naar die Israeli Apartheid Week. Het is vrijdagavond kwart voor zeven, en ik moet binnen een kwartier een speech geven op een graduation ceremony. Net wanneer ik wil buitengaan klopt er iemand op de deur. Het is de bode van de ambassade van Israël. Ik wist niets van die activiteit. Ik vraag aan mijn diensten of het klopt dat er een Israeli Apartheid Week doorgaat. Zij gaan alles na en zeggen dat het allemaal in orde is, maar de lokaalaanvraag voor maandag klopt niet. Dan is er een andere activiteit over petroleumvervuiling in Peru vastgelegd. We hebben dat daarvoor ook al meegemaakt. Studenten vragen een lokaal aan en organiseren dan een andere activiteit. Dan zeg ik: ik voel mij beetgenomen en de activiteit mag niet doorgaan. Het moet correct zijn. Ik heb de policy van de voorbije jaren gevolgd.”

Lucas Catherine gelastte uiteindelijk zelf zijn lezing af en schreef in een blog op De Wereld Morgen dat de VUB “niet zo’n moedige houding aanneemt.” 
“Ik lees ten eerste geen blogs en ben ook niet geïnformeerd geweest van wat hij schrijft. Iedereen heeft een freedom of speech and writing. Daar staan we ook voor. Ik begrijp nog altijd niet goed waarom men die confrontatie niet mogelijk maakte. De ambassadeur wees vooral op de spreker Khalida Jarrar die op een lijst stond van terreurorganisaties (PFLP, nvdr). Ik kan u ook zeggen dat er hier een advocaat is binnengestapt, nadat ik de lezingen heb laten doorgaan. Die zei dat ik verantwoordelijk ben en dat men mij wil aanklagen omdat ik  terroristische organisaties hielp. Ik ben geen jurist en werd rond de oren geslagen met ‘artikel zoveel’ van het strafwetboek dat stelt dat ik medeschuldig ben. We zullen wel zien. Ik vind gewoon dat studenten dat beter hadden kunnen aanpakken. Ze hadden beter gezegd: ‘Als het zo’n probleem is, kom dan naar het debat, luister naar wat wij te zeggen hebben en stel desnoods een vraag of geef uw mening.’”

Lucas Catherine heeft dezelfde lezing eerder al gegeven aan de VUB. Als u weet wie er komt en men vertelt u dat de lokaalaanvraag een simpele verstrooidheid was, struikelen we dan niet over woorden?
“Maar daar gaat het niet om. In 2011 heeft die organisatie (Comac-VUB en UCOS, nvdr) dat ook al gedaan. Ze vragen een lokaal aan onder ‘het mom van’ en er vindt een totaal andere activiteit plaats. Als je een aanvraag doet, dan moet dat correct zijn. Ik heb me ook uitgebreid verontschuldigd bij Lucas Catherine. Maar hoe zou u in mijn plaats reageren als u vaststelt dat de organisatie een leslokaal aanvraagt voor een activiteit maar uiteindelijk iets anders organiseert? Maar de ambassadeur had het dus over Jarrar. We gaan zien wat daar van komt, dat is nog aan de gang.”

Studenten vonden dat door uw houding het vrijzinnig karakter van de VUB aangetast werd.

“Daarom dat ik gezegd heb dat die activiteiten mochten doorgaan. Iedereen mag hier komen, dat is altijd zo geweest bij ons. Van Dyab Abou Jahjah tot André Léonard. Dan komt er in de pers dat de VUB-rector censureert … Klopt niet, het is allemaal begonnen met de foute lokaalaanvraag.”

