Tijdens ons gesprek over de ATP-vervagingsstop ging de rector dieper in op de toekomst van de inschrijvingsgelden. Moet studeren volgens de rector duurder worden?
Paul De Knop: “De mensen geloven niet dat wij in een bijzondere situatie zitten in Brussel. Ik heb ooit aan de Vlaams Parlementsvoorzitter (Jan Peumans, N-VA, nvdr) gezegd dat studenten aan Franstalige universiteiten 240 euro meer betalen aan inschrijvingsgelden. Hij wist dat niet. Ik pleit er nu niet direct voor dat studenten dat moeten gaan betalen, maar het stelt ons wel in een moeilijke situatie.”
“Neem nu de ingenieurswetenschappen, die een samenwerking hebben met de ULB (Bruface, nvdr). Het verschil in inschrijvingsgelden bemoeilijkt de samenwerking. We mogen niet gezamenlijk diplomeren, zodat we de inschrijvingen afwisselend aan de VUB en ULB organiseren. Waar zou een buitenlander inschrijven, denkt u? Hier voor 620 euro, of aan de ULB voor 860 euro? 620 euro lijkt me toch logisch. Maar dan gaat hij het jaar erna niet meer inschrijven aan de ULB voor 860 euro. Dit is een idiote, absurde situatie.”
“Ofwel moeten we gaan spreken over onze eigen inkomsten. Dat wil zeggen dat wij een bedrijf worden, dat wij winsten halen uit de dingen die we doen.”
Paul De Knop
“Ik pleit ervoor om er een ernstig debat over te hebben. Ik weet waar studenten tegen zijn. En dat kan ik begrijpen. Maar ik heb 13.000 studenten. De inschrijvingsgelden bedragen ongeveer 3,3 procent van mijn begroting. Dat wil zeggen dat ik meer dan 96 procent elders moet halen. En waar dan? Bij de overheid, die stoemelings altijd maar op ons bespaart (verwijzing naar de eis van 120 miljoen euro extra overheidsfinanciering, nvdr). Als de overheid dat niet zou doen, dan moeten we zelfs niet meer spreken over inschrijvingsgelden.”
“Ik heb drie bronnen van inkomsten: inschrijvingsgelden, overheidssubsidies en private instellingen. Het laatste vindt men vies, en heeft men liever niet. Gelet op ons fundamenteel onderzoek, kan ik dat begrijpen. Maar de overheidssubsidies verminderen, en daarom wil ik in debat treden met de studenten. Jullie hebben power die ik niet heb. Als wij minder geld van de overheid krijgen, zullen wij genoodzaakt zijn om de inschrijvingsgelden op te trekken. Ofwel moeten we gaan spreken over onze eigen inkomsten. Dat wil zeggen dat wij een bedrijf worden, dat wij winsten halen uit de dingen die we doen. Bijvoorbeeld uit het restaurant, sport en cultuur. Dat betekent snijden in de sociale voorzieningen voor studenten.”
“Ik zeg niet welke optie het moet worden, maar wel dat wij dit niet kunnen houden. Een personeelsstop is ten nadele van jullie. Als ik geen persoon in kan zetten voor de website, is dat ten nadele van jullie. Maar tot hiertoe, met de dalende budgetten van de Vlaamse overheid indachtig, hebben we dit debat nog nooit gevoerd. En ondertussen vraagt men vijftig meter hiervandaan al jaren 240 euro extra. Bij wijze van boutade zeg ik dan: doe dat eens maal 13.000 studenten. Dat betekent mijn investeringsgeld verdubbelen. Nogmaals, ik zeg niet dat we daar naartoe moeten, maar ik wil een discussie met de studenten en de overheid over hoe we dit in stand gaan houden. Vind jij het normaal dat jij meebetaalt voor Nederlandse studenten? Zij komen aan dezelfde prijs. We mogen niet discrimineren in Europa, maar het is wel de Vlaamse belastingbetaler die hun studie betaalt. Awel, ik wil daar een debat over hebben.”
Hoe gaat u dat debat lanceren?
“Als voorzitter van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad). Daar ga ik aan de studenten vragen of zij bereid zijn om erover te spreken. Ik zeg niet wat de uitkomst van het debat moet zijn. Maar het debat niet voeren, ondertussen besparen en het dan hebben over de neoliberale politiek van de rector; zeg me, wat ik moet doen? Ken jij andere middelen dan deze vier? Ik ken er een. Dat is mensen ontslaan, en dat heb ik nooit gedaan.”
“Vind jij het normaal dat jij meebetaalt voor Nederlandse studenten?”
Paul De Knop
Nooit?
“Omwille van besparingen? Neen. Maar ik wil je wel eens duidelijk maken hoe het zit met de financiële situatie. You can’t have it all. Ofwel ten koste van studenten – de klanten – die meer betalen, ofwel de overheid. Maar eigenlijk, de student 240 euro meer laten betalen … Ik ben absoluut voorstander van democratisering. Als er een verhoging komt, dan moet die gekoppeld worden aan veel betere studiebeurzen. Maar eigenlijk is dat een peulenschil. De overheid moet wil en durf hebben om te investeren. Ik heb ooit berekend wat de Vlaamse Huizen in het buitenland kosten. Waarom hebben we dat nodig? Er zijn toch ambassades? Met dat geld kan je een volledige universiteit subsidiëren.”
“Hieromtrent wil ik met jullie rond de tafel zitten. Met jullie studentenvertegenwoordigers. De voorzitter van de Studentenraad heb ik daartoe uitgenodigd in Oostende (voor het strategisch seminarie in januari, nvdr). Wij hebben al een heel goed gesprek gehad en hebben gezegd: oké, we zijn bereid om het verder te onderzoeken.”
“Dat ga ik ook stellen in de VLIR, waar ik de afgevaardigden van de studentenfederatie ga zeggen dat we ofwel eensgezind zijn ten opzichte van de overheid – maar dan moeten we dat gesprek durven aan te gaan – ofwel drijft men mij naar privatisering.”
“Kijk wat ik morgen ga doen. Ik was er juist mee bezig. Ik ga voor jullie een Library en Learning Centre bepleiten. Met sponsors. Jullie willen een leerruimte hebben als er examens zijn. We hebben immers geen kloosters of zo. Dus ik wil jullie een ordentelijke plek geven met een ordentelijke bibliotheek. Dat kost 45 miljoen euro. Waar moet ik dat halen? Je antwoordt niet, hè?”
Nee, u beantwoordt meestal zelf uw vragen.
“Ik vraag aan de studenten: wat willen jullie? Ik hoor de studenten niet in het debat over de 120 miljoen euro die de Vlaamse overheid ons jaarlijks niet betaalt voor ons personeel, een kwestie die de rectoren dus zelf moeten oplossen. Ik krijg de 1,7 miljoen euro van het Financieringsdecreet niet. Ik krijg geen geld voor het woon-werkverkeer. In die debatten hoor ik de studenten te weinig. Dat verwijt ik jullie niet, jullie hebben andere zaken aan jullie hoofd. Maar ik zeg je: naar jullie zal men luisteren, naar mij niet.”
0 Comment