Sandro Gonzalèz-Maseda
Nog tot 9 maart is het feest voor de liefhebbers van de animatiefilm. Tot dan loopt de 33e editie van het Internationaal Festival van de Animatiefilm Brussel. Anima voor de vrienden. Onze redactie neemt een kijkje.
風立ちぬ of The Wind Rises was de openingsfilm van het Anima-festival. Tevens is het de allerlaatste film van de hand van Studio Ghibli-oprichter Hayao Miyazaki, die op 72-jarige leeftijd met pensioen gaat. Het verhaal is een hommage aan Jiro Horikoshi, de ingenieur die de Japanse gevechtsvliegtuigen voor Wereldoorlog II ontwierp. Jiro droomt er als kleine jongen van om piloot te worden, maar ziet zijn ideaal aan diggelen vallen wanneer blijkt dat hij bijziend is. Dan maar vliegtuigen bouwen.
De film schetst een beklijvend beeld van Japan tijdens het interbellum: het blinde optimisme dat gepaard ging met technologische vooruitgang, gevolgd door de harde klappen tijdens de Grote Depressie en het naïeve meestappen van de Japanners in het fascisme, ondanks duidelijke waarschuwingen. Miyazaki’s film lijkt zo een uiting van zijn ambivalente houding ten opzichte van de hedendaagse Japanse cultuur. Enerzijds bewaarde die cultuur haar eigenheid door de speciale plaats voor harmonie en het niet laten zegevieren van het ego, maar tegelijkertijd is zij meedogenloos voor de emotionele kant van het leven en wordt men steeds weer geconfronteerd met onmenselijke gevolgen van steeds hogere ambities.
Geen slecht woord over het technische aspect, op een enkele jammerlijke 3D-animatie na. The Wind Rises slaagt er net in om het genre ten volste tot zijn recht te laten komen. De scène die naadloos overgaat van een schijnbaar saaie presentatie over een vleugel naar een droom met spectaculaire vliegtuigshots, bijvoorbeeld, zou in een normale speelfilm nooit gewerkt hebben. Ook met de muziek is niks mis. De soundtrack van de film lijkt bij wijlen op een variatie op de Internationale, naargelang de scène epische tot tragische proporties (en alles daartussen) aannemend.
The Wind Rises doet geen moment vervelen, maar het was zeker niet de beste Ghibli-film. Je herkent vooral invloeden van Nausicaä of the Valley of the Wind en Porco Rosso, maar het geweld en de intensiteit van de eerste en de fantasie en beenharde politieke kritiek van de laatste blijven achterwege. Een primeur was misschien wel het onrbreken van magische elementen zoals sprekend vuur of vliegende varkens. Miyazaki sloot zo af met zijn meest volwassen film ooit, en net dat is jammer.
0 Comment