Vanaf het academiejaar 2015-2016 wil de VUB strengere regels invoeren in de studievoortgangsbewaking. Zo wil de universiteit sneller ingrijpen als studenten onvoldoende studierendement boeken. Eén van de nieuwe principes: eerstejaarsstudenten die niet voor alle vakken slagen, mogen maar een beperkt aantal studiepunten opnemen als de opleiding het zo beslist.
De principes zijn eergisteren (dinsdag) op de plenaire vergadering van de Studentenraad goedgekeurd. Eerder gaf ook al de Onderwijsraad haar goedkeuring.
Vijfenzeventig procent
Als een student minder dan de helft van zijn studiepunten behaalt, dan legt zijn opleiding hem bindende voorwaarden op. Slaagt hij er vervolgens niet in om zich aan die voorwaarden te houden, dan weigert de opleiding zijn herinschrijving.
De bindende voorwaarden worden nu strenger. Vandaag moet een student sowieso minstens vijftig procent van zijn studiepunten behalen. Die minimumgrens wordt nu opgetrokken naar vijfenzeventig procent. Ook moeten studenten in de nieuwe regeling verplicht op studiebegeleiding. De vijfenzeventigprocentregel zal eveneens gelden voor studenten die na twee academiejaren niet slagen voor hetzelfde vak, de zogenaamde trissers.
In al de beschreven gevallen van inschrijvingsweigering, geldt het verbod voor de gekozen opleiding én aanverwante studies.
Voor niks slagen
Voorts mogen studenten die voor geen enkel studiepunt geslaagd zijn, zich niet meer opnieuw inschrijven binnen dezelfde of verwante opleidingen. Een oude regel terug van weggeweest, aangezien de VUB hem vorig academiejaar nog afgevoerd heeft uit het Onderwijs- en examenreglement na een uitspraak van de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen.
De Raad hekelde toen het algemene karakter van de regel. Volgens de Raad is het decreet duidelijk: enkel na een individuele beoordeling, student per student, mag de VUB een herinschrijving weigeren. Dat een student voor geen enkel vak slaagt, mag met andere woorden niet automatisch een weigering betekenen.
De VUB maakt zich sterk dat een herwerkte versie van de regel ditmaal wel zal standhouden. Veel zou afhangen van de formulering, en het opnemen van uitzonderingen als de student maar een miniem aantal vakken opgenomen heeft.
Begrenzen van het aantal studiepunten
Bovenop de algemene regeling voor alle studenten, neemt de VUB ook enkele maatregelen specifiek voor studenten in de eerste bachelor. Naast de meer gekende begeleiding, zoals proefexamens, infodagen, sid-ins en doorverwijzing naar de studiebegeleiding, kunnen opleidingen het aantal studiepunten beperken waarvoor de student zich mag inschrijven als hij “niet slaagt” in zijn eerste bachelor. In de principes staat niet vermeld wat er precies bedoeld wordt met niet slagen.
Vanessa De Cock, diensthoofd van het departement Onderwijsbeleid, wenste niet reageren. Zij verwees door naar Gert Sonck, hoofd van het Studiebegeleidingscentrum. Sonck: “Met niet slagen wordt wel degelijk bedoeld: slagen voor alle vakken in eerste bachelor, desgevallend na het inzetten van buispunten.”
Volgens Sonck is de methode niet nieuw. “In de bio-ingenieurswetenschappen doen ze het bijvoorbeeld al via hun inschrijvingsvereisten (en niet via bindende voorwaarden, nvdr). Je moet er minstens 33 studiepunten behalen vooraleer je aan je tweede bachelor kunt beginnen.” Volgens Sonck wordt er opzettelijk niet bijgeschreven tot hoeveel studiepunten de student beperkt kan worden. “Zo geven we aan de opleidingen de nodige armslag om hun beslissing toe te spitsen op iedere student in eerste bachelor afzonderlijk. In de exacte wetenschappen, bijvoorbeeld, is het moeilijker om studenten naar hun tweede bachelor te laten doorstromen als ze voor onvoldoende basisvakken geslaagd zijn.”
Sonck geeft ook toe dat niet iedereen voor dit idee gewonnen is: “Er is nog geen onderzoek dat aantoont dat het voor alle studenten een positief effect heeft op de studievoortgang. Als je een student te veel beperkt, dan kan dat nefast zijn voor de voortgang. Het is moeilijk om daar een algemene regel op te plakken. Dat laten we daarom liever over aan de faculteiten.”
Strijd tegen buisvakken
Helemaal cryptisch worden de principes pas als het als het over het principe Fenomeen buisvakken in BA1 gaat. In de toelichting over dit principe staat: “Vermijden dat één of twee opleidingsonderdelen een impact hebben op de studievoortgang van een groep studenten.”
Sonck moet andermaal verduidelijking geven: “Wij vinden het een goed idee dat de opleiding meer in detail moet onderzoeken wat de oorzaak is van het buisgehalte. We leggen niet noodzakelijk de oorzaak bij de docent. Er zijn meerdere redenen denkbaar waarom veel studenten niet slagen voor een welbepaald vak in eerste bachelor, zoals een verkeerde studiekeuze, de kloof met het secundair onderwijs of de grotere verwerkingstijd die studenten nodig hebben om het vak te kunnen beheersen.”
Sonck heeft er een benaming voor: “Deze rendementsknelpunten gaan we bovendien mee integreren in de vernieuwde interne kwaliteitszorg.”
Leuven
De strengere studievoortgangsbewaking aan de VUB is niet los te zien van de nieuwe aanpak aan de KU Leuven. Vanaf volgend academiejaar mogen Leuvense studenten zich na hun eerste bachelor niet meer herinschrijven voor dezelfde opleiding als hun studierendement onder de dertig procent ligt. Stéphanie Van den Broeck, juridisch adviseur van de VUB en degene die de toelichting van de principes op zich genomen had tijdens de Studentenraad, zei op de vergadering van de Studentenraad: “De VUB kan dan niet achterblijven.”
Eind maart zouden de principes op de agenda van de Raad van Bestuur komen. De Raad van Bestuur neemt dan de finale beslissing. De principes zullen worden opgenomen in het Onderwijs- en examenreglement voor het academiejaar 2015-2016.
0 Comment