Doculatino: Ontgonnen maakt onbemind

De intensieve mijnbouw op het Latijns-Amerikaanse continent laat heel wat sporen na. De industrie verplaatst zich naar afgelegen gebieden en ontwricht niet alleen ecosystemen. Hele gemeenschappen lijden onder de zoektocht naar het edelmetaal.

Latijns-Amerika blijft het El Dorado. Ruim 500 jaar nadat de eerste Europeanen voet zetten op de grond van de Nieuwe Wereld en op ongeziene goud- en zilvervoorraden stuitten, tekent de mijnbouwsector meer dan ooit tevoren de toekomst van het continent. Voor het zesde opeenvolgende jaar organiseerde CATAPA het Doculatino filmfestival. Via woord en beeld wil de ngo de Belgische menigte bewustmaken van de mijnbouwproblematiek in de regio. De campagne Goud: eerlijk? staat dit jaar centraal.

Goud is allerminst het enige edelmetaal of mineraal waar men in Latijns-Amerika naar jaagt, maar het is zeker het meest destructieve, voor zowel mens als milieu. Het merendeel van het goud dat vandaag ontgonnen wordt is immers bestemd voor de elektronica. De groeiende afvalberg als gevolg van het immer rusteloze consumentisme biedt dan wel beloftevolle mogelijkheden tot recyclage, maar die worden nagenoeg niet benut. Tegelijk kreeg goud door de economische onzekerheid als gevolg van de crisis de status van veilige en stabiele investering, getuige de verzevenvoudiging van de goudprijs in de afgelopen tien jaar. Enerzijds komt er een enorm kapitaal voor de mijnbouwbedrijven vrij, maar anderzijds maakte de beloofde opbrengst het exploiteren van onontdekte gebieden met relatief kleine goudreserves steeds interessanter.

Ecologische ramp

Sociaal-economische en politieke problemen beginnen vaak waar ecologische problemen eindigen. Goud wordt voornamelijk gedolven door het scheiden van het goud en de overige ertsen. Dit gebeurt voornamelijk door hoge doses kwik of cyanide te mengen met de circa 10.000 liter water die dagelijks gebruikt wordt voor de ontginning van één gram goud. Dit toxisch mengsel wordt doorgaans opgevangen in een artificieel waterbekken, maar wordt soms evengoed door middel van gigantische pompen ter verdamping omhooggespoten of regelrecht geloosd of gelekt in nabijgelegen rivieren.

Het afgegraven rotsoppervlak dient nadien eigenlijk volledig afgedekt te worden om de blijvende uitstoot van zware metalen als lood, arseen en koper in te perken. Latijns-Amerikaanse landen zijn echter doorgaans in onderlinge concurrentie om de laagste milieuvoorwaarden te kunnen stellen aan multinationals, waardoor ze na de exploitatie geen initiatieven ontplooien om de vegetatie en geografie te herstellen. Zware metalen worden hierdoor blijvend toegevoegd aan de natuurlijke cycli van regen, opname in de grond en verdamping.

Door het dagelijks gebruik van tienduizenden liters water drogen natuurlijke bronnen op en verzilt de bodem. Waterputten komen leeg te staan, landbouw wordt onmogelijk. Daar waar mijnbouw de landbouw ongemoeid laat, zorgt het huishoudelijk gebruik van het vervuilde bronwater voor wijdverspreide huidaandoeningen, geboorteafwijkingen en allerhande tumoren, kankers en neurologische defecten. De rurale context waarin mijnbouw plaatsvindt, zorgt dus voor een sterke verwevenheid van de ecosystemen en haar bewoners.

Als protest zich ondanks intimidatie dan toch organiseert, aarzelt staat noch grootkapitaal om haar belangen te verdedigen.

Volksraadpleging?

