Rockrace Voorronde 3: Een avondje vroeg thuis

De pers kan zich geen uitschuivers meer veroorloven. Zeker nu Brian Williams van NBC betrapt is op het, laten we het eufemistisch neerschrijven, aandikken van de waarheid en Fox-baken van de objectiviteit Bill O’Reilly eveneens zit opgescheept met het stigma van jokkebrok. Die bevuilde wateren willen we bij De Moeial niet bevaren.

Maar dat is toch ver weg, aan de overkant van de Atlantische Oceaan zelfs, zult u nu opwerpen. Soms treden die deukjes in het deontologische pantser van de journalist ook bij ons op de voorgrond. Of was u soms vergeten hoe die VRT-reporter het een goed idee vond om in Haïti een geweerschot in zijn montage te draaien, en er niet eens voor ontslagen werd ook? Trouwens, diezelfde journalist werkt nu bij de VTM-nieuwsdienst op de buitenlandredactie. Frisse morgen.

Waar we naartoe willen: transparantie kan dit onheil voorkomen. In de derde voorronde van de Rockrace stonden drie fenomenen op het podium waarover wij elk afzonderlijk al eens geschreven hebben. Zo is de verhouding tussen Moeial en Metal even goed als die tussen Bruno Tobback en John Crombez (lees hier en hier), verwachten wij altijd iets meer van een band die al eens op de Rockrace heeft gestaan en zijn afwezige muziekgroepen een zegen voor de Moeialjournalist omdat hij voor zijn stukken toch niet betaald wordt (lees hier en hier).

Eerste fenomeen: de metalband

Een bandnaam als Organised Chaos, dan kan je het genre wel raden. Is het toeval of taalkundig onderbewustzijn dat ervoor gezorgd heeft dat deze liefhebbers van de schijnbare tegenstelling ook een nummer hebben met ‘Paradox’ als titel? Hoe het ook zij, ‘Paradox’ was hun beste song, zo verstopt in het midden van de set.

Redenen: het stoomde goed door, de obligate gitaarsolo remde niet af en na het uitvallen van de microfoon van de tweede gitarist in het vorige nummer, was zijn wisselwerking met de hogere, Bruce Dickinson ambiërende stem van de frontman een goed antidotum tegen die verwarring. Aangevuld met wat degelijk gebas kom je al een heel eind, maar zelfs hun enige wapenfeit ontsnapte niet aan de vloek van de trage drums. Dat laatste was een constante; het onweer was zo steevast drie kilometer van ons verwijderd, aangezien de donder van de drums telkens één seconde na de bliksemflits kwam.

En ja, dan gaat zo’n metaloptreden stremmen. Al was dat lang niet het enige euvel: er was ook dat tenenkrullende, voor elke rechtgeaarde Egyptenaar beledigende gitaardeuntje in de Egyptische uitstap ‘Rise of Ra’, het meermaals beurtelings soleren van beide gitaristen dat de set eerder afremde dan vooruitstuwde en de frontman die een half halveliterblik energiedrank nodig had om pas in het midden van de set zijn stembanden echt gesmeerd te krijgen.

Samengevat: Organised Chaos speelt classic metal en zingt over stervende kinderen en dodelijke steekpartijen, en dat is, al de muzikale gebreken in acht genomen, te nemen of te laten. Wij laten liever, maar hun onbereidheid tot het sluiten van compromissen lucht ook wel eens op in deze soms op eieren lopende Rockrace.

Hun onbereidheid tot het sluiten van compromissen lucht ook wel eens op in deze soms op eieren lopende Rockrace.

Tweede fenomeen: de oude bekende

Op de Rockrace van vorig jaar speelde Tangerine zijn allereerste concert. Twaalf maanden later, wat podiumervaring rijker, kwam de indieband ons briefen over de gemaakte vorderingen. Een fris ‘Beer is better in a bottle’, niet gespeend van enige feedback, opende de set en al snel bleek dat hun speelplezier, op de grens van het zelfvoldane, een handelsmerk is geworden. En wij die dachten dat het vorig jaar, in het KultuurKaffee, te wijten was aan de vlinders in de buik voor aanvang van hun debuutconcert.

Nog zo’n handelsmerk dat meteen in de opener verscholen zat: de riedels, de motherfuckin’ riedels van de frontman (wiens stem het afgelopen jaren overigens wat minder glad-als-babybilletjes is geworden). Dat doorgaans lichtvoetige en vrolijk effect contrasteert een tikje met onze eigen zwartgalligheid, zodat we ons na drie nummers gingen afvragen of we het wel zorgeloos tot het einde zouden kunnen uitzitten.

Waren toen al de revue gepasseerd: het ons reeds bekende ‘Amstilinya Toolba’, mooi in lijn met het vorig nummer en het voor ons nieuwe ‘Magic’, dat eventjes een rustpunt in de set leek te gaan worden, maar bronstig als Tangerine is, kan een kabbelend stroompje niet zonder de climax van een waterval. Alleen hoorde je dat geraas wel al van ver aankomen.

Enfin, nummer vier dan, en kregen wij het even Spaans benauwd. ‘Love Insurance’, een nummer dat ze sinds vorig jaar niet meer live gespeeld hadden. Helaas herinnerden wij ons wel nog iets van die zet, en opnieuw bekwam hij ons niet zo goed. Een naïef liefdeskind verwerkt in de kalverliefde, toen Tangerine nog duchtig naar een eigen gelaat aan’t zoeken was, dat klinkt als Thomas Dutronc die zijn vader voor de zoveelste keer teleurstelt en dan maar op vakantie naar Jamaica gaat.

Nee, dat vierde nummer deed ons vrezen, zo lezen we ook terug in ons notitieboekje, waarin letterlijk staat: “FUCKERS. Nu volgt best een topper hoor!” En warempel, wat zou volgen is het beste nummer dat we tot nu toe in de voorrondes gehoord hebben. ‘Just the two of me’ (als we het tenminste goed onthouden hebben) is niet alleen een bewijs van een passie voor BRNS, maar ook van volwassenwording. Het maakt ons erg benieuwd naar nieuw materiaal.

Erna volgden nog ‘U’ en ‘Come Back’, twee zoete crowdpleasers die we nog kennen van in het KultuurKaffee en waarmee ze bovendien Kasabian van de troon stoten als de band die van elke melodie een meezinger-tot-het-pijn-doet kan maken. Het publiek vond dat leuk, maar wij denken niet noodzakelijk hetzelfde als het publiek.

Derde fenomeen: de afwezige

Young Nation had vooraf laten weten: “Wij zullen er staan!” Nou, niet dus.

Tangerine won de publieksprijs. De halvefinalisten worden na de laatste voorronde van 4 maart bekendgemaakt.

0 Comment