De Vrije Universiteit Brussel doet het goed. Maar … Daar is dat steeds terugkerende tegenstellend voegwoord weer. Rector Paul De Knop had het erover in zijn nieuwjaarsspeech voor het personeel. De studentenaantallen stijgen, het onderzoek zit snor, er zijn heel wat spin-offs, de investeringsmiddelen liggen vijf procent hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Maar.
Eind februari stelden de Vlaamse hogeronderwijsbazen hun memorandum voor. De teneur is duidelijk: het is vijf voor twaalf, code rood, men luidt de alarmbel. De universiteiten en hogescholen vragen 150 miljoen euro per jaar extra voor ontwikkeling en onderzoek. Dat is echter niet alles.
Ook de werkingskredieten staan onder druk. De voorbije vijf jaar zorgde die naar verhouding afgenomen overheidsfinanciering voor een jaarlijks Vlaams verlies van 120 miljoen euro. Deze uitkeringen aan de instellingen volgen de indexstijging van de lonen wel, maar op een lager niveau. Voor elk loon dat de universiteit betaalt, krijgt het dus maar een fractie overheidsfinanciering.
Het zijn verontrustende tijdingen in een tijdsgewricht dat zich kenmerkt door besparingen. Het macroniveau is echter maar één kant van de medaille. De VUB worstelt met haar eigen financiële problemen. De gevolgen zijn er evenwel niet minder om.
Op 10 september 2013 ontvangt het rectoraat een brief van minister van Onderwijs Pascal Smet. Onderwerp was VUB’s jaarrekening van 2012. Smet had in juli een gesprek met Johan Dhondt, regeringscommissaris van de VUB, over diezelfde jaarrekening. In zijn brief aan de VUB deelt hij de conclusies mee. Hoewel de regeringscommissaris de financiële situatie van de VUB nog steeds structureel gezond verklaart, zijn er toch enkele aandachtspunten.
Eén van die aandachtspunten is de zogenoemde 80/20-regel. Die regel zegt dat de verhouding tussen de personeelskosten van de universiteit en de totale inkomsten aan werkingskredieten niet hoger mag liggen dan 80 procent. Voor de VUB bedroeg die voor het jaar 2012 79,57 procent. “Een zeer hoog peil”, zo zeggen de minister en de regeringscommissaris.
Smet vervolgt: “Voor nieuwe initiatieven […] op het vlak van personeel, moet er een gepaste afweging gebeuren met een sluitend financieel plan. Ik heb daarom de commissaris de opdracht gegeven de situatie op een coöperatieve, maar kritische manier verder op te volgen.”
Om de kritische grens van 80 procent niet te overschrijden, voerde de VUB een vervangingsstop door voor administratief en technisch personele (ATP). Paul De Knop: “Ik wil proberen om de administratie zo ‘lean’ (managementfilosofie die erop gericht is om maximale waarde voor de klant te realiseren met zo min mogelijk verspillingen, nvdr) mogelijk te maken, zodat we zoveel mogelijk geld kunnen vrijmaken voor de faculteiten. Ik heb helemaal niet bespaard op de faculteiten. Het onderwijs en onderzoek, daar besparen we niet op. Waar besparen we wel op? Op de centrale administratie. Hun budgetten stijgen niet; daar zit een vorm van besparingen omdat de kosten stijgen. Ook bepaalde projecten uit het Algemeen Strategisch Plan II (ASPII) worden op de lange baan geschoven.”
“Ondernemingsraad buitenspel”
Jo Coulier, hoofdafgevaardigde van ABVV-VUB en lid van de Ondernemingsraad, is kritisch voor de gang van zaken. Coulier: “Wij hebben de nieuwjaarstoespraak van de rector natuurlijk ook gehoord. Ik kan heel duidelijk zijn over die vervangingsstop: wat mij betreft bestaat die niet. Nergens heb ik een officiële beslissing gezien die hier op zou kunnen wijzen, en mocht die er toch zijn, dan heeft men in ieder geval de wet overtreden door de Ondernemingsraad niet in te lichten. Ik kan moeilijk commentaar geven op zaken die ik in de wandelgangen moet vernemen.”
“Vroeger kwam er om de paar maanden iemand naar ons toe met een burn out, stress of een geval van pesten op het werk. Nu is dat eerder wekelijks.”
Jo Coulier
Gevraagd naar een eventuele stijging van de werk- en prestatiedruk, merkt Coulier op: “Het verbaast me dat een universiteit die toch prat gaat op haar wetenschappelijke aanpak, eigenlijk geen enkel valabel meetinstrument hanteert. Enkele jaren geleden was er wel een doorlichting van Deloitte, maar methodologisch gezien klopte die langs geen kanten. Het personeel moest bijvoorbeeld zijn tijdsbesteding bijhouden, maar wel in relatieve cijfers. Zo kun je de werkdruk natuurlijk niet meten. Voor het zelfstandig academisch personeel (ZAP) is er nu een akkoord voor een meting, maar die studie moet nog van start gaan. Voor andere personeelscategorieën zoals het ATP is dat niet het geval.”
