Op welke manier was het opnemen van Dreams in the Rat House, jullie nieuwste album, anders dan het opnemen van pakweg Sleep Talk?
Cody Blanchard (gitaar, zang): “Het duurde veel langer. Het opnemen alleen al nam ongeveer een jaar in beslag.”
Shannon Shaw (basgitaar, zang): “Het schrijven duurde ook veel langer, we bleven maar opnieuw beginnen. Toen we Dreams in the Rat House opnamen zijn we naar een hutje in de bergen gegaan en dachten we na een week klaar te zijn. Toen we thuiskwamen vonden we het album echter enorm slecht klinken, dus deden we nog een opnamesessie vooraleer het op te sturen naar ons platenlabel. Zij vonden dan weer dat we er meer aan moesten werken, dus zijn we opnieuw beginnen schrijven en opnemen.”
Ik las ergens dat Cody jullie eerste album, Sleep Talk, eigenlijk haat.
Blanchard: “Klopt.”Shaw: “Ik vind hem wel leuk. Ik denk zeker niet dat Sleep Talk dezelfde flow heeft als het tweede of derde album. Natuurlijk zou ik er nu graag wat dingen aan veranderen. Toen we ons eerste album opnamen, was ik een groentje. Ik wist niets over opnemen of mixen en ik was erg onzeker over mijn stem. Ik vond niet dat ik het recht had om in te springen en mijn mening te geven. Vanaf het tweede album werd ik zekerder.”
Shannon, je zei ooit dat je muziek schrijft om je met mensen te verbinden, niet om hen een nieuwigheid voor te stellen. Na verschillende malen op tour te zijn getrokken, voel je nu dat het publiek effectief durft te reciproceren wanneer je muziek speelt?
Shaw: “Ja, vaak merk ik dat er een band ontstaat. Soms genieten de mensen simpelweg van de muziek, wat even goed is, en op sommige plekken observeren mensen je eerder, alsof je een kunstwerk bent, maar waar ik echt van houd is als mensen dansen, meezingen en reageren. Dat is de ervaring die ik verkies. Engeland was bijvoorbeeld geweldig en wild. Ons optreden in Brighton is daar een goed voorbeeld van. Tijdens ons laatste nummer zette een vriendin van ons een spelletje spin-the-bottle op. Negen mensen zijn toen het podium op gesprongen om mee te spelen. Dat vind ik leuk, wanneer mensen bereid zijn om deel te nemen en zichzelf uit te drukken.”
Jij schrijft de lyrics, maar er heerst vaak een waas van mysterie rond. Je legt zelden de betekenis achter een nummer uit. Voel je dat de woorden die je schrijft zelfverklarend zijn of vrees je te veel van jezelf bloot te geven?
Shaw: “Dat laatste.”
Ozma is een uitzondering. We weten dat het nummer over je overleden hond gaat. Voel je jezelf dan blootgegeven als jullie dat nummer spelen, wetende dat het publiek weet waarover het gaat?
Shaw: “Ozma is echt een van de weinige nummers dat zo publiek is. Tegelijkertijd denk ik dat mensen zelf een eigen betekenis geven aan nummers en zichzelf daar op de een of andere manier aan binden. Ik herinner me dat, toen ik Ozma voor een van de eerste keren speelde, ik op het podium zei dat het nummer over mijn hond gaat. Ik was nog erg emotioneel, omdat mijn hond toen net overleden was. Na het optreden kwam er een man naar me, knuffelde me, huilde een beetje en vertelde me dat het nummer enorm veel voor hem betekende, omdat hij zijn vader ook verloren had. Ik wist even niet wat ik moest zeggen. (lacht) Het nummer is me dierbaar, maar je hond verliezen is, denk ik, toch even anders dan je vader verliezen. Toen wist ik niet of ik hem de waarheid durfde te vertellen. Uiteindelijk heb ik hem verteld dat ik het enorm mooi vond dat hij zich kon vinden in het nummer, maar dat het eigenlijk over mijn hond gaat. Hij is toen heel erg geschrokken. Soms denk ik dat ik hem de waarheid niet had moeten vertellen en hem het zelf laten interpreteren.”
Een nummer gaat dan zijn eigen leven leiden.
Shaw: “Inderdaad, zo kan je het zeker stellen. Soms wou ik wel dat mensen me meer zouden vragen naar de betekenis achter bepaalde nummers. Soms wil ik er graag over praten, maar een andere keer houd ik graag vast aan het mysterie.”
Wanneer mensen naar jullie verwijzen, komt één ding altijd terug: de revival van rock-‘n-roll. Valt dit toe te schrijven aan nostalgie, of is het louter luidheid?
