De academische fraude had zo te zien ook haar sporen in de faculiteit Geneeskunde van de VUB nagelaten. Professor C. deed onderzoek naar een medicijn tegen epilepsie-aanvallen, maar zijn onderzoek kwam in een doodlopend straatje terecht. Het medicijn werkte niet naar behoren en dus verzon hij een effect. Volgens de VUB gaat het in dit geval over: “Een aantal zeer zwaarwichtige feiten.”
Beloftevol
De jonge farmacoloog C. wordt door zijn collega’s beschreven als ‘beloftevol’ en ‘een harde zwoeger’. Dat is de reden waarom hij de titel van zelfstandig onderzoeker (ZAP) al had verworven op een relatief jonge leeftijd. Lesgeven deed hij niet vaak, hij kon zich bijna uitsluitend bezighouden met onderzoek. Hij werd voor 90 procent betaald door een overheidsinstelling, namelijk het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek, en de resterende tien procent kwam van de VUB. Hij zat ook voor de VUB in de Commissie Wetenschapsbeleid als effectief lid
De bal is onder andere aan het rollen gegaan door een aantal studenten (zowel masterstudenten als doctorandi), die hij moest begeleiden in hun onderzoek. Er ontstonden fricties tussen de professor en zijn studenten over wat hij deed met de resultaten en bevindingen van hun onderzoek. Een doctoraatstudente zei over hun samenwerking: “Tijdens mijn onderzoek bij hem ben ik een paar keer met hem in conflict gestaan. Nu ben ik blij dat ik met mijn wetenschappelijk onderzoek ben weggegaan en wordt liefst niet meer met hem geassocieerd.”
Een collega-onderzoekster aan de faculteit geneeskunde reageerde dan iets bitsiger: “Het is niet de bedoeling om zijn proces in de pers te houden. Iedereen wil hier nu al een mening verkondigen over wat er al dan niet is gebeurd. Het is fout om hem nu al schuldig te bevinden, omdat het laatste woord hierover nog lang niet gezegd is. Mensen gaan veel te snel over tot een conclusie en vergeten maar al te gemakkelijk om dingen in hun context te bekijken.”
Later werd ook nog bekend dat hij verbonden was aan de universiteit van Leiden. Hij was er actief van oktober 2005 tot november 2012. In Leiden begeleidde hij geen masterproeven of ander scripties, maar werkte hij als gastmedewerker aan het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR). De communicatieverantwoordelijke van het LACDR wil nog eens bevestigen: “In deze periode heeft hij één overzichtsartikel (een literatuurstudie) gepubliceerd. Daarnaast is één artikel gepubliceerd op basis van data, die door de Vlaamse onderzoekscommissie zijn onderzocht op echtheid en waarvan men tot de conclusie kwam dat met deze data niet gefraudeerd is.”
Niet verifieerbaar
De ontdekking dat een wetenschapper aan de VUB gesjoemeld heeft met zijn onderzoek zorgde voor voldoende deining in het academische landschap. Al gauw was er in de media sprake van “de grootste academische fraude ooit”, hoewel dit moeilijk verifieerbaar is, want in De Morgen was er te lezen dat er recent al zes eerdere gevallen moeten zijn geweest, maar deze zijn minder uitvoerig in de media gekomen.
Wanneer eind maart het nieuws in de pers belandde, kwam alles in een stroomversnelling. In het radioprogramma De Ochtend van Radio 1 begon het al. Op dat ogenblik wou rector De Knop noch bevestigen, noch ontkennen dat het ging over een onderzoeker die verbonden was aan de VUB. Hij had echter daags voordien met de andere rectoren van de Vlaamse universiteiten vergaderd over hoe ze het best en zo uniform mogelijk dit soort van problemen zouden aanpakken en of er een strafrechtelijke procedure gestart moest worden.
Later op de dag, toen in de media bekend geraakte dat het toch zou gaan over een onderzoeker van de VUB, stuurde rector Paul De Knop een mail naar al zijn personeelsleden. Daaruit blijkt dat de VUB al een maand eerder de banden had verbroken met de onderzoeker in kwestie: “Op 22 januari werd de arbeidsovereenkomst tussen de betrokken wetenschapper en de VUB verbroken en recentelijk werd deze persoon door het FWO ontslagen wegens fraude. De hele afwikkeling van de procedure bij het FWO is nog lopende en ik wil dat proces niet in gevaar brengen.”
De VUB overweegt nu een strafrechtelijke procedure te starten, maar langs de andere kant gaan er stemmen op die zeggen dat C. mogelijks zelf de VUB en het FWO aanklaagt wegens broodroof. Wanneer de voormalige onderzoeker gevraagd werd om een reactie, wenste hij liever niet te reageren op de ten laste gelegde feiten.
