Studentenbewegingen anno 2013: Canada

Terwijl de eerste lentebloesems opnieuw uit hun knoppen schieten, ontwaken ook de demonstranten van de Esdoornrevolutie uit hun winterslaap. De Esdoornrevolutie, soms ook – licht overdreven – de ‘Québecse Lente’ genoemd, duidt de grootschalige studentenprotesten aan die vorig jaar de Canadese straten en krantenkoppen domineerden en die, een jaar nadat de lont ontstak, opnieuw opflakkeren.

Op 13 februari 2012 kondigden studenten van de Université Laval de eerste in een rij van vele stakingen af. Kwelduivel en spil van rancune was Jean Charest, op dat moment de liberale premier van de provincie. Deze diende eerdaags het voorstel in om tussen 2012 en 2017 de jaarlijkse studiekost te verhogen van 2168 dollar tot 3793 dollar. Slechts vier weken later werden de eerste verontwaardigde studenten bijgestaan door 310.000 medestudenten, terwijl zij daarbij steun vonden van 30.000 supporters op hun manifestaties.

Vanwaar de schielijke woede? Vanaf 1968 bedroegen de inschrijvingsgelden in de provincie Quebec steeds 540 dollar per jaar, tot deze in 1990 stegen naar 1668 dollar per jaar. Vanaf 2007 kwam daar jaarlijks een som van 100 dollar bij. Uiteindelijk kregen de studenten van 2012 een rekening van 2168 dollar in de bus, overigens de laagste inschrijvingskosten van Canada. De significante stijging verantwoordde Charest door te verkondigen dat de crisis overal woedt en dat snoeien onvermijdelijk is, maar dat herkauwd argument spuugden de studenten meteen uit. John Moore vertolkte de woede van de studenten in The National Post: “Are Federal Labour Minister Lisa Rait and Quebec Premier Jean Charest prepared to trim their gold-plated pensions to set an example to the students and workers they condescendingly lecture about the new reality? Today’s youth face a grim future not of their own making.”

Van studentenprotest naar politieke crisis

Het waren beschuldigingen waar Charest en zijn kabinet geen oren naar hadden. Ze bleven verder blind voor de maandenlange protesten, toen de regering op 18 mei Loi 78 goedkeurde. De noodwet was bedoeld om de demonstraties, die op dat moment naar schatting 300.000 deelnemers kenden, in te perken. Het wetsvoorstel legde strenge beperkingen op aan de protesten, waardoor het illegaal werd voor demonstranten om te verzamelen zonder dat de politie acht uur op voorhand werd gewaarschuwd en hen had voorzien van een – zelden te verkrijgen – vergunning. Simultaan werd Loi P-6 in het leven geroepen, die onder andere het dragen van maskers tijdens betogingen verbood. Het was deze gebeurtenis die een kentering van de beweging betekende. De studentenprotesten vertegenwoordigden nu niet langer slechts een ongenoegen om studiekosten, maar explodeerden tot een politieke crisis met als mikpunt van ongenoegen het ondemocratisch gedrag van Charest en diens kabinet. Diezelfde nacht brak een, later door de politie illegaal verklaard, protest los. Het resultaat was 69 arrestaties en meldingen van brutaal politiegeweld. De daaropvolgende weken zette de trend zich verder. Zo werd een student tijdens verhitte protesten brutaal met knuppels geslagen door vijf officieren en geneutraliseerd. Echter, deze harde repressie had niet het gewenste effect op de overige Quebecse burgers, zo bleek, toen op 22 mei 400.000 deelnemers op een manifestatie tegen Loi 78 gesignaleerd werden. Een cijfer dat overeenkomt met 24 procent van de inwoners van Montreal.

De tegemoetkomingen van de regering reikten niet verder dan een uitbreiding van het beursprogramma en een verlenging met twee jaar van de transitieperiode voor studiekosten. Deze werden allemaal verworpen door de studentenbonden, en ook hun voorstellen werden afgewezen door de regering. Zonder consensus en met nog steeds meer dan 150.000 studenten in staking, leek de Quebecse Lente een uitzichtloze zomer in te gaan. “Het is een gevecht. De studenten vragen enkel de stijging van het studiegeld te schrappen. De regering lijkt niet te willen toegeven. Ze kijken elkaar aan als in een western”, aldus Canadese professor Eric Martin in Libération. Na vijf maanden messentrekken en even lang bekvechten werd op 5 september 2012 een ministerieel decreet afgekondigd, waarin een bevriezing van studiegelden werd vermeld. De studentenbonden besloten hierop de staking stop te zetten en luidden zo het einde in van de grootste studentenprotesten in de geschiedenis van de provincie Quebec.

De grootste prestatie van de studentenprotesten lag voornamelijk in het bereiken van een deelnemersaantal van historische hoogte in Canada. De rol die ons echter het meest bij zal blijven van de enorme mobilisatie is die van de antagonist. Deëscalerende pogingen van de autoriteiten waren volledig afwezig; gratuit geweld, talloze arrestaties en nog meer knuppelslagen schering en inslag. Zozeer zelfs dat Amnesty International Canada tussenbeide kwam om de overdreven agressieve maatregelen te veroordelen. De politiekrachten, echter, lijken niet te wijken van hun warmgelopen koers. Afgelopen maart trokken honderden studenten opnieuw de straat op in Montreal om de verjaardag van de Esdoornrevolutie te vieren en hun ongenoegen te uiten over de uiteindelijke studieprijsverhoging van 70 dollar per jaar. Een driehonderdtal van hen werd gearresteerd en kreeg daags nadien boetes in de bus tot 634 dollar. De lente is gegaan en teruggekeerd; en dat is te merken in Quebec, waar de lucht zich opnieuw kleurt met rubberen kogels en geurt naar traangas.

0 Comment