Interview met Paint Fumes, maar vooral met Los Vigilantes

Door Paola Verhaert

Dat niet alles in Puerto Rico zo mooi is als de stranden, bewijst de garagepunkband Los Vigilantes met hun modderige muziek. Samen met Paint Fumes, een Amerikaanse band die klinkt als “dirty sugar”, trokken zij door Europa. De Moeial sprak met beide.

Los Vigilantes en Paint Fumes, jullie reizen samen door Europa op deze tour. De tweede week is net ingegaan. Wie werd er al bestolen en wat is er al kapot gegaan?
Ben Carr (gitaar bij Paint Fumes): “Een erg confronterende vraag.”
Rafael Diaz (drums bij Los Vigilantes): “En vooral, wie werd er in elkaar geslagen omdat hij er vreemd uitziet op een vreemde plek?”
Ian Rose (drums bij Paint Fumes): “We liepen in Hamburg rond, zonder geld en jas. Toen we een café binnen wilden gaan, weigerde de buitenwipper ons toegang omdat we er te armzalig uitzagen. Toen ontstond er een, laat ons zeggen, handgemeen.”
Elijah von Cramon (zang en gitaar bij Paint Fumes): “We waren verdwaald en op zoek naar onze slaapplek. Uiteindelijk zijn we nog terechtgekomen, maar we moesten wel telkens in een boogje langs diezelfde buitenwipper.”
Voor Los Vigilantes is dit de tweede tour in Europa. De vorige dateert uit 2011 en de verhalen erover zijn blijven rondgaan. Op welke manier verschillen jullie optredens vandaag van die van drie jaar geleden? Zijn jullie nog steeds even energetisch als jullie reputatie verraadt?
Jota Mundo (gitaar bij Los Vigilantes): “Helaas. Vannacht hebben we onder een brug in Düsseldorf moeten slapen, omdat alle jeugdherbergen al dicht waren.”
Rafael: “We overwegen om er vanavond alleszins een cumbia- of reggaetonset van te maken, met Spaanse ballades. Kwestie van het wat rustiger aan te doen.”
Ian: “Wat is dat toch met Europese jeugdherbergen? Alles gaat zo vroeg dicht.”
Jota: “Vannacht hadden we eindelijk een laatste jeugdherberg gevonden, maar zodra de eigenaar de deur opendeed en ons zag riep hij heel luid “Nee!” en sloeg de deur dicht.”
Elijah: “Ik had nochtans een mooie poncho aan. Misschien was dat echter net de grond voor de afwijzing.”
Jota: “Al bij al zullen we er vanavond wel voor gaan, hoor. We zullen moeten vechten en huilen tegelijkertijd.”
Afgezien van de deplorabele slaapplekken, hoe verhouden de tours in Europa zich met die in Centraal-Amerika?
Javier Garrote (zang en basgitaar bij Los Vigilantes): “Tijdens onze vorige Europese tour hadden we voornamelijk in Nederland en in Duitsland gespeeld.”
Pepe Carballido (gitaar bij Los Vigilantes): “Nu hebben we ook heel wat meer muziek uitgebracht dan toen, dus mensen kennen ons wat beter. In Centraal-Amerika liggen de dingen anders. Puerto Rico is een eiland, en het is moeilijk om eraf te geraken. We hebben enkel in Mexico echt kunnen touren; in het zuiden ligt het moeilijker.”
Jota: “We zouden enorm graag touren in Zuid-Amerika, en een plaat opnemen in het Amazonewoud.”
Wanneer komt die plaat er?
Pepe: “Onze volgende plaat komt uit op 19 juli, maar die hebben we niet in het Amazonewoud opgenomen. We wilden die ook meebrengen naar Europa, maar alles is nog erg cryptisch en we wachten nog op de eerste levering cd’s.”
Jota: “Deze keer releasen we wel niet via Slovenly, maar via ChaCho Records. Het is een lokaal label uit Puerto Rico, dat al platen van onder andere Las Ardillas en Lo Podrido heeft uitgebracht, stuk voor stuk geweldige bands.”
Heel wat garagebands die zingen in het Spaans lijken zich te centreren rond Slovenly Records. Naast jullie zijn er ook Las Ardillas en Wau y los Arrrghs!!! Vanwaar denk je dat die interesse komt?
Pepe: “Een groot deel van de aantrekking ligt in de obscuriteit. Het is nieuw, dus heel wat platenverzamelaars zijn hiernaar op zoek.”
Rafael: “Daarbij kent Latijns-Amerika een grote cultuur van rock-‘n-roll sinds de jaren ’50. Dat is niet veranderd, alleen is er nu meer aandacht voor.”
Jota: “Ik denk dat mensen zich er vandaag meer bewust van zijn dat enorm veel mensen Spaans spreken en het daarom pas in de armen sluiten. Er valt daar op muzikaal gebied veel te ontdekken.”
Enkele jaren geleden ontplofte de garagescene en werden ook Los Saicos, een Peruaanse punkband uit de jaren ’60, van onder het stof gehaald. Denk je dat hun populariteit tot deze trend heeft bijgedragen? Wie was er eerst? De kip of Los Saicos?
Jota: “De plaat van Los Saicos heeft veel veranderd, zeker. Hij markeert een omslag en maakte het sociaal aanvaardbaar om Spaanstalige rock-‘n-roll te maken.”