Volgens Coulier staat sommige diensten het water aan de lippen. “Eigenlijk heb in mijn twintig jaar aan de VUB nooit anders geweten dan dat men de besparingen doorvoert op het centrale ATP-niveau. Daar zit het rectoraat immers met zijn neus op. Maar op een gegeven moment is de rek er daar ook uit en gaan die diensten niet meer functioneren. Dat moment komt steeds dichterbij.”
Dat wil niet zeggen dat de gevolgen voor het personeel vandaag afwezig zijn. “Vroeger kwam er om de paar maanden iemand naar ons toe met een burn out, stress of een geval van pesten op het werk. Nu is dat eerder wekelijks. Dat wijst op een zeer sterk verslechterende arbeidsrelatie. Deels heeft dat te maken met besparingen op en gebrek aan personeel. Cijfers heb ik niet, maar ik denk wel te kunnen spreken op basis van mijn ervaring.”
Samen sterk met de KU Leuven
De Knop kan de frustraties van overwerkte personeelsleden begrijpen: “Iedereen heeft begrip voor de situatie van het personeel. Natuurlijk lopen ze ondertussen mijn deur en die van de personeelsdienst plat om toch hun personeel te kunnen vervangen. Ik begrijp dat, hoor. Stel: je leidt een dienst en je secretaresse is langdurig ziek. Je werklast stijgt maar en dan vraag je om vervanging. Als ik dan zeg: je krijgt je secretaresse, maar ik moet eerst onze financiering in orde krijgen – dan ben je niet gelukkig, hè. Maar zolang ik het geld niet krijg … Ik ga niet uitgeven wat ik niet heb.”
Het geld waarvan sprake bedraagt volgens de rector 3,5 miljoen euro. Op een gedeelte daarvan (1,7 miljoen euro) heeft de VUB recht krachtens het Financieringsdecreet. Dat decreet voorziet een compensatie voor de vrije onderwijsinstellingen, die hogere kosten aan socialezekerheidsbijdragen hebben dan de openbare universiteiten. “Alleen heeft minister Smet dat geld niet gekregen van de minister van Begroting (Philippe Muyters, N-VA, nvdr)”, zegt De Knop. “Heel de kwestie is vervolgens verschoven naar de ministerraad van 31 december, maar ook daar is het niet opgelost. Waarom niet? De Vlaamse regering heeft geen geld.”
“So what’s the fucking problem?”
Paul De Knop
Ook de KU Leuven maakt om dezelfde reden aanspraak op de compensatie. Dat bedrag is nog heel wat hoger: 8,9 miljoen. “We staan dus niet alleen”, vervolgt de rector. “We zijn nu samen in onderhandeling met de Vlaamse regering. De afspraak zou nu zijn dat men het zal regelen een dag na de verkiezingen van 25 mei, waar ik toch mijn bedenkingen bij heb. De regering is er dan immers een van lopende zaken. Maar goed, men is toch op zoek naar een oplossing.”
Paul De Knop ergert zich wel wat aan de gang van zaken. “Als de overheid me de 1,7 miljoen euro zou geven waar ik decretaal gezien recht op heb, dan komt de VUB helemaal niet aan de limiet van de 80/20-regel. So what’s the fucking problem? De overheid mag het me verwijten als ik mijn begroting te boven ga, maar nu is dat verwijt totaal ongegrond.” En als de overheid in mei niet over de brug komt? “Dan gaan we juridische stappen ondernemen. Als de overheid de eigen regels niet kan respecteren …”
Geen geld voor woon-werkverkeer
Daarnaast mikt de VUB nog op 1,8 miljoen euro extra per jaar vanwege een mogelijke discriminatie tussen het leerplichtonderwijs en hogescholen enerzijds, en de universiteiten anderzijds. Twistpunt is het woon-werkverkeer. Het geld dat scholen en hogescholen aan hun personeel uitkeren voor openbaarvervoerskosten en fietsvergoedingen wordt terugbetaald door de Vlaamse regering. Universiteiten kunnen niet op dat voordeel rekenen.
De zes universiteiten (VUB, UGent, KU Leuven, UA, UHasselt en HUB) trokken in 2011 naar de Raad van State. Op een uitspraak is het nog een tijdje wachten, niet in het minst omdat het Grondwettelijk Hofeerst nog een prejudiciële vraag most beantwoorden. De openbare terechtzitting van het Grondwettelijk Hof was op 4 maart, een uitspraak wordt over enkele maanden verwacht. Ondertussen denkt de rector dat de universiteiten sterk staan. Bovendien is de VUB de universiteit die er het zwaarst onder leidt. “Ons personeel pendelt veel meer”, zegt De Knop. “Zo zie je maar, als je die twee bedragen optelt, dan heb ik 3,5 miljoen euro extra.”
0 Comment