Uitgesteld

Door Stéphanie Romans

“We benne op de wereld om mekaar te helpen, niewaar?”, vroegen Leen, Adèle en Piet elkaar ooit retorisch in hun Amsterdamse stamcafé ’t Schaep met de 5 poten. Een fictieve kroeg weliswaar, uit de gelijknamige serie die slechts acht afleveringen liep. Een televisiereeks met als topos de volkskroeg was voor de calvinistische Nederlanders in 1969 misschien toch nog een brug te ver. Wat de Nederlanders niet begrepen, hebben de Belgen wel doorgehad. De stamenee is de bakermat van de beschaving. Een plek om beneveld te geraken, dat staat vast, maar ook een plek om intellectuele dan wel (min of meer) sportieve arbeid te verrichten en – inderdaad Leen, Adèle en Piet – elkaar te helpen.

De in bier gedrenkte gronden blijken vruchtbaar voor barmhartige ideeën. De Repair Cafés schieten als paddenstoelen uit de grond, het Lokaal Economisch Transactiesysteem (LETS) palmt buurthuis na buurthuis in en dan is er nog het summum van solidariteit in de vorm van de uitgestelde koffie. Al wie zichzelf niet op alternatieve wijze kan of mag bevredigen, vindt in deze vorm van hulpvaardigheid een meer dan toereikende oplossing. Als volbloed individualisten willen wij ons immers met elk van onze vijf zintuigen kunnen onderdompelen in het absolute welbehagen dat het schenken van een habbekrats aan iemand, die zoveel meer noden heeft dan een loutere kop gesublimeerd teelvocht, ons oplevert.

Ook de bodem van de VUB-campus in Etterbeek heeft een vruchtbaarheidsbehandeling van het gerstenat ondergaan. Het studentenvolk van Laaf heeft zich dan toch van minstens één van zijn taken gekweten. Hier zijn het echter gebouwen die groeien als kool. Het hotel is nog niet goed en wel uit de steigers of de bouwplannen voor het alles-in-één nieuwbouwcomplex (dat de VUB moet overstelpen met studentenkoten, leslokalen, vergaderzalen, een cultuurgebouw en alles wat een moderne universiteit zich verder nog kan wensen) worden al met de nodige dada aangekondigd.

De baksteen in de maag waarmee elke Belg volgens de clichés geboren is, lijkt in dit ontwerp wel uitgekotst op de campusgrond van onze alma mater. Het kotencomplex is de zoveelste inspiratieloze nieuwbouw die de studenten en bij uitbreiding heel Brussel in de maag gesplitst krijgen. Studenten worden nogmaals benaderd als een kudde stapelvee en opgeborgen in een blokkendoos met passerellen. Zelfs “een beweging” van passerellen, volgens Christine Conix van architectenbureau Conix – het had overigens zo de naam kunnen zijn van een bouwheer uit Astrix en Obelix, bouwmeester Konnix – die natuurlijk best weet dat we passerellen al kennen van de mistroostige Schoofslaanfaçade. Deze passages aan de nieuwbouw krijgen echter verbrede delen, waardoor het ook “echte ontmoetingsplaatsen zullen worden”, probeert Conix nog te zalven. Een zekere half Nederlandse, half Italiaanse zanger wist het echter al: “De meeste dromen, zijn bedrog.” We zien op de Schoofslaan dat het enige dat daar op de passerellen samenkomt, het onwelriekende restant van studentendopen en ontgroeningen is.

Aan de Konnix-koten zal onvermijdelijk een prijskaartje hangen. Maximaal 350 euro mogen de privépartners die in zee gaan met het project, dat naar schatting zo’n vijftig miljoen euro zal kosten, innen aan huurprijs. Dat is beduidend meer dan de prijzen van een VUB-kot op de Nieuwelaan of een Schoofslaankot. Gelukkig is er ook aan de minder vermogende student gedacht. TV Brussel laat in zeer vage termen weten dat “een aantal koten” gereserveerd zal worden voor de minder kapitaalkrachtige kotzoekers. De zonen en dochters van welgestelde moeders en vaders kunnen misschien eens polsen of ze geen uitgesteld kot kunnen huren voor die studenten, die enkel hun thesis kunnen uitstellen. Met waterige koeienogen kan de rijkeluiszoon de dame van Dienst Huisvesting dan uitleggen dat er geen betere manier is om zijn familie van de overdaad te ontdoen, als gaf hij een blinde het vermogen om te zien. De vrouw zal met een vertederde glimlach een uitgesteld contract bovenhalen en de Samaritaan een VUB-balpen overhandigen, waarmee hij met dweperige pennenstreken de daad zal voltooien. De uitgestelde bewoner als vleesgeworden schouderklop.

0 Comment