Meest recent is de VUB veel in de media verschenen door het voorval met Willem Elias. Komt er een onderzoek? 
“Dat is gebeurd en is gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Eerst en vooral moet ik zeggen dat het ook een samenloop van omstandigheden was. Steve Stevaert pleegt zelfmoord en de media brengen dat op een slechte manier en worden daarop aangevallen. Op dat ogenblik komt er een facebookpost van Willem Elias die een bliksemafleider is van de media, waardoor hij de wind van voren krijgt. Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat wat hij op Facebook zette niet kan en zo denk ik ook over zijn oudere statussen. Maar ik zit niet op Facebook en ik volg hem ook niet. Er was zelfs een journalist die mij vroeg hoe het kwam dat ik niet op de hoogte ben van de facebookactiviteiten van mijn collega’s? Stel u voor dat ik daarvan wel op de hoogte ben en ik iedereen zou controleren. Dat zou ik pas een probleem vinden. Nu, ik heb me onmiddellijk gedistantieerd en gevraagd aan Elias om zich te excuseren. Hij heeft daar veel te veel tijd overheen laten gaan.”

U spreekt van collateral damage voor de VUB?
“Ik vind het een heel pijnlijke zaak en het is tot stand gekomen in de paasvakantie: een periode van te weinig nieuws, de komkommertijd. Ik kan het niet goedpraten en heb dat ook onmiddellijk gezegd maar, ter verdediging van mijn collega en decaan: als het geen komkommertijd was geweest, dan had het misschien minder aandacht gekregen. De week ervoor komt Anne De Paepe (rector van de Universiteit Gent, nvdr) op televisie omdat het studentenblad heeft geschreven dat er pestgedrag aan de UGent is. Er is een decaan die zijn personeel al jaren pest. Ze geeft dat toe en toch gaat de pers daar niet verder op in. Waarom wel met Elias en niet met de decaan in Gent? Een maand of twee ervoor brengen ook de studenten in Antwerpen een verhaal over pestgedrag. Ook daar is men niet verder op ingegaan.”

Er is natuurlijk wel een verschil tussen pestgedrag en een smakeloze commentaar op seksueel misbruik.
“Mijn collega Rik Torfs heeft naar aanleiding van de misbruikzaken in de kerk gezegd dat Roger Vangheluwe een nieuwe kans moet krijgen. Ik vind dit een zeer zware uitspraak en hij komt daarmee weg, als rector van een universiteit. In ieder geval, toen ik rector werd, heb ik onmiddellijk gezegd dat we een genderbeleid zouden voeren. Ik heb altijd twee mannelijke en twee vrouwelijke vicerectoren genomen. Omdat het goed is dat er diversiteit is. Ik pleit ook voor een genderevenwicht in de Raad van Bestuur en voor vrouwelijke decanen. We hebben een genderactieplan en dat wordt nu allemaal met één pennentrek weggeveegd. Dat vind ik zo jammer, want we hebben heel veel inspanningen gedaan. We zijn altijd voorloper, maar door een domme actie komt dat niet naar voren.”

Was het ontslag van Elias te vermijden? 
“Het was vermijdelijk maar hij heeft de beslissing zelf genomen.”

U heeft hem dat gevraagd? 
“Ik heb hem dat niet gevraagd. We hebben wel gesproken over wat er gebeurd is en wat de collateral damage was. Maar hij is een vrij man en ik kan hem niet tot ontslag dwingen. Ik kan hem wel als professor ontslaan. Daar is dan een tuchtprocedure voor nodig. Hij heeft met mij, zijn facultair bestuur en een aantal collega’s gesproken en hij heeft eigenhandig de beslissing genomen.”

Het is nu mei 2015; kan u een laatste keer terugkijken op dit academiejaar?
“Het zijn turbulente tijden. Maar als je aan het hoofd staat van een universiteit, gebeurt er alle dagen wel wat. Dan moet je branden blussen. Het zijn moeilijke tijden met ongezien zware besparingen en de uitdagingen zijn zeer groot. Maar de slotsom is dat de VUB het heel goed doet. Zonder die besparingen zouden we veel geld erbij gekregen hebben omdat we zo goed presteren. Dat is het frustrerende: het beleid levert resultaten af maar op dit moment zet zich dat niet om in de nodige centen. En ik hoop dat de studenten tevreden zijn, dat is het belangrijkste natuurlijk.”

0 Comment