Absurd
Gezien het penibele parket waarin het FWO zich bevond, onthielden ook zij zich van elke vorm van commentaar. Het gesprek dat we hadden met de secretaris-generaal van het FWO, Elisabeth Monard, kreeg zo een absurde kantje.
De Moeial: “Goedendag, mevrouw Monard.”
Monard: -“Goedendag.”
“Mag ik u een paar vragen stellen over onderzoeker C.? Is hij nog in jullie loondienst?”
-“Waarom?”
“Omdat hij voor 90 procent wordt uitbetaald door het FWO en aangezien hij in opspraak is gekomen.”
“Euh (aarzelt), u moet alle vragen hierover richten aan de communicatiedienst van de VUB.”
“Vreemd, want hij staat toch voor het leeuwendeel onder contract bij jullie.”
“Ik zeg het nogmaals: alle vragen moeten gericht worden aan de communicatiedienst van de VUB. Goedendag nog.”
Einde van een kort, maar zeer bizar gesprek. Een dag later heeft het FWO aangekondigd om extra maatregelen te treffen om de wetenschappelijke integriteit te bewaren. In haar nieuwsbrief spreekt het FWO over een task force, die zich daar uitsluitend zou mee bezig houden.
De persverantwoordelijke van de VUB, Sicco Wittermans, verklaart dat “de VUB de feiten zeer ernstig neemt, maar nu nog maar weinig kan lossen, omdat de procedures nu begonnen zijn en deze discretie vereisen.”
Mea Culpa
Alle rectoren van de Vlaamse universiteiten veroordelen het gedrag van de onderzoeker. Rector Mark Waer van de KUL heeft al verklaard dat “wetenschapsfraude zwaarder bestraft dient te worden”, voornamelijk vanwege de maatschappelijke impact. Andere wetenschappers veroordelen de wetenschapsfraude, maar tonen begrip door de omstandigheden. Zowel de rector van de UGent, Paul van Cauwenberghe, als andere onderzoekers wijzen op het feit dat de publicatiedruk ontzettend groot is geworden. Een doctoraatsstudent uit de ingenieurswetenschappen getuigt: “Onlangs moest ik een artikel publiceren en op dat ogenblik heeft mijn begeleidende professor mij gevraagd om het artikel in verschillende delen op te splitsen, zodat ik meer publicaties op mijn naam had, maar anderzijds kon de professor ook zijn naam onder het artikel zetten. Wetenschappelijk onderzoek schiet zo zijn doel voorbij. In de plaats van te onderzoeken ligt nu de nadruk op het publiceren, omdat dat de financiering van onderzoek regelt.”
Rector Paul De Knop besloot zijn mail met een boodschap, die dubbel geïnterpreteerd kan worden: “Dit geval laat zien dat wetenschappelijke fraude wel degelijk wordt opgespoord. Natuurlijk is er altijd verbetering mogelijk en we zullen ons daarvoor tot het uiterste inspannen. Maar we mogen niet vergeten dat bijna alle onderzoekers hun werk wel integer uitvoeren en wij daar het volste vertrouwen in hebben. Wetenschap is en blijft een schitterend bedrijf.” Vooral de laatste zin is volgens een aantal onderzoekers net hetgeen wat verkeerd is met wetenschappelijk onderzoek. “Natuurlijk moet wetenschappelijk onderzoek het tijdsbedrijf bij uitstek zijn van een universiteit, maar de academische overheid moet het niet opvatten als een bedrijfsactiviteit.”
Nieuwe maatregelen
De VUB heeft een maand na de hetze in een persmededeling laten weten dat ze nu probeert proactief te zijn in haar strijd tegen wetenschapsfraude. In de bachelorjaren bestond er al aandacht voor het juist citeren en andere wetenschapscommunicatie, maar de universiteit wil dit uitbreiden tot de masterjaren. Er is sprake van een nieuw vak over wetenschappelijk onderzoek dat zou opgericht worden, maar daarvoor moeten nog tal van procedures passeren bij de onderwijscommissie. Daarom zal het nog niet opgenomen worden in het lessenpakket van academiejaar 2013-2014.
De vraag blijft echter of er zo wel iets fundamenteel wordt aangepakt aan de zwaarwichtige publicatiecultus die heerst aan de universiteiten en die volgens onderzoekers ook aan de basis ligt van de wetenschapsfraude. Een aantal wetenschappers pleit dus voor slow science, waar de nadruk minder ligt op het publiceren van artikels.
0 Comment