In deze reeks gaat De Moeial op zoek naar twintigers van vroeger tot nu. Dit is het verhaal van Christ Braeken. Hij is geboren in 1922 en zijn levensverhaal is even waardevol als een geschiedenisboek. Een bron die zeldzaam wordt in de 21e eeuw. Midden in het volwassen worden, ontwaakte de Tweede Wereldoorlog in België. Iedereen moest zijn leven op pauze zetten. Hoe was het om een twintiger te zijn in die jaren ’40 waar er al zoveel over geschreven is? Hoe was het om toen te dromen?
Christ Braeken telt 92 lentes en in zijn jonge jaren was het ‘van te moeten’.
Zijn verhaal begint als zestienjarige in Limburg, toen hij moest gaan werken in de fabriek. De oorlog onderbrak het leven van iedereen. Hij vertelt over de bewogen jaren tijdens deze Tweede Wereldoorlog en hoe je dat moest doen, wat er van je verwacht werd.
“Mijn kindertijd was mooi maar heel anders dan nu. Dat was vooral spelen en een beetje leren. In de zomerdagen waren de buurtjongens aan het ravotten en we haalden wat kattenkwaad uit bij de buren. Tegenwoordig heb je de politie aan je deur staan als je zoiets doet. Toen ik 16 jaar was, wou ik eigenlijk een vak leren. Schrijnwerker leek me wel wat. Of naar het college gaan om Latijn te studeren, dat had ik ook heel graag gedaan. Maar mijn ouders vonden dat maar niets. ‘Wat ben je daar nu mee?’, vroegen ze. Je luisterde toen naar je ouders. Dat is nu wel anders. Als je wil gaan studeren, dan ga je ook studeren. Toen kon je dat ook niet betalen. Nu krijg je een studiebeurs en wie weet wat nog allemaal. Ik ging dus in Reppel werken bij de lepelfabriek.”
Opgeeïst
“Toen ik 18 jaar was, kwam de oorlog. Je merkte daar in het begin niet heel veel van. Er vlogen wel Duitse vliegtuigen boven ons dorp, maar er waren nog geen bombardementen geweest. Dat kwam pas later. De mobilisatie van de soldaten was wel al bezig en iedere jonge man tussen 15 en 35 jaar werd opgeroepen om zich te melden. Ik zat in die leeftijdscategorie en de meesten uit de buurt zijn ook vertrokken, maar ik niet. Mijn vader vond dat niet nodig omdat volgens hem de Duitsers in een paar weken toch weer weg zouden zijn. Je wist niet wat de toekomst ging brengen. Nu, daar stond de doodsstraf op als je je niet ging melden. Maar ik heb naar mijn vader geluisterd en ben de bossen in gevlucht. Ik heb de Duitsers op hun motors Wijshagen zien binnenrijden. Ze kwamen ook bij mij thuis kloppen, maar ik was er niet.”
“Mijn fabriek werd bezet door de Duitsers en er werd een lijst gemaakt van alle werknemers. Die werd dan naar Hasselt gestuurd en daar duidden de Duitsers mensen aan die moesten gaan werken in Duitsland. Achter mijn naam stond een kruisje. Toen was ik 20 jaar jong en had ik nog geen gezin. Op 2 december 1942 ben ik dan met de trein vertrokken. Voorbij Leipzig lieten ze me er in Lieberwolkwitz uit. We moesten daar in een metaalfabriek werken die onderdelen maakte voor vliegtuigen en tanks. De Duitsers hadden soldaten nodig om naar het front te sturen en wij moesten daar de boel draaiende houden. Wij waren de ‘opgeeïsten’. Weigerde je om mee te gaan naar Duitsland, dan werd je rechtstreeks het concentratiekamp ingegooid. Je had geen keuzes, je moest doen wat je werd opgedragen.”
Onderduiken
“Ondanks dat we 12 uur per dag moesten werken, had je wel wat vrijheid. Je moest je melden bij de wacht en dan kon je het dorp ingaan. Daar was een cinema; nu, ze draaiden wel alleen maar Duitse propagandafilms tegen Rusland, maar je kon toch weg. Er was ook een café in dat kleine dorpje waar we soms samenzaten. Ik herinner me nog dat een kameraad uit Brugge een Duits lief had. Zij werkte in de keuken. ‘Als je ons wat eten brengt, dan neem ik je mee naar België’, zei hij tegen haar. Die bracht ons dus meer eten dan we op konden en hij heeft haar daadwerkelijk meegenomen naar België (lacht).”
“Er waren veel schrikmomenten in mijn jonge jaren. Ik heb veel beleefd en veel geluk gehad.”
Christ Braeken
Valse pas: Jan Creemers
“Na die 14 dagen ‘verlof’ heb ik me niet opnieuw gemeld. Ik heb toen besloten om onder te duiken. Die zomerdagen heb ik in stallen geslapen, boven op de zolder in het stro. De Duitsers zijn wel degelijk bij ons thuis komen zoeken, maar iedereen speelde het spel mee en zei dat ze niets meer van me gehoord hadden sinds ik terug vertrokken was. Toen kwam de winter en ben ik ondergedoken bij een nicht van mij in Peer. Ik kreeg een valse pas: Jan Creemers, elektricien uit Peer. Die kon ik dan tonen voor het geval ze me zouden aanhouden. Ik kon toen natuurlijk nergens meer komen en dus zorgde ik voor de drie kinderen van mijn nicht. Soms had ik wel het verlangen om naar huis te gaan en daar te slapen. Mijn vader bleef dan wakker om op de uitkijk te staan. Ze kwamen meestal niet ’s nachts, maar je kon dat natuurlijk niet riskeren.”
“Op 13 augustus 1944, ik was toen 22 jaar en het waren de laatste dagen van de oorlog, zat ik om 7 uur ’s ochtends in de mis. Er kwam toen een man binnen en zei: ‘Wie niet in orde is met zijn papieren, ga lopen want de Duitsers houden een raid.’ Ik loop dus meteen die kerk uit, samen met een andere jonge kerel. Ik zag de Duitsers en de Zwarte Brigade al afkomen met revolvers. Ze schoten een paar keer, maar hebben me gemist. Ik ben dan weeral eens het bos ingedoken. Twee mensen zijn die dag doodgeschoten in Wijshagen. Er waren veel schrikmomenten in mijn jonge jaren. Ik heb veel beleefd en veel geluk gehad.”
Doe iets met je talenten
“Als je talenten hebt, doe er dan iets mee. Mijn talenten werden vroeger niet gevorderd. Ik heb zo graag accordeon willen spelen, maar dat was niet zo belangrijk. Ik heb me dat zelf geleerd, nog voor de oorlog. Ik wou ook gaan studeren of een vak leren. Vooral in talen was ik geïnteresseerd en ik heb altijd goed kunnen leren, maar die dromen werden niet verwezenlijkt. Er waren gewoon minder mogelijkheden en vooral ook minder keuzes. En je sprak je ouders ook niet tegen. Mijn vrouw en ik hebben onze kinderen meer willen geven. Ze konden alles doen wat ze wilden. Wij zijn heel blij dat we dat konden doen. Als tip voor de jeugd: je moet altijd moed blijven hebben en als het echt tegensteekt, verander dan iets. Als er wel een mogelijkheid inzit, blijf er dan vooral voor gaan.”
0 Comment