Deze desastreuze gevolgen voor het dagelijks leven van de omwonenden leiden tot heel wat bezorgdheden en sociale en politieke spanningen. Internationale wetgeving stelt dat de lokale bevolking geconsulteerd dient te worden, en vaak zijn referenda eveneens grondwettelijk verankerd in de afzonderlijke landen. In realiteit is het volk echter zelden opgewassen tegen de alliantie tussen overheden en multinationals, die een jaarlijkse omzet hebben die soms het veelvoud is van het BNP van de landen waar ze hun mijnactiviteiten ontplooien. Wanneer de regering conferenties organiseert waar mijnbouwbedrijven tegen elkaar kunnen opbieden om een deel van het vaderland in concessie te krijgen, wordt uiteraard rond de onderhandelingstafel geen zitje gereserveerd voor de getroffen bevolking.

Als protest zich ondanks intimidatie dan toch organiseert, aarzelt staat noch grootkapitaal om haar belangen te verdedigen. Ontvoering of aanslagen op gemeenschapsleiders en activisten zijn bijvoorbeeld schering en inslag in het Centraal-Amerikaanse Guatemala. Ook worden minder subtiele vormen van repressie aangewend, zoals de militarisering van een ganse regio door middel van het afkondigen van een staat van beleg, inclusief het tijdelijk opschorten van grondwettelijke rechten. Ter bewaring van de sociale vrede.

De relatie tussen overheden en multinationals enerzijds en de bevolking anderzijds, wordt vaak nog problematischer wanneer mijnen opgericht worden op het grondgebied van de inheemse volkeren van bijvoorbeeld Peru, Bolivië, Guatemala en Ecuador. Dat naar schatting de helft van de mijnbouwexploitaties zich op inheems grondgebied bevindt, heeft veel te maken met inherent racisme van de heersende oligarchieën en met het opportunisme van de multinationals die zich er maar al te bewust van zijn dat deze groepen enkel traditionele aanspraken op hun grond hebben en hun rechten dus moeilijk juridisch kunnen afdwingen.

Verdeel en heers

Binnen deze gemeenschappen is het verzet nochtans niet unaniem. Dorpen, zelfs families zijn vaak verscheurd in voor- en tegenstanders van de komst van de mijnbouw. Naast werkgelegenheid beloven mijnbedrijven immers ook ontwikkeling en welvaart in de vorm van ziekenhuizen, scholen en huisvesting. Beloftes die ze niet altijd nakomen, maar ze slagen er wel in om verdeeldheid te zaaien.

Zo’n verdeeld sociaal weefsel betekent een zwakkere tegenstander. In verscheidene gevallen werden plaatselijke gemeenteraden omgekocht om hun bevolking de propaganda van de pr-campagnes in te lepelen. De mijnbouw verstoort niet enkel de traditionele verhouding tussen mens en natuur, maar ook een eeuwenoude communautaire cultuur moet wijken voor de vooruitgang.

Culturele conversie

Ontwrichting brengt deze culturen ten slotte finaal op de knieën. Dorpelingen die weigeren om de grond van hun voorouders te verkopen, worden geïntimideerd en fysiek bedreigd. Anderen verliezen door onvrijwillige onteigeningen het recht op financiële compensatie en verzanden in armoede of moeten noodgedwongen naar de stad trekken. In ruil daarvoor doet de globalisering haar intrede op het platteland. Op lange termijn vindt zo een culturele conversie plaats, omdat de spirituele band met de aarde die veel inheemse volkeren eigen is, onmogelijk wordt gemaakt.

De traditionele zelfvoorzienende landbouwsamenleving, waarin mens en natuur in precaire cycli verbonden zijn, sterft langzaam uit. Wat achterblijft is machteloosheid, verpaupering en een versterkt minderwaardigheidsgevoel. Opengereten wonden in de aarde zijn het enige duurzame teken dat mijnbouwbedrijven achterlaten. Wanneer de natuurlijke rijkdommen aan een gebied onttrokken zijn, valt de economische ontwikkeling stil en wordt de afhankelijkheidspositie van een exportgerichte industrie pijnlijk voelbaar.

0 Comment