Een jaar studeren in Europa, 33 keer anders

Laat een ding duidelijk zijn: het overkoepelende Europese gedachtegoed heeft het hoger onderwijs en zijn financiering nog niet bereikt. De Europese Commissie, en meer bepaald het Eurydice-netwerk heeft een studie uitgevoerd die 33 Europese landen vergelijkt op het gebied van studiefinanciering van het hoger onderwijs. Die resultaten zijn even uiteenlopend als de landen verschillend zijn.

De focus van dit jaarlijkse onderzoek ligt op het inschrijvingsgeld en de financiële steun in de vorm van leningen en beurzen. 33 landen werden onder de de loep genomen: de 28 EU-lidstaten, maar ook IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Montenegro en Turkije.

Inschrijvingsgeld

Er bestaan drie groepen landen die op drie verschillende methoden inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs vragen. Zo zijn er de landen waar studeren praktisch gratis is, namelijk Cyprus, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Malta, Finland, Zweden, Noorwegen en Turkije. Ook in Schotland is dat het geval. Wel zijn er soms andere kosten. In Duitsland moet een student bijvoorbeeld honderd tot driehonderd euro semesterbijdrage betalen als compensatie voor administratieve kosten en sociale voorzieningen.

De tweede groep landen koppelt het inschrijvingsgeld aan de prestaties van de student. Estland heeft dat studiefinancieringsstelsel dit jaar ingevoerd en ook Tsjechië, Spanje, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Polen en Slowakije koppelen het inschrijvingsgeld aan de studieprestaties. Naar Ests model betekent dit bijvoorbeeld dat een student die dertig credits per semester of zestig credits per jaar behaalt, geen inschrijvingsgeld betaalt. Voor elke credit die niet behaald wordt, moet een student maximaal vijftig euro betalen.

De laatste groep bestaat uit landen die een vast inschrijvingsgeld verlangen van hun studenten. Het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales en Noord-Ierland) is veruit het duurste land om te kunnen gaan studeren. Zo kan een jaar studeren in het Verenigde Koninkrijk zo’n 9.000 pond kosten. Dat is ongeveer 11.400 euro. De groep wordt vervolledigd door onder andere Nederland, Portugal, IJsland en Liechtenstein.

Financiële steun

Het tweede aspect van deze studie betreft de financiële ondersteuning van de studenten via leningen en beurzen. Ook in dit geval bestaan er verschillende methoden om in aanmerking te komen voor studietoelagen.

Zo kan er gekeken worden naar de financiële behoeften van een student, zoals in Vlaanderen. In andere onderwijsstelsels worden beurzen dan weer verleend op basis van de studieprestaties. De meeste landen gebruiken een combinatie van deze twee systemen. Ook is er een verschil in de uitbetaling ervan. Sommige landen zullen het geld rechtstreeks aan de student geven, anderen verkiezen een vorm van belastingvoordelen of gezinstoelagen voor de ouders.

Het onderzoek wil het belang van de studiefinanciering benadrukken omdat die het betaalde inschrijvingsgeld compenseert. Vooral studenten uit financieel kwetsbare groepen vertrouwen hierop.

Een ander opmerkelijk aspect van deze studie is het feit dat het inschrijvingsgeld in het algemeen geen negatief effect heeft op het aantal studenten dat zich inschrijft voor het hoger onderwijs. Een verhoging kan daarentegen wel als gevolg hebben dat minder oudere studenten zich zullen inschrijven.

0 Comment