Shaw: “Ik begrijp waarom mensen het doen, het is de gemakkelijkste manier om het te beschrijven, maar ik denk dat, als je veel weet van muziek, je zal beseffen dat het om zoveel meer gaat dan enkel dat.”
Blanchard: “Ik hou niet eens van rock-‘n-roll. Het was gedurende enkele jaren goed, maar dat was het.”
Shaw: “Meen je dat?”
Blanchard: “Ja, echt. Alles wat onder het rock-‘n-rolllabel valt is vrij slecht.”
Nate Mahan (drum): “Ik denk dat rock-‘n-roll vandaag de noodzakelijke ziel ontbeert die het nodig heeft.”
Alles wat onder het rock-‘n-rolllabel valt is vrij slecht
Nu we het toch over het verleden hebben, beeld je even in dat je met wie dan ook in Shannon & The Clams zou mogen spelen, dood of levend. Wie zou je kiezen?
Mahan: “Joe Meek zou alles opnemen. Misschien zouden we Phil Spector kiezen om alle instrumenten bijeen te rapen. Jeff Lynne van Electric Light Orchestra zou ons helpen bij het songschrijven.”
Shaw: “Maar hij zou niets producen. Tom Petty op basgitaar.”
Mahan: “Bruce Haack zou synthesizer spelen.”
Blanchard: “Ik zou mezelf inwisselen voor Al Jackson Jr. van Booker T.”
Shaw: “Connie Francis zou samen met Roy Orbison kunnen zingen.”
Wie zou je als roadie willen?
Shaw: “Het zou zeker een knap iemand moeten zijn.”
Mahan: “Patrick Swayze!” (lacht)
Telkens wanneer hij een cimbaal opheft moet hij dat doen zoals bij Baby in Dirty Dancing?
Mahan: “Dat zou mooi zijn. (lacht) Keanu Reeves zouden we ook willen. Crispin Glover van River’s Edge mag onze manager zijn.”
Shaw: “Onze manager die zo hard zou falen. Hij is best gek.”
Mahan: “Hij zou ons tenminste kunnen voorstellen aan Keanu.”
Wie zou je in je publiek willen?
Samen: “Alle Muppets.”
Niet zelden wordt in de media de kwaliteit van de muziek genegeerd, opdat de band en diens leden gemakkelijker samengebald kunnen worden. Dit zien we gebeuren bij girlbands afkomstig van de West Coast, bijvoorbeeld bij Dum Dum Girls, Peach Kelli Pop en Best Coast, terwijl die laatste uit een man en vrouw bestaat. Vind je dat contraproductief werken?
Shaw: “Ja. Ook hier begrijp ik best waarom mensen dit doen. Het is gemakkelijk, maar ik haat het wanneer een band telkens opnieuw bestempeld wordt als een girlband.”
Blanchard: “Ik wou dat bands die enkel uit mannen bestaan consequent boybands genoemd zouden worden. (lacht) Vanaf nu is Ty Segall een boyband.”
Shaw: “Het is enorm lui. Journalistiek is erg goedkoop geworden. Schrijvers hebben niet genoeg geld en tijd. Vaak krijgen we erg stomme vragen naar ons hoofd geslingerd, zoals vragen over onze bandnaam.”
Blanchard: “Ik vind ook dat veel muziekartikels niet intellectueel genoeg en te oppervlakkig zijn. Vaak is het doel van een artikel om de muziek simpelweg te promoten.”
George Orwell zei ooit dat journalistiek is, printen wat iemand anders niet geprint wil zien. Al de rest is public relations.
Blanchard: “Dat is mooi uitgedrukt, ik ben het daar zeker mee eens.”
Een laatste vraag dan. Wat was het laatste waar jullie in jullie busje, helikopter of welk vervoermiddel dan ook, naar aan het luisteren waren?
Shaw: “Een mix-cd die mijn broer heeft gemaakt. Zijn mixen zijn geweldig, alleen zet hij er altijd Just like Jesse James van Cher tussen en dat nummer is zo ontzettend lang!”
Blanchard: “Het is ondertussen zijn zevenendertigste mix, hij is er al tien jaar mee bezig. Ik zeg hem altijd dat hij die zou moeten uitbrengen op Burger Records. Hij is erg goed in het vinden van obscure popnummers.”
Shaw: “Hij geeft ook nooit een tracklist mee. Soms is het vrij gênant als vrienden vragen welk nummer je draait en je de titel niet kent. Die Shazam-app werkt ook niet voor alle obscure shit die hij ons geeft.” (lacht)
Vinden jullie dat er een overdosis aan bands bestaat of dat er eerder nog veel goede muziek te ontdekken valt?
Blanchard: “Er zijn te veel bands. Er zijn heel veel slechte bands, het is oververzadigd.”
Shaw: “Maar dat maakt het net speciaal wanneer je iets heel goeds vindt.”
0 Comment