Recht op huurtoelage beperkt in tijd

© De Moeial, Manly Callewaert
In navolging van de wijzigingen aan het toewijzingsbeleid van de studentenkamers, is nu ook het toewijzingsbeleid voor huurtoelagen gewijzigd. De Stuvoraad besliste op 14 februari om de huurtoelage vanaf volgend academiejaar te beperken in de tijd, in plaats van de toekenning te laten afhangen van de studievoortgang. Vanaf nu hebben studenten maximaal een jaar langer dan de nominale studieduur recht op een huurtoelage.

Een voltijdse inschrijving wordt als voorwaarde naar voren geschoven om een huurtoelage te verkrijgen. Concreet zal in het aanvraagformulier de vraag worden opgenomen of de student de intentie heeft om ten minste 54 studiepunten op te nemen. De deadline voor de aanvraag van een VUB-kamer, 1 mei, zal tevens gelden voor de aanvraag van een huurtoelage voor een VUB-kot. Voor privékamers geldt die deadline niet.

Het huidige criterium wordt vervangen door een nieuw, waarbij de aanwezigheid van een kadastraal inkomen vreemd gebruik (ouders met vastgoed dat niet dient tot hoofdverblijfplaats of beroepsuitoefening, bijvoorbeeld een vakantiehuis, nvdr) het recht op een huurtoelage uitsluit, net zoals dat voor de studietoelagen het geval is. Hoewel het aanvankelijke voorstel de huurtoelage beperkte tot de duur van een voltijds modeltraject, stemde de Stuvoraad voor een uitbreiding. In een stemming beslisten de studenten om het recht op een huurtoelage één jaar langer dan de nominale studieduur van de opleiding te garanderen.

Over dit laatste punt was er verdeeldheid binnen de geledingen van de Studentenraad. Die verdeeldheid kwam overigens ook tot uiting in de stemming: negen leden stemden voor de verlenging met één jaar, vijf stemden tegen.

“Studievertraging is een recht”

Simon Vermeersch (Comac), studentenvertegenwoordiger namens de faculteit PE, stelt dat de hervorming van de Sociale Dienst veel positieve punten in zich draagt: “Ik had liever gezien dat de vereiste 54 studiepunten ook waren verdwenen uit het voorstel. In principe sluit je studenten met een lage studievoortgang op deze manier nog altijd uit. Studenten hebben nu een jaartje extra recht op huurtoelage, dat is wel positief.”

Met de toekenning van het recht op een huurtoelage voor slechts de nominale studieduur van de opleiding kon Vermeersch zich niet vereenzelvigen. “Op die manier wordt de groep mensen die langer dan de nominale duur over hun studies doet, uitgesloten, terwijl zij in het vorige systeem wel nog recht hadden op hun toelage. Voor zover ik het kan inschatten, was dat het belangrijkste – en misschien zelfs het enige – negatieve punt aan de voorgelegde hervorming.”

“Toch blijft het voor mij een compromis”, gaat Vermeersch verder. “Er zijn ook veel arme studenten die nog langer over hun studies doen en zij hebben daar, naar mijn mening, evenveel recht op. De Sociale Dienst doet opnieuw de belofte dat ze studenten die het dan nog moeilijk hebben om hun verdere studies te voltooien, kunnen helpen met andere beurzen, maar dat wordt bijvoorbeeld in hun budget niet gegarandeerd. Overigens vertrouw ik wel op de goede intenties van de mensen van de Sociale Dienst. Ik denk dat het vervolg zal afhangen van de begroting van de VUB op sociaal vlak.”

Ook Nicolas Dutré (BSG) stemde voor de uitbreiding: “Voor mij was de reden zeer eenvoudig. De decreetgever voorziet in de mogelijkheid dat studenten een jaartje falen. Dat is soms ook nodig om bij een juiste en gewogen studiekeuze uit te komen. Naar mijn mening moeten de studenten dan ook alle kansen krijgen om dit parcours door te komen.”

“Universiteit mag eisen stellen”

Reinert Roux, voorzitter van de Stuvoraad, ging niet akkoord met de uitbreiding. Hij stelt dat het krijgen van subsidies een zekere verantwoordelijkheid met zich meebrengt: “Wanneer je gefinancierd wordt als student, sluit je met de financierder een akkoord. Voor velen zal dat in de eerste plaats een akkoord met de ouders zijn. In dat geval moeten ze zich wellicht tegenover hen verantwoorden waarom de studieduur een bepaalde lengte heeft. Als er echter ook een instelling tussenkomt, dan mag die instelling in mijn ogen bepaalde eisen opleggen. Het lijkt me niet onredelijk om te verwachten dat de duur in tijd beperkt blijft. Daarbij komt nog dat het voorstel dat nu is goedgekeurd wellicht een meerkost met zich meebrengt, gelden die misschien nog elders nodig zijn.”

Moet bij het bepalen van die tijd dan geen rekening gehouden worden met eventuele studievertraging? Roux: “Ik wil toch opmerken dat zelfs wanneer men zich mispakt voor enkele vakken, het flexibele systeem nog een nominale duur toelaat. Mocht de student dan nog enkele inschattingsfouten maken, dan zijn er nog alternatieven mogelijk via de sociale dienst.”

Vicevoorzitter Sociale Zaken Johan Wouters, die eveneens tegenstemde, was niet bereikbaar voor commentaar.

Foute communicatie

De wijzigingen zoals gestemd op de Stuvoraad kwamen niet overeen met de weergave van de feiten op MY.VUB. Daar was namelijk te lezen dat het bijkomend jaar studietoelage louter voorbehouden zou zijn voor zij die zich heroriënteren. Dit zou impliceren dat iemand die een jaar langer over eenzelfde studierichting doet, alsnog uit de boot valt. Roux bevestigde dat de informatie op de website niet overeenkwam met beslissing.

Bovendien was de beslissing van de Studentenraad nog niet formeel ondertekend. Kortom: de informatie op de website was incorrect en voorbarig. Uiteindelijk bleek de foutieve informatie het gevolg te zijn van een misverstand bij de Sociale Dienst. Daar had men het ingenomen standpunt van de Studentenraad verkeerd geïnterpreteerd. Het duurde vervolgens dan ook niet lang voordat de correcte informatie op de website verscheen.

0 Comment