“Een toelatingsproef is een besparing: financieel én emotioneel”, zo liet rector Torfs optekenen bij aanvang van het academiejaar. De KU Leuven lijkt daar, zelfs in deze besparingstijden, nog steeds geen draagvlak voor te vinden. Voor een algemene, niet-bindende oriëntatieproef zijn de geesten wel rijp.
Het officiële standpunt van de VUB over oriëntatieproeven stamt inmiddels al van 2010. Het rectoraat kwam destijds in samenspraak met de faculteiten tot de overeenstemming dat de VUB gekant is “tegen een selectie aan de poort.” Bovendien zou het onmogelijk zijn om een waterdichte en valide proef op te stellen. De foutenmarges leiden ertoe dat studenten ten onrechte worden afgewezen, of, veel fundamenteler kunnen studenten “door het loutere bestaan van dergelijke proef worden afgeschrikt een bepaalde studiekeuze te overwegen” (eigen cursivering, nvdr).
Simon en Luci
Voorvechters van oriëntatieproeven, al dan niet bindend, bepleiten met verschillende argumenten eenzelfde economische logica: een student die verkeerd georiënteerd werd en dus niet op de juiste plaats zit in zijn opleiding, is een maatschappelijke kost. De toelatingsproef voor tandartsen en artsen doet dan ook menig rector en decaan watertanden: tachtig procent van alle eerstejaars behalen uiteindelijk het diploma. Vicerector Onderwijsbeleid Yvette Michotte gooit de deur naar een veralgemening van deze formule terstond toe: “Is dat dan een reden om overal toelatingsproeven in te voeren? Natuurlijk niet. Er zijn er die daar van dromen, maar wij niet.”
De VUB blijft absoluut gekant tegen bindende toelatingsproeven, maar haar ongeloof in een waterdichte en valide oriëntatieproef heeft ze wel bijgesteld. “We evolueren mee”, aldus Michotte. “Een goede oriëntering eindigt met een test, maar omhelst een gans oriëntatietraject dat start vanaf de tweede graad van het secundair onderwijs. Daar zijn we wél voorstander van, maar het initiatief daarvoor ligt bij het secundair onderwijs.”
Met de ontwikkeling van de SIMON-proef aan de UGent en de LUCI-test aan de KU Leuven zijn er sinds kort alvast twee oriëntatieproeven beschikbaar voor zesdejaars die zich willen inschrijven aan één van beide universiteiten. Waar LUCI enkel peilt naar academische vaardigheden, wil SIMON zowel interesses, motivatie als competenties integreren. Na afloop van de test wordt de student in spe gematcht met een rits opleidingsmogelijkheden. Voorlopig worden beide slechts vrijblijvend aangeboden, maar het regeerakkoord van de Vlaamse Regering (2014-2019) verwoordt de ambitie om een verplichte, doch niet-bindende toelatingsproef “gefaseerd in te voeren ten laatste voor alle richtingen in 2018-2019.”
Validatiehulpje
“Ook wij denken dat de SIMON-proef een goed instrument is, maar die kan nog verbeteren”, aldus Michotte. “De UGent is de proef momenteel aan het valideren en wij zullen hen hierin bijstaan. In de vorm van een onderzoeksproject gaan we de proef uitrollen bij eerstejaarsstudenten om te verifiëren of het resultaat inderdaad overeenkomt met de gemaakte studiekeuze. De VUB heeft al zelfstandig enkele instrumenten ontwikkeld waarmee studenten zich kunnen testen, onder meer wat betreft academisch Nederlands. Misschien kunnen we onze expertise ook in de SIMON-proef verwerken.”
Eens de proef gevalideerd is, zou de test veralgemeend kunnen worden naar het hele secundair onderwijs, in de verplichte vorm waarnaar de Vlaamse Regering streeft. Vicerector Michotte had het ongetwijfeld liever anders gezien. Dit blijkt niet enkel uit het vasthouden aan het eerder vernoemde officiële VUB-standpunt. “Ik heb sowieso schrik voor de oriëntatieproef omdat ze ontradend werkt”, zo liet Michotte zich in 2013 nog ontvallen. “Het is een gevaarlijk iets. Ik vrees dat dat we uiteindelijk naar een situatie gaan waarin oriëntatieproeven een algemeen en aanvaard iets worden. De kans bestaat, dus moeten we waakzaam blijven en vasthouden aan ons standpunt.”
Weerstand lijkt vergeefs tegenover een onderwijslandschap waarin consensus bestaat over de noodzakelijkheid van oriënteringsproeven. Met de validatiehulp en de hoop dat autonoom ontwikkelde proeven geïntegreerd worden in de SIMON-proef, probeert de VUB het beste uit de brand te slepen die ze zelf steeds wilde blussen. Als de Vlaamse Regering slaagt in haar opzet om een verplichte niet-bindende oriëntatieproef in te voeren voor alle leerlingen uit het secundair onderwijs, verwezenlijkt ze hopelijk ook een verzoening tussen SIMON en LUCI.
Nieuw devies
De KU Leuven aanvaardt de oriënteringsproef van de UGent immers niet, en wil niet enkel zelfstandig een test, maar een heus oriëntatieplatform uitbouwen. Slaagt het Onderwijskabinet van Hilde Crevits er niet in om tot een vergelijk te komen, dan riskeert oriëntatie de nieuwste marketingstrategie van beide grootspelers te worden waarmee men elkaar de loef probeert af te steken.
De VUB probeert alvast, binnen de contouren van dergelijke oriëntatieproeven, haar eigen koers te varen. Zo loopt bij het Studiebegeleidingcentrum een project waar voor elke bacheloropleiding startvereisten worden geformuleerd. Maar ook aan traditionele recepten wordt vastgehouden. Michotte: “Als de proef een lage slaagkans geeft voor een bepaalde opleiding, moeten we niet enkel helpen in de zoektocht naar een betere keuze, maar ook remediëren zodat de oorspronkelijke keuze wel haalbaar wordt. Wij zetten volop in op begeleiding. We willen in de loop van het eerste semester reeds toetsen op knelvakken. Zo kunnen we, steeds vrijblijvend, sneller met inhoudelijke begeleiding starten, of, indien noodzakelijk, de student tijdig heroriënteren naar een andere opleiding.”
“Meedoen aan de oriëntatieproef: ja, maar altijd gekoppeld aan begeleiding, en niet met de bedoeling om de student te weigeren”, zo luidt het nieuwe devies van de VUB bij monde van vicerector Michotte.
0 Comment