Koekjesfabriek

Niet alleen de huidige studenten moeten weer uitkijken naar de examens, ook heel wat scholieren hebben werk voor de boeg. Sommige onder hen kunnen zich weer inschrijven voor de ijkingstoets wiskunde. Via die test ze te weten komen of ze genoeg wiskundige bagage hebben om succesvol aan een opleiding te beginnen. Scoren ze slecht, dan krijgen ze begeleiding.

Deze ijkingstoets is slechts het begin van een universitaire carrière waarin het handje nog dikwijls zal worden vastgenomen. De initiatieven om het slaagpercentage van opleidingen op te krikken stoppen immers niet bij ijkingstoetsen voor strikt wiskundige richtingen. In steeds meer opleidingen duiken bijvoorbeeld colleges op ter begeleiding van de bachelor- of masterproef. De prerequisities nemen toe en de toepassing ervan is meer rigide geworden.

Ironisch genoeg stelt de universiteit zich steeds minder flexibel op tegenover studenten met een flexibel studietraject. Dat bleek wel uit een hervorming van het Onderwijs- en Examenreglement aan het begin van dit academiejaar. Studenten die over onvoldoende leerkrediet beschikten, konden zich niet meer inschrijven om hun opleiding af te maken. Zonder uitzondering of beroepsmogelijkheid.

Voor die bepaling is de VUB inmiddels teruggefloten. De bewuste bepaling zal het moeten aanpassen. Het nieuwe voorstel is dan ook om mensen met weinig leerkrediet die toch toegelaten zouden worden, een extra kost aan te rekenen van zo’n tien euro per studiepunt. Een hoge financiële drempel voor sommige studenten. Het artikel bleek bovendien het resultaat van onbedachtzaamheid. Er was geen rekening gehouden met beursstudenten. Een gereduceerd tarief voor deze minder vermogende groep was niet ingeschreven. Ook ontbrak in het voorstel elke motivatie voor het kiezen van het decretaal hoogst mogelijke bedrag per studiepunt. Hoeveel studenten uiteindelijk onder deze regeling zouden vallen, kon men evenmin verduidelijken. Opvallend, aangezien deze vragen toch te verwachten mogen zijn op de Studentenraadsvergadering waarhet voorstel werd besproken.

Hoe dan ook is dit voorbeeld symptomatisch voor de hedendaagse trend. De universiteit doet er alles aan om je te rekruteren en kan je vervolgens niet vlug genoeg als gediplomeerde wegwerken. Koekjesfabriekbeleid.

Alle studiebegeleiding, ijkingstoetsen en werkcolleges bij eindscripties zijn bovendien niet het resultaat van hulpvaardigheid, maar van financiële overwegingen. Een student met een diploma levert geld op. Een student die zijn diploma behaalt binnen de voorziene studietijd, is nog het meest waard op de balans.

Hoe vaak lezen we het niet in de kranten en horen we het niet in het nieuws? ‘Slechts dertig procent van de studenten slaagt in eerste jaar’ of ‘Studenten studeren steeds langer’. Daarop volgen scherpe opinies van academische overheden over ‘hoe dit toch echt niet meer kan’ en ‘dat het genoeg is geweest’. Het is echter de hypocrisie ten top om de studietrajecten en slaagpercentages uit te drukken in academiejaren. De flexibilisering van het hoger onderwijs maakt het immers mogelijk om niet alle studiepunten te behalen en toch zonder vertraging verder te studeren. Het biedt studenten de mogelijkheid om hun studies te spreiden en af te ronden in het tempo dat zij zelf haalbaar achten.

Nu steeds meer studenten gebruikmaken van die flexibiliteit door bijvoorbeeld een thesisjaar in te lassen, schreeuwt de wereld moord en brand en schieten de begeleidende initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Dat er begeleiding bestaat, is natuurlijk goed, maar die mag niet ten kosten gaan van de autonomie van de student. De drang tot studentenbetutteling verandert het universitair onderwijs in de genen tot een voortgezette middelbare school.

0 Comment