Javier: “Dankzij Los Saicos hebben wij Los Monjes en zoveel andere muziek ontdekt. Alles is hier met elkaar verbonden. Zonder Los Saicos zouden wij hier waarschijnlijk niet staan.”
Net zoals zij zingen jullie ook altijd in het Spaans. Nochtans hebben jullie allemaal in de Verenigde Staten gewoond. Vinden jullie het uiteindelijk toch gewoon gemakkelijker om Spaanstalige muziek te schrijven?
Rafael: “Eigenlijk helemaal niet. Het is een enorm uitdaging om Spaanse liedjes te schrijven, want alles klinkt zo ongelofelijk melig in het Spaans.”
Jota: Te amo alleen al klinkt veel te zwaar beladen. Het is ineens nogal veel passie om te verpakken in een nummer.”
Javier: “Een van onze bandleden woont eigenlijk in Japan. Nadat hij naar daar is verhuisd is hij in het Japans beginnen schrijven en hebben we dat opgenomen. Hij kent hele andere muziekinvloeden, houdt meer van pop, maar zijn nummers zijn steengoed. Wie weet komen er binnenkort nog nummers van ons uit in het Japans.”
Jota: “We dragen uiteindelijk allemaal bij tot de plaat en zijn het gewend om heel democratisch te werken. Iedereen heeft eigen nummers op de plaat, maar we komen wel altijd naar buiten als Los Vigilantes, hoe eclectisch we ook werken.”
Jullie schuwen geen covers en spelen vaak nummers van Los Yorks en Los Monjes. Vanwaar die keuze?
Rafael:
 “Het is een leuke manier om om te gaan met de muziek waar we van houden. We wisten aanvankelijk niet dat we een band zouden gaan vormen, maar hielden er gewoon van om die nummers samen te spelen. Uiteraard zijn wij niet Los Monjes, dus maken we het ons eigen.”
Jota: “Het maakt deel uit van wie we zijn, we spelen Los Monjes omdat we zoveel aan hen verschuldigd zijn. Het is een manier om te tonen waar we vandaan komen. Covers zijn een uitdaging, het is een goede oefening. Ooit werd ons gevraagd om ‘Paint It Black’ te coveren. Sommige bands zullen dat nooit doen, omdat volgens hen sommige nummers of bands heilig zijn. Wij doen dat wel, we vertalen het naar Los Vigilantes.”
Elijah: “Daarbij is het een manier om muziek die wij leuk, maar onderschat vinden, naar buiten te brengen. In Noord-Carolina kennen weinig mensen The Gun Club. Soms coveren we hen, gewoon opdat mensen hun muziek zouden kunnen leren kennen.”
Rafael: “Ik vind het altijd erg leuk om onze beschrijvingen te lezen, want die verschillen telkens enorm. Bij Paint Fumes geldt dat ook.”
Elijah: “Zeker wat betreft de vergelijkingen is het soms bijzonder komisch. Uiteindelijk worden we waarschijnlijk wel door verschillende bands beïnvloed, maar daar streven we niet naar.”
Ik ga jullie niet vragen om jullie eigen sound te beschrijven, dat is te moeilijk. Ik ga jullie vragen om elkaars band te beschrijven. Paint Fumes, steek maar van wal.
Ian: “Fuck. (lacht) Mogen we je een lijst adjectieven meegeven? Los Vigilantes hebben zeker een Rolling Stonesachtige swagger mee.”
Elijah: “Ik zou het beschrijven alsof Rolling Stones de liefde zou bedrijven (Elijah gebruikte een ietwat minder gepaste term, nvdr.) met een doo-wopband en hun Latino-liefdeskind zou uitgroeien tot Los Vigilantes. Er zitten zoveel verschillende elementen in hun muziek dat het wel enorm moeilijk is om hen te beschrijven, maar het wérkt.”
Ben: “Uiteindelijk denk ik dat je als band nooit gemakkelijk te beschrijven moet willen zijn.”
Jota: “Het is als band ook belangrijk om niet altijd hetzelfde te schrijven, anders zou het maar saai worden.”
Pepe: “Veel bands vervallen hier wel in en blijven vastzitten in dezelfde groove of garage.”
Jota: “Inderdaad. Vanaf het moment dat er iets nieuws uitkomt, proberen mensen het ook altijd meteen te beschrijven, maar zo gemakkelijk is dat niet. Wij begonnen zeker als een garageband, maar we houden van veel verschillende muziek, gaande van Los Monjes tot Johnny Thunders.”
En hoe zouden jullie Paint Fumes dan beschrijven?
Jota: “Yikes. Ook bij hen zit er een zeker element van de Rolling Stones in, gemengd dan met punk uit ’77.”
Pepe: “Als T. Rex en The Stooges zouden beginnen trippen op acid en Elijah in de buurt zou zijn.
Jota: “Paint Fumes zijn daarbij ook een beetje bubblegum en klinkt soms zelfs als een girlband, hoewel er geen vrouwen bij hen spelen. Elijahs prachtige haardos maakt dat wel goed.”
Pepe: “Ze makken een lekkere mix van modder en suiker.”

Na deze woorden volgde een groepsknuffel, waarop De Moeial besloot hen wat privacy te gunnen. Niet veel later hielden Los Vigilantes en Paint Fumes hun reputatie staande met een verpletterende show in Madame Moustache.

0 Comment