Zuid-Amerika maakt een vuist tegen ggo-multinationals

Terwijl Centraal-Amerika verkocht wordt aan de hoogste bieder, groeit in het zuiden het prille verzet tegen de westerse agro-industrie en bij uitbreiding het commercieel imperialisme. De Monsanto’s van deze wereld zien hun expansiemogelijkheden inkrimpen nu verscheidene staten in Latijns-Amerika zich afkeren van hun stigma als backyard van de Verenigde Staten.

De eerste bescheiden tekenen van verzet verschijnen aan de Zuid-Amerikaanse horizon. Met vallen en opstaan. Al in 2008 werd Ecuador de eerste staat die zichzelf vrij verklaarde van genetisch gemanipuleerde zaden en gewassen. Een formeel verbod werd er zowaar ingelijfd in de constitutie van het land. De ggo-zaadmarkt is voor 53 procent in handen van het in de Verenigde Staten gevestigde Monsanto en Dupont en het Zwitserse Syngenta, allen alom tegenwoordig in Zuid-Amerika, de tweede grootste regio ter wereld inzake productie van ggo-voedsel.

Dat het politieke moed vergt om te weerstaan aan een dergelijke regionale tendens, geruggesteund door dergelijk quasi-monopolietriumviraat staat buiten kijf. Weerstaan aan dit kapitaalgeweld blijkt echter geen sinecure. Ecuadoriaans president Rafael Correa, nochtans vermaard om zijn linkse politiek en vriendschap met Chavez, zwichtte onder het gewicht van de industriële lobby en riep op tot een herziening van de grondwet. Ook president Cristina Fernandez de Kirchner van Argentinië, waar reeds zestig procent van de landbouwproductie artificieel is, bezweek onder de eis van Monsanto om een verbod in te stellen op het herzaaien van ggo-zaaigoed, hetgeen de landbouwer contractueel zou verplichten om na elke oogst nieuw zaad aan te kopen. Een gekende strategie van Monsanto om haar miljardenwinst aan te vetten.

In Peru daarentegen werd begin april overgegaan tot een geheel verbod op import, productie en consumptie van ggo-gewassen voor een termijn van tien jaar. Het initiatief kwam er nadat onderzoek uitwees dat 77 percent van de in de supermarkt meest geconsumeerde goederen positief testte op de aanwezigheid van ggo’s. De nieuwe wetgeving wordt als noodzakelijk gepercipieerd om ’s lands rijke biodiversiteit, voornamelijk aan aardappelen, en opkomende organische exportproductie te beschermen. Sterker nog, de regering zou zich er in de toekomst formeel toe verbinden de kleine boer, en dus voornamelijk het inheemse volk, een hand boven het hoofd te houden teneinde het natuurlijke potentieel van de biodiversiteit ten volle te benutten. Een zoveelste domper voor de landbouwchemische giganten.

Streven naar voedselsoevereiniteit overtreft de eigen aspiraties. Het is een strijd voor autonomie, economische en politieke emancipatie en ecologische preservatie. Het verdrijven van ggo-giganten wordt gezien als bescherming van het traditionele klein boerenbedrijf en de inheemse cultuur, een ambitie die moeilijk te rijmen valt met het westers efficiëntiedenken. Weerstaan aan de agro-industrie is weerstaan aan de onderdrukking van de traditionele landbouw. Een noodwendigheid, zo blijkt. In de Verenigde Staten inde Monsanto 23 miljoen dollar nadat 400 boeren werden aangeklaagd voor contractbreuk en de vermeende schending van het ggo-patent. In feite werden hun velden besmet door overgewaaid stuifmeel van nabij gelegen ggo-velden of ontkiemde het zaad van de oogst van het voorgaande jaar.

De groeiende roep om economische zelfbeschikking, in één adem gekoppeld aan politieke autonomie, vormt allicht het grootste nalatenschap van wijlen Hugo Chavez. Hoewel onovertroffen, gaf El Comandante tien jaar geleden het startschot aan de Bolivariaanse revolutie die Venezuela nu lijkt te overstijgen. Sinds diens aantreden werden in de bakermat van het Bolivariaans socialisme niet minder dan 1162 bedrijven genationaliseerd, voornamelijk in de energie- en voedselsector en grotendeels ten koste van buitenlandse handelsbelangen. Het verbannen van Monsanto in Peru en Ecuador verbleken dan wel tegenover deze verwezenlijkingen, en ze hoeven niet per se geïnspireerd te zijn op Chavez’ socialisme van de 21ste eeuw, ze zijn op z’n minst kiemen van verandering voor een continent dat in de wereldpolitiek slechts een historisch zelfbewustzijn heeft als speelbal van de blanke man.

0 Comment