Zes voorrondes, zeventien groepen, zes halvefinalisten. Wij schrijven het al in de inleiding: de winnaars worden ten vroegste komende week verwittigd. Wat wel vaststaat, is dat we het Ritscafé moeten uitwuiven. De halve finales gaan door ‘op verplaatsing’: in LUCA en Odisee. Wij houden ons hart vast.
Eraserhead
Boogie Belgique kon niet komen en daarom trommelde de organisatie Eraserhead op. Althans, de ogen van het publiek vingen de flikkering op van een groepje waarvan men hen had toevertrouwd dat het Eraserhead was. Eraserhead leek het immers zelf allemaal niet goed te beseffen. De soundcheck liep een kwartier uit en als de organisatie van de Rockrace je al op de vingers komt tikken, dan moet het erg gesteld zijn.
De frontman ontblootte dan maar meteen zijn stoere borst – zijn boxershort eronder leerde ons dat hij ‘Björn’ heet – maar de Iggy in hem gaf niet thuis. Bij niemand van het vijftal, trouwens. Wij begrijpen de drijfveer wel, hoor: repetitieve rifjes met wat noise en op het podium een beetje de beest uithangen. Als het maar vuil is. Niks mis met vuil, maar dan moet de muziek waarbij het adjectief ‘vuil’ hoort tenminste iets voorstellen. Een vuile onderbroek blijft een vuile onderbroek; die moet gewassen worden.
Eraserheads muziek is het grote niets verpakt in de geluiden van gitaar, drum en bas die te lang in de frietketel gelegen hebben en elkaar onderling al te vaak niet aanvoelen. De dreigende sambaballen in ‘Old Rug Machine’ maken hen geen Black Angels (maar is wel een verdraaid plastische voorstelling van wat een oxymoron precies is) en ‘Chase the Moon’ een ode aan Grinderman of Evil Superstars noemen, is de waarheid in het ootje nemen.
Fugitives
Een band gekleed in pak en das, dan houden wij onze adem in. Gelukkig bleek dat het zelf aangemete imago van dandy niet als een boemerang in het eigen gezicht is teruggevlogen. Met acht nummers in een half uur tijd speelde Fugitives een strak optreden. Wel eentje met twee gezichten: terwijl het eerste deel nog volop beïnvloed was door Arctic Monkeys en de frontman met de ondeugende, van onderuit opglurende ogen van Alex Turner het publiek aankeek, was bij de laatste vier nummers het vet wat van de soep.
Maar laten we, tijdens deze laatste voorronde, voor een keertje positief blijven: toen had Fugitives al wel bewezen dat het weet hoe een (post-)britpopnummer ongeveer in elkaar zit. Voornaamste exploten: de slimme en snelle cover van Edwyn Collins’ ‘Girl like you’ en het daaropvolgende nummer-met-de-meisjesnaam (July of Judy?).
Dat consequente geluid liet Fugitives daarna varen. Met ‘U.W.’ werd het gevatte en puntige ingeruild voor een rustmoment, en rustmomenten zijn enkel de moeite waard als de nummers die volgen het rechtvaardigen. We waren echter bij de crowdpleasers aanbeland. Dat voelde zich wel degelijk gepleased, maar wij vonden dat Fugitives zich er daar wat makkelijk vanaf maakte.
Reuske
Twee zangeressen van One Bird Orchestra voerden twee dagen later ook Reuske aan. Reuske brengt ongetwijfeld door Scandinavië beïnvloede liedjes die live door jazz begeleid worden. Een EWI hebben we inderdaad nog niet gezien. Stiekem ga je dan fantaseren over de mafste band die je uit de zeventien Rockracegroepen kunt samenstellen. De draailier en xylofoon van Ars Vivendi, de EWI van Reuske, de laptop van JFK, de mc van Synthagmatics, de houten stokken van Eraserhead en Poeki van The Grassroots Movement: vierentwintig uur in een repetitiekot en pas eruit als er iets opgenomen is. Het zou wat zijn.
We doen er misschien een tikje lollig over en dat verdient Reuske niet. Het begon erg intens aan de set met een nummer over ‘The Hunter’, wat meteen aan Eraserhead liet zien dat er wat anders nodig is dan louter spierballen om jachtigheid in muziek om te zetten. Hun opener zou trouwens geen teken aan de wand zijn voor het vervolg van de set: ze namen gas terug, steeds buigend op de beide zangeressen en eeniljante drummer (tevens die van Kapitan Korsakov, trouwens).
Er zijn wel grenzen aan onze aandachtsspanne. De beide frontvrouwen eisen elke seconde van het concert onze ongebreidelde focus op door hun erg expressieve zangprestatie. Al vullen ze elkaars bereik mooi aan – de ene een feëriek elfje, de ander een dominante bosnimf – wij bleven tot aan het einde wachten op die ene melodie, dat ene refrein die ons definitief over de streep zouden trekken.
Fugitives won de publieksprijs
0 Comment