Molloy
Wij hebben tevergeefs gewacht op het Beckettiaanse aspect. Wel vroegen wij ons af in welk Vlaams-Brabants baancafé, gesitueerd in de anale driehoek, dit squeezy-cheesy-peasy duo onlangs nog heeft opgetreden. Blijkbaar ontstaan uit een muzikale romance aan het Brusselse Conservatorium, pogen zangeres en toetsenist te streven naar de creatie van ‘iets moois’. Als de Rockrace een driegangenmenu is, dan is dit voorgerecht misschien wel een minimaal aangeklede carpaccio, maar dan toch met een karige hoeveelheid en bovendien bedorven vlees.
Ongewild en ongewenst werden wij teruggekatapulteerd naar ons bestaan als 14-jarige in de les muzikale opvoeding, waar de Poolse docente zichzelf begeleidde op een weinig omfloerste, aftandse piano en overigens tussen de twijfelachtige hoge noten door oreerde over de hele noot, in haar accent tot algemeen gelach verbasterd tot de ‘ghèile noot’. Gelukkig biedt de Rockrace nog zeventien andere bands.
Bonfire Lakes
Een dozijn passionele, niet noodzakelijk nuchtere en dansende fans meenemen, het komt ten goede aan de consumptie en soms ook aan de prestatie van de band zelf, maar wij zijn er doorgaans niet zo gek op. We draaien ons hand er dan ook niet voor om als we zo’n schare tegen de band kunnen gebruiken, maar eerlijk is eerlijk: het zou hier niet op zijn plaats zijn.
Bonfire Lakes speelde immers een degelijke set. Toch eerder aansluitend bij het recentere Calexico-zonder-de-latino en Wilco-zonder-de-voorspelbare-gitaarsolo’s dan die vervelende druiloor van een Damien Rice, bracht dit Limburgse zestal ons country, americana en een halfuur aan knap in elkaar gestoken nummers. Zouden wij hun plaat kopen? Daar zijn we dan weer te postmodern voor, maar wij horen wel een band met een schat aan podiumervaring en routine.
Het zijn de details die ervoor zorgen dat Bonfire Lakes het wel voor elkaar heeft. De hemelopenende intro van ‘Ghosts’ bijvoorbeeld, of de geregeld terugkerende samenzang die zweemt naar de harmonieën van Grizzly Bear. Natuurlijk zijn de nummers uitgesponnen, en dan is er creativiteit vandoen om de aandacht van het publiek niet te verliezen. En daar zijn ze tamelijk in geslaagd. Maar dan wel geen gefoefel meer met ‘The Lion Sleeps Tonight’ of ander ongein.
Low Detail
Jared Leto is een vervelend mannetje. Als je het hebt over een nagel aan iemands doodskist, dan is Leto zo vervelend dat een vergelijking tussen hem en de roest op die nagel eigenlijk nog te flatterend is. Je hebt het dan ook niet getroffen als je op Leto lijkt. En als Green Day probeert te klinken. En Janez Detd als referentie aanhaalt.
De vier pretmuzikanten amuseerden zich wel op het podium, en speelplezier is inderdaad een positieve eigenschap. Je ziet vier jonge kerels de tijd van hun leven hebben, daar in dat roemruchte KultuurKaffee. Maar je kan thuis, in de garage, als mams en paps hun wekelijkse tripje naar de cinema maken, óók plezier hebben. Wil je dan toch wat publiek, vraag dan eens aan de organisator van de jaarlijkse dorpsbraderie of hij niet wat lege bierbakken tegen de gevel van het gemeentehuis kan neerleggen, en doe daar je ding. Voor ons hoefde het niet zo.
Bonfire Lakes speelt op 26 maart in het Rits Café voor een plekje in de halve finale.
0 Comment