Door Paola Verhaert
Met een bedaarde, glimlachende blik als immer wandelt Scout Niblett naar De Moeial toe. Het is de laatste avond van haar bijna een half jaar durende tour en zopas deelde ze het podium met Kurt Vile en zijn Violators. Moe maar welwillend ploft Scout, nom de plume van de Britse Emma Louise Niblett, naast ons neer en bladert ze door haar naakte, doch niet kale ziel. Alsof ze zichzelf niet genoeg overlevert aan haar muziek.
Scout Niblett: “Mijn muziek is autobiografisch. Ik moet mijn leven tussen albums door een beetje kunnen leiden om uit te kunnen drukken wat is gebeurd.”
De Moeial: It’s Up To Emma is meer dan ooit een werk van jou. Van lyrics tot cover art voelt alles heel persoonlijk aan. Je hebt dit album ook zelf gemixt. Vond je dat noodzakelijk voor deze plaat?
“Wel, zo is het uitgedraaid, maar ik ben eigenlijk een beetje in die richting geduwd. Oorspronkelijk was het niet het plan dat ik het album zelf zou mixen. Omwille van het tijdsgebrek dat we ervoeren was ik helemaal niet blij met het resultaat in de studio, dus moest ik alles thuis zelf doen. Toen It’s Up To Emma af was voelde ik me uiteindelijk erg voldaan.”
Het schrijven van de meeste arrangementen valt jou ten deel. Hoe verloopt het wanneer je delen van je werk moet uitbesteden aan andere muzikanten?
“Ik schrijf alle gitaar- en snaararrangementen, de stemsectie en daarbij nog een deel van de drums, maar niet alles. Het resultaat is altijd interessant, want ik heb nooit consequent met dezelfde mensen gewerkt aan mijn platen. Ik denk dat er een zeker niveau van vertrouwen moet zijn wanneer je werkt met een ander persoon, want ik zal iemand nooit volledig zeggen hoe hij of zij moet spelen, hoewel ik wel zeer afgelijnde ideeën heb over bijvoorbeeld de drums. Ik probeer altijd om de persoon waar ik mee samenwerk de kans te geven om zelf input te leveren. Het is steeds een evenwichtsoefening om rekening te houden met de persoonlijkheid van iemand bij het opnemen van een plaat.”
Voel je ook dat nummers die je live brengt veranderen naargelang je met andere muzikanten op het podium staat?
“Ik denk niet dat ik zozeer veel verander aan mijn manier van spelen, maar wanneer ik terugkijk op de tours van het voorbije decennium zie ik wel degelijk verschillen. Elke tour was met verschillende mensen die op hun beurt dan wel hetzelfde nummer speelden, maar telkens op een andere manier. Hetzelfde lied dat ik al tien jaar lang zing heeft telkens wanneer iemand anders het met me speelt een hele transformatie ondergaan, dankzij de verschillende muzikanten.”
Zijn er bepaalde muzikanten geweest die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het schrijven van It’s Up To Emma?
“Ik luisterde toen eigenlijk niet veel naar muziek, nu je het zegt. De enige muziek waar ik wel consequent naar luisterde was oude muziek van Paul McCartney, zijn soloplaten bedoel ik dan. Maggot Brain van Funkadelic heeft me gitaargewijs ook enorm geïnspireerd.”
“Mijn nummers zijn een manier om te
ontdekken wie ikzelf ben.”
Je hebt besloten een cover op de plaat te zetten, dat is No Scrubs van TLC geworden. Een interessante keuze, wat trok je aan tot dit nummer?
“Ik heb No Scrubs altijd al een geweldig popnummer gevonden en coverde dat dan ook geregeld. Nu vond ik de tijd ook rijp om het eens op te nemen op een plaat.”
Toen ik je muziek voor de eerste keer hoorde werd ik geconfronteerd met dezelfde naaktheid die ik hoor in de muziek van bijvoorbeeld Daniel Johnston. Vind je het belangrijk om enorm rauwe en blote muziek te schrijven?
“Die naaktheid is iets wat ik enorm waardeer bij Daniel Johnston. Onbewust denk ik dat ik me aangetrokken voel tot deze manier van werken, omdat ik de nood heb om muziek te maken waar ik zelf achter sta. Ik probeer altijd een niveau van emotionele eerlijkheid te bereiken zonder mezelf te beschaamd of zelfbewust te gaan voelen. Voor mij is dat een belangrijk element in het schrijven van muziek dat ik als luisteraar waardeer, daarom probeer ik dat ook met mijn eigen muziek te bereiken.”
Je bent een erg privaat persoon, maar toch waag je jezelf op elk nummer volledig bloot te stellen. Hoe zou je die paradox verklaren?
“Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik hecht enorm veel belang aan mijn privacy (weifelend). Ik denk dat mijn nummers eigenlijk een manier zijn voor mij om te ontdekken wie ikzelf ben. Via mijn muziek voer ik een soort van onderzoek uit. Het is alsof ik naar een therapeut ga, alsof ik diep probeer te graven om uit te zoeken wie ik op dat moment en op die plek juist ben. En net omdat het zo’n therapeutisch en zuiverend proces is, haal ik er meer uit als songschrijver als ik eerlijk ben. Dat is waarom het voor mij zo belangrijk is om open te zijn in mijn werk, maar daarbuiten zijn er natuurlijk grenzen.”
Waar vind je dan de moed om je eigen nummers voor een bende vreemden te zingen?
“Wel, de nummers zelf vind ik erg plezierig om te spelen (giechelt).”
Morgenochtend keer je terug naar huis in Portland. Was je liever nog wat langer onderweg gebleven?
“Ik heb opnieuw wat nood om mijn leven een beetje te leiden. Hopelijk kunnen er dan weer een paar nummers uit vloeien.”
0 Comment