Negatief advies van de Studentenraad
De Studentenraad was aanvankelijk niet overtuigd van het nieuwe Onderwijs- en Examenreglement (OER). Vorige maand sprak de raad nog unaniem een negatief advies uit omdat het voorstel “geen goede balans tussen de rechten en de plichten van de student” bood. Grootste struikelblok was niet de verstrengde studievoortgangsbewaking op zich, maar wel de beloofde maatregelen die de verstrenging moesten compenseren. Volgens de Studentenraad bood het OER onvoldoende garanties op helder uitgewerkte initatieven voor de uitbreiding van de studiebegeleiding. Peter Vandermeersch, vicevoorzitter van de Studentenraad, liet destijds optekenen dat “beiden hand in hand goedgekeurd moeten worden, niet apart.”
Die plichten nemen de vorm aan van de zogenaamde ‘vijfenzeventigprocentregel’. Deze dient het studierendement aan de VUB omhoog te krikken. Qua slaagpercentages hinkt de VUB immers licht achterop de andere universiteiten. De regel ziet er als volgt uit: een student die minder dan de helft van zijn studiepunten behaalt, komt onder bindende voorwaarden te staan. Het volgende academiejaar moet hij dan minstens 75 procent van zijn credits behalen. Op een voltijds programma van zestig studiepunten, zijn dat er dus minstens 45 om een uitsluiting uit de opleiding te vermijden.
Recht op studiebegeleiding
In ruil daarvoor kon de student onder verplichte studiebegeleiding geplaatst worden. Het Studiebegeleidingscentrum (SBC) zag zich in tijden van budgettaire gestrengheid gedwongen om hierop een minimalistische visie te hanteren. Deze studiebegeleiding omvatte slechts één gesprek met het SBC waarin de student bewust werd gemaakt van de risico’s die de bindende voorwaarden hem stelde.
Anske Mertens, coördinatrice van de studietrajectbegeleiding, wees op de noodzakelijkheid daarvan. “Studenten zijn vaak zelfs niet op de hoogte dat ze onder bindende voorwaarden staan en vallen uit de lucht wanneer een herinschrijving wordt geweigerd.” Na dit gesprek kan de student eventueel worden doorverwezen naar begeleiding op maat, zij het een aangepast studietraject, het bijschaven van studiemethoden of een afspraak met de studentenpsycholoog.
De Studentenraad stond sceptisch tegenover deze maatregel en vond de compensatie te vrijblijvend. De lange wachttijden om een afspraak te krijgen met een studietrajectbegeleider zijn immers alom bekend. “Hoe kunnen jullie ons garanderen dat de studenten die hulp nodig hebben, ook hulp zullen krijgen?”, vroeg studentenraadsvoorzitter Jonathan Hooft zich destijds af.
Akkoord bereikt
Die plooien lijken nu gladgestreken. Na overleg met het rectoraat stapten studentenvertegenwoordigers de Raad van Bestuur (RvB) in met een open geest. “We hebben ons negatief advies niet ingetrokken, maar we hebben ons op de RvB noch positief, noch negatief uitgedrukt over het voorstel”, aldus Hooft. De aanwezige stuvers beschouwden de concessies van het rectoraat als voldoende om de goedkeuring niet langer proberen te verhinderen.
Aan de vijfenzeventigprocentregel werd als dusdanig niets gewijzigd, maar de Studentenraad achtte de balans tussen de rechten en plichten van de student hersteld. Initieel lag de beslissing om een student onder bindende voorwaarden ook verplichte studiebegeleiding op te leggen, volledig bij de administratie. Als toegeving aan de Studentenraad, staat dit gesprek met het SBC nu ingeschreven in het OER als een afdwingbaar recht, ongeacht de organisatorische en budgettaire situatie van het SBC.
Studentenraad tevreden
De Studentenraad pleitte eveneens al jaren vruchteloos voor een vroegere publicatie van de examenroosters. Daar wordt nu een werkgroep voor opgericht. Hooft: “Het was voor ons heel belangrijk dat we een stem kregen in deze werkgroep. Daarnaast zijn we opgenomen in een bijkomende werkgroep omtrent de uitwerking van de studiebegeleiding. Bovendien zijn verschillende overlegmomenten overeengekomen waarin de nieuw opgezette studiebegeleiding zal worden geëvalueerd, in samenspraak met de Studentenraad”, aldus een tevreden studentenraadsvoorzitter.
Hooft gaat verder: “Aangezien studenten pas vanaf academiejaar 2016-2017 aan de vijfenzeventigprocentregel onderworpen worden, hebben we door onze opname in de diverse werkgroepen toch enkele inspraakmomenten bekomen. Zo kunnen we volgend jaar evalueren of de verstrengde studievoortgangsbewaking voldoende vooruitgang oplevert in het studierendement, alvorens studenten op die vijfenzeventigprocentregel gepakt worden.” En zo lijkt het laatste woord over dit dossier toch nog niet gevallen.
0 Comment