Eén keer per maand trekt ondergetekende voor u – en let wel, enkel voor u, want aan frisse lucht hebben wij bij De Moeial geen behoefte – de deur van de redactie achter zich dicht. Op zoek naar de literaire spoken die door uw stad waren, door de meer dan vierduizend sprekende straten, laten we voor eens niet de schrijver, maar de stad aan het woord. Deze maand volgt De Moeial de wandel van Paul Verlaine door Brussel.
Door Paola Verhaert
Op 8 juli 1873 ontving de toen achttienjarige Arthur Rimbaud een telegram van zijn tien jaar oudere minnaar Paul Verlaine, waarin hij Rimbaud verzocht hem te vervoegen in het Hotel Liège te Brussel. In de ochtend van 10 juli 1873 bezocht Verlaine in een zwartgallige bui wapenhandelaar Montigny in de Koninginnegalerij 11, alwaar hij zich een revolver aanschafte met de bedoeling om de hand aan zichzelf te slaan. Twee dagen zette de auteur van Illuminations voet in Brussel, maar het weerzien verliep allesbehalve van een leien dakje. Samen met Paul vestigt Rimbaud zich in hotel A la ville de Courtrai op Brouwersstraat 1.
Diezelfde middag trekt het paar via de Hoogstraat naar de kermis op de Boulevard du Midi en, zoals François Porché schreef, deed van die dag af de melancholie van de kermissen haar intrede in de Franse letterkunde. Wanneer de nacht valt, komt het in de Brouwersstraat tot een handgemeen tussen de twee poètes maudits. In een dronken vlaag vuurt Verlaine met zijn revolver twee schoten af, waarvan er één de linkerpols van Rimbaud raakt. Hoewel Rimbaud geen klacht indient, besluit hij na een kort bezoek aan het Sint-Jansziekenhuis terug te keren naar Frankrijk. Op weg naar het station Brussel-Zuid ontstaat op het Rouppeplein opnieuw een ruzie en trekt Verlaine zijn wapen. De jonge Rimbaud vlucht naar de dichtstbijzijnde agent die meteen ingrijpt en Verlaine inrekent. Hij wordt naar de Amigo in de Vruntstraat overgebracht en veroordeeld; niet zozeer omwille van de aanvaring met Rimbaud, echter wel omwille van de wettelijk verboden homoseksuele relatie met diezelfde.
Na een kort verblijf in de Karmelietengevangenis bij de Naamsepoort belandt Verlaine buiten Brussel, en wel in de gevangenis van Bergen, waar hij zestien maanden opgesloten zal blijven. De dagen die Verlaine slijt in de Belgische gevangenis zullen een marteling voor hem worden. Zowel het afscheid van zijn geliefde dichter als dat van de groene fee vallen hem zwaar. Hij huilt er des pleurs de plomb en zoekt zijn heil in de poëzie. Met onder andere in koffie gedoopte lucifers op kaasverpakkingen schrijft Paul Verlaine er zijn wijd gelauwerde gedichtenbundel Cellulairement. Verlaine verlaat de gevangenis als meesterdichter.
